Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan» (ingezonden 30 augustus 2016).

Mededeling van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 15 september 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan»?1

Vraag 2

Kunt u de aantallen en conclusies uit de brief van de gemeente Utrecht bevestigen waarvan de hoofdconclusie is dat er fors meer treinen met gevaarlijke stoffen (vooral met brandbaar gas) door de stad rijden dan is toegestaan? Kunt u op ieder afzonderlijk element van de brief ingaan?

Vraag 3

Zijn de hierboven genoemde aantallen wel of niet wettelijk toegestaan? Zo ja, kunt u in detail aangeven of u van mening bent dat de totale risico’s die met deze transporten gepaard gaan verantwoord zijn en of deze zich op een zo laag mogelijk niveau bevinden? Kunt u daarbij ingaan op de onderzoeken die worden genoemd door de gemeente Utrecht die zouden bewijzen dat de risico’s op sommige plekken in de stad onacceptabel groot zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Indien de hierboven genoemde getallen niet wettelijk zijn toegestaan, hoe verklaart u dan dat er meer treinen rijden dan wettelijk is toegestaan? Is dit volgens u het bewijs dat de nieuwe wet- en regelgeving niet toereikend is? Zo nee, wat is dan de oorzaak van deze overschrijding en wat zijn hiervan de consequenties voor de betrokkenen?

Vraag 5

Bent u bereid zo snel mogelijk de gemeente Utrecht inzicht te geven in het aantal gespecialiseerde transporten gedurende het eerste halfjaar van 2016, zoals de gemeente in haar brief vraagt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Gaat u een betere regie voeren op de sturing van de capaciteitsverdeling op het spoor en de monitoring van het vervoer van gevaarlijke stoffen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen en op welke termijn?

Vraag 7

Heeft u geïnvesteerd in tijdelijke maatregelen omtrent vervoer van gevaarlijk stoffen door dichtbevolkt gebied (steden) in Nederland en voert u deze inmiddels uit? Zo ja, welke maatregelen zijn dit en vanaf wanneer zijn deze van kracht? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid om ook op andere trajecten waar er vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor plaatsvindt te onderzoeken hoeveel treinen er sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet- en regelgeving inmiddels door dichtbevolkte gebieden zijn gepasseerd, zoals in veel Brabantse steden? Zo nee, deelt u niet de mening dat de bevolking in deze gebieden er recht op weet om te weten wat er door hun stad komt rijden?

Vraag 9

Bent u voorstander van een zogenaamde zwarte lijst voor vervoerders die niet eerlijk opgeven hoeveel en welke stoffen ze vervoeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer komt deze lijst er en bent u voornemens ook sancties te treffen tegen vervoerders die op deze zwarte lijst komen te staan?

Vraag 10

Kunt u ingaan op de vraag of de verantwoordelijke inspectie ten aanzien van deze materie wel adequaat te werk gaat?

Vraag 11

Kunt u garanderen dat er te allen tijde bij de overheid bekend is wat de inhoud is van transporten met gevaarlijke stoffen, zodat bij een calamiteit het altijd duidelijk is waar we mee te maken hebben en welke maatregelen er getroffen moeten worden? Zo nee, waarom niet? Wat moet er volgens u gebeuren om dit gewenste niveau wél te bereiken en op welke termijn gaat u hier actie op ondernemen?

Mededeling

Op 30 augustus 2016 heeft het lid Van Veldhoven (D66) vragen gesteld over het bericht «Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan»2. De beantwoording van deze vragen overlapt grotendeels met de in mijn brief van 11 juli jl.3 voor dit najaar aangekondigde brief over de naleving van de risicoplafonds voor het gehele Basisnet (weg, water en spoor) over 2015 en de aanpak die ik voor ogen heb t.a.v. de overschrijdingen van de risicoplafonds op de omleidingsroutes. Daarbij zal ik tevens ingaan op de moties-Cegerek4 en de motie-De Boer5. De uitwerking van de analyse en de afstemming over de oplossingsrichtingen met vervoerders, verladers en bestuurders vindt nu en de komende weken plaats. De uitkomsten daarvan zijn van belang voor de beantwoording van deze vragen. Hierdoor is beantwoording binnen de reguliere termijn niet mogelijk en verwacht ik uw Kamer begin oktober te kunnen antwoorden.


X Noot
1

BNR, «Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan», 26 augustus 2016 (http://www.bnr.nl/nieuws/politiek/10309854/meer-treinen-met-giftige-stoffen-dan-toegestaan)

X Noot
2

Kamerstuknr. 2016Z15654

X Noot
3

Kamerstuk 30 373, nr. 62

X Noot
4

Kamerstuk 29 984, nrs. 677 en 678

X Noot
5

Kamerstuk 29 984, nr. 675

Naar boven