Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 3336 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 3336 |
Bent u bekend met het bericht «Dordtse fabriek stoot giftige stof uit»1?
Wanneer was het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar GenX afgerond? Waarom heeft de omgevingsdienst hierna geen actie ondernomen terwijl uit eigen onderzoek van het RIVM blijkt dat het «aannemelijk» is dat GenX giftig is voor mensen en bovendien slecht afbreekbaar? Klopt het dat er nog geen actie is ondernomen omdat GenX nog niet op de Europese lijst van verboden stoffen staat, zoals ook bij Perfluoroctaanzuur (PFOA) het geval was?
Allereerst dient te worden vermeld dat de Omgevingsdienst (die de omgevingsvergunning opstelt in opdracht van de provincie Zuid-Holland) wel degelijk emissie-eisen aan FRD-9032 heeft gesteld. De revisie van de omgevingsvergunning van Chemours uit 2013 bevat eisen aan de maximale uitstoot, ook voor de stoffen die gebruikt worden bij de GenX-technologie. Stoffen worden ingedeeld op basis van informatie over gezondheids- en milieurisico’s. De klassenindeling van de stof is bepalend voor de emissiegrenswaarden en was destijds vastgelegd in de NeR (de Nederlandse emissierichtlijn Lucht). Voor zover stoffen niet in de NeR (tegenwoordig: de Activiteitenregeling) zijn ingedeeld, bepaalt het bevoegd gezag de indeling. De Omgevingsdienst heeft op basis van de beschikbare informatie gecontroleerd of Chemours voor FRD-903 de juiste klasse heeft gebruikt in de vergunningaanvraag, en geconcludeerd dat de voorgestelde klasse gO.13 past bij de gevaarseigenschappen. Voor deze klasse gelden de strengste emissiegrenswaarden die het bevoegd gezag kan opleggen voor een stof die niet voldoet aan de criteria voor een zogenoemde zeer zorgwekkende stof. FRD-903 is niet opgenomen in de Europese lijst voor substances of very high concern (zie het antwoord op vraag 5).
Het RIVM heeft op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in april 2016 een korte notitie geschreven over wat er bekend is over FRD-903. Er is derhalve geen nieuw onderzoek gedaan, maar er is een «quick scan» uitgevoerd op basis van het beschikbare REACH-dossier, waarbij gekeken is naar de zogenaamde PBT-eigenschappen. Dit bevestigde de bestaande informatie, namelijk dat het een persistente (P) en toxische (T) stof is. Over bioaccumulatie (B) bestaat volgens het RIVM onzekerheid en is er nog geen conclusie mogelijk.
Welke lessen zijn er getrokken uit de eerdere problematiek omtrent PFOA in deze Dordtse teflonfabriek? Zijn deze lessen hier ook toegepast? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Wat de omwonenden betreft, leert de PFOA-casus dat het van het grootste belang is de juiste gegevens zo spoedig mogelijk boven tafel te krijgen en daar transparant over te zijn. Daarom heb ik ten aanzien van FRD-903 als eerste stap, samen met de provincie, direct het RIVM verzocht om nader onderzoek te doen.
Met betrekking tot (oud-)werknemers vindt op dit moment een onderzoek plaats, dat is beschreven in de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juni 2016.4 Dit onderzoek is mede opgezet met het oog op de te leren lessen voor de toekomst. Uiterlijk in november wordt de Kamer geïnformeerd over de bevindingen.
Klopt het dat de Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid (OZHZ) de vergunning voor de uitstoot van GenX als vertrouwelijk behandelt en geen inzage wil geven in de maximale uitstoot? Zo ja, is dit gebruikelijk bij dit type vergunningen en wat is hiervoor de reden? Bent u bereid om in overleg met de OZHZ deze vergunning openbaar te maken en inzicht te geven in de maximaal toegestane uitstoot alsook de daadwerkelijke uitstoot?
Dit klopt niet. De vergunning, met daarin de maximaal toegestane uitstoot, is voor iedereen in te zien op de website van de Omgevingsdienst (zie: http://www.ozhz.nl/bedrijfsdossiers/chemours). De emissies van de stoffen gebruikt bij de GenX-technologie worden door Chemours niet afzonderlijk gerapporteerd in het zogenaamde PRTR-verslag5, maar zijn, conform de regelgeving, onderdeel van het totaalcijfer aan emissies van vluchtige organische stoffen.6 De stoffen worden wel door Chemours afzonderlijk gemonitord. Deze meer gedetailleerde data worden als onderdeel van het valideringsproces van het PRTR-verslag door de toezichthouders van de Omgevingsdienst bij controle op de fabriek jaarlijks ingezien. Hierbij is tot op heden geconstateerd dat de emissies binnen de vergunning zijn gebleven.
Wordt er op Europees niveau reeds overwogen om GenX op te nemen op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen? Zo ja, in welk stadium zijn de gesprekken hierover en op welke termijn wordt een besluit verwacht? Zo nee, waarom niet en bent u bereid hierover in overleg met uw Europese collega’s te treden? Is het feit dat uit onderzoek van het RIVM blijkt dat het «aannemelijk» is dat GenX giftig is voor mensen reden genoeg om de stof op deze lijst te zetten? Zo nee, waarom niet en wat is dan wel voldoende reden?
Met de informatie die het RIVM verzamelt, wil ik ook op Europees niveau de discussie aangaan over de eigenschappen van FRD-903. Omdat Duitsland al eerder heeft aangekondigd de stof in 2017 te onderzoeken, gebruik ik onze bevindingen om samen op te trekken met mijn Duitse collega. Het gaat hier om een zogenoemde stofevaluatie in het kader van de REACH-verordening.
Het feit dat een stof toxisch (giftig) is voor mensen, is niet voldoende reden om deze op de lijst van substances of very high concern (SVHC) te zetten. Immers, veel stoffen zijn giftig voor mensen als de blootstelling hoog genoeg is. De criteria zijn in artikel 57 van de REACH-verordening gegeven, waarbij elk van deze criteria op zich voldoet om te kwalificeren als SVHC:
– kankerverwekkend;
– mutageen;
– reprotoxisch;
– persistent, bioaccumulerend en toxisch (zgn. PBT-stoffen);
– zeer persistent en zeer bioaccumulerend;
– stoffen van gelijke zorg, zoals hormoonverstorende stoffen.
Zoals ik in antwoord op vraag 1 van het lid Ulenbelt (SP) aangaf, heb ik het RIVM verzocht om FRD-903 juist ten aanzien van deze criteria tegen het licht te houden (en daarnaast de gegevens over de emissies te beoordelen).
Wanneer verschenen de eerste onderzoeken over het gevaar van PFOA? Hoeveel tijd zat er tussen deze eerste rapporten en het verbod op het gebruik van PFOA? Is het in uw ogen verantwoordelijk opnieuw een risico voor zo’n periode te nemen met het gebruik van GenX? Zo ja, waarom? Zo nee, welke actie gaat u ondernemen om dit niet nogmaals te laten gebeuren?
De stof PFOA is (nog) niet verboden. Zoals u in antwoord op eerdere vragen is gemeld7, wordt in de EU een verbod voorbereid, maar is de industrie al eerder vrijwillig begonnen met het uitfaseren van PFOA; het laatste bedrijf in de EU dat PFOA produceerde, is daarmee in 2010 gestopt. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de brief van 6 juni 2016 aangegeven dat het onderzoek in het bijzonder gaat om het in kaart brengen van de feiten omtrent het gebruik van de stoffen DMAC en PFOA, de destijds gehanteerde werkprocessen en de daarbij behorende risicobeheersingsmaatregelen die het bedrijf destijds hanteerde. Het RIVM brengt de op verschillende momenten geldende regelgeving over de specifieke stoffen in kaart.
In het antwoord op vraag 2 is aangegeven dat emissie-eisen ook gesteld worden zonder Europese kwalificatie als SVHC. Wat FRD-903 betreft, heb ik op dit moment geen aanwijzingen dat het bevoegd gezag onverantwoordelijk met de emissie-eisen omgaat. De Omgevingsdienst geeft aan dat de vergunde jaarlijkse emissie van FRD-903 meer dan gehalveerd is vergeleken met de vergunde PFOA-emissie uit de revisievergunning van 1998.
Waarom zijn bij het onderzoek naar een verbod op PFOA niet ook stoffen met toxicologisch gezien dezelfde eigenschappen, zoals GenX, betrokken? Bent u bereid dit in het onderzoek naar een eventuele verbod op GenX wel te doen? Zo nee, waarom niet?
Elke stof wordt afzonderlijk geclassificeerd en geregistreerd in het Europese systeem. Dat is ook verstandig, omdat geringe verschillen tussen stoffen toch betekenisvol kunnen blijken te zijn. Desondanks wordt in Europa wel de samenhang binnen stofgroepen in ogenschouw genomen, zoals bij de groep van perfluorverbindingen. Duitsland en Noorwegen hebben een voorstel ingediend tot een verbod voor PFOA. Het gebruik van FRD-903 als alternatief voor PFOA is de reden dat Duitsland een stofevaluatie gaat uitvoeren voor die stof. Zoals gezegd, ben ik van plan om hierbij aan te sluiten. Een eventueel verbod is pas aan de orde als de stof blijkt te voldoen aan de SVHC-criteria en de risico’s niet adequaat worden beheerst.
Hoe betrouwbaar is de uitspraak van Chemours dat de blootstelling aan GenX «heel ver onder de niveaus ligt waarop eventuele effecten zijn waargenomen in de laboratoriumtesten»?8 Kunt u hierbij betrekken dat Dupont in ieder geval al sinds 1993, en mogelijk al sinds de jaren ’70, op de hoogte was van de gevaren van PFOA maar dit niet met de Nederlandse overheid deelde en de stof bleef gebruiken9?
Het is pas te zeggen hoe betrouwbaar deze uitspraak is als daar onderzoek naar is gedaan. In het hierboven genoemde RIVM-onderzoek vindt een onafhankelijke beoordeling plaats, op basis van de beschikbare informatie, van de effecten van het niveau van eventuele blootstelling van omwonenden aan FRD-903. Hierbij worden de eigenschappen van FRD-903 en de maximale toegestane emissies volgens de vergunning in beschouwing genomen. Zie voor de werknemersaspecten het antwoord op vraag 3 en het antwoord op vraag 1 van het lid Ulenbelt (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3335).
Een belangrijk verschil met de situatie in 1993 (en de jaren ’70) is dat sinds 2007 de REACH-verordening van kracht is, waardoor producenten en importeurs van stoffen dossiers moeten aanleveren om aan te tonen dat veilig met de stoffen kan worden gewerkt.
GenX is een technologie waarbij ter vervanging van PFOA een hulpstof wordt gebruikt die in de omgevingsvergunning wordt aangeduid als FRD-903 (ammonium 2,3,3,3-tetrafluoro-2-(heptafluoropropoxy)propanoate (CAS-nummer 62037-80-3)). Zie ook: https://www.chemours.com/Industrial_Bakery_Solutions/en_GB/assets/downloads/Chemours_GenX_Brochure_Final_07July2010.pdf.
gO.1 is een subklasse van de stofcategorie van gasvormige organische stoffen (met uitzondering van methaan).
Verslag in het kader van het Pollutant Release and Transfer Register (PRTR), voorheen het Milieujaarverslag.
De verzamelgroep wordt aangeduid als NM VOS: Vluchtige Organische Stoffen met uitzondering van methaan.
AD.nl, 9 mei 2016, http://www.ad.nl/dordrecht/b-en-w-laken-provincie-om-optreden-dupont~a792d540/
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3336.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.