Vragen van de leden Jacobi, Cegerek en Wolbert (allen PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het gebruik van de kankerverwekkende stof perfluoroctaanzuur (ook wel PFOA of C8) bij Dupont in Dordrecht. (ingezonden 2 oktober 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 28 oktober 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 350

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Hoe DuPont met teflon een ongekende milieuramp veroorzaakte. Ook in Nederland?»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 15

Is het waar dat perfluoroctaanzuur een fluorkoolstofverbinding is die van nature niet in het milieu voorkomt, maar inmiddels bijna overal in de bodem, het drinkwater en in voedsel aanwezig is?

Is er kennis over de schadelijkheid voor de volksgezondheid van perfluoroctaanzuur in grondwater en drinkwater?

Antwoord 2 en 15

Ja. Perfluoroctaanzuur is een fluorkoolwaterstof die niet van nature voorkomt, maar wel wordt gevonden bij metingen in het milieu en in voedsel en drinkwater. Metingen in oppervlaktewater zijn ruim voorhanden, metingen in bodem zijn er nauwelijks. In 2007 werden door heel Europa monsters van oppervlaktewater genomen op 122 meetlocaties. In 97% van de monsters werd PFOA aangetroffen.

Ter bescherming van consumenten is door het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) in 2008 een norm opgesteld voor de maximale dagelijkse inname (TDI) van PFOA. Deze bedraagt 1,5 microgram per kilo lichaamsgewicht. Deze norm is in het verleden door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gebruikt voor een risicobeoordeling voor de Nederlandse situatie2. De conclusie was destijds dat de blootstelling aan PFOA via drinkwater en voedsel geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid, aangezien de concentraties in voeding en drinkwater dusdanig laag zijn dat de dagelijkse inname ver onder de TDI blijft.

Vraag 3

Wat is de wetenschappelijke kennis in Nederland en het buitenland over de schadelijkheid van perfluoroctaanzuur voor de gezondheid?

Antwoord 3

Een overzicht daarvan kan onder andere worden gevonden in het dossier3 dat ten grondslag lag aan de plaatsing van deze stof op de Europese lijst van zeer zorgwekkende stoffen onder de REACH-verordening4.

Vraag 4

Klopt het dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) perfluoroctaanzuur in 2013 toevoegde aan de lijst van zeer zorgwekkende chemische stoffen?

Antwoord 4

Ja. Naar aanleiding van onder meer de plaatsing van de stof op de Europese lijst van zeer zorgwekkende stoffen (zzs) heeft het RIVM de stof op de Nederlandse zzs-lijst geplaatst.

Vraag 5

Is het waar dat de Deense regering onlangs het gebruik van teflon in bakpapier, pizzadozen en ander verpakkingsmateriaal voor voeding heeft verboden vanwege de gezondheidsrisico’s van perfluoroctaanzuur en de Europese Commissie heeft gevraagd om de EU-regels rond fluorkoolstoffen zo snel mogelijk aan te scherpen?

Antwoord 5

Naar opgave van de Deense autoriteiten bestaat inderdaad de wens om Europese regels voor het gebruik van organische fluorverbindingen in voedselcontactmaterialen op te stellen, maar een daartoe strekkend verzoek heeft de betrokken diensten bij de Europese Commissie nog niet bereikt.

Overigens kent Denemarken geen verbod op PFOA in de genoemde producten. Wel is er sprake van een voorstel voor signaalwaarden voor de aanwezigheid van organische fluorverbindingen in papier en karton bestemd voor contact met voedingsmiddelen. Bij overschrijding van de signaalwaarden zou een aanvullende risicoanalyse moeten plaatsvinden.

Vraag 6

Is het waar dat de Raad van ministers van de EU in mei heeft uitgesproken achter een complete, wereldwijde ban te staan van perfluoroctaanzuur in consumentenproducten?

Antwoord 6

De EU heeft in mei tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van verdragspartijen bij het Verdrag van Stockholm uitgesproken de bestaande, onder dit wereldwijde verdrag nog toegelaten gebruiken van perfluoroctaansulfonaat (PFOS) zoveel mogelijk te willen beperken. Dit naar aanleiding van een aanbeveling die het zogenaamde POP Review Committee op dit punt gedaan had.

Daarnaast heeft de EU dit voorjaar bij het secretariaat van dit verdrag het voorstel ingediend om perfluoroctaanzuur (PFOA) aan het verdrag toe te voegen5. Hierdoor zou op termijn het gebruik van deze stof wereldwijd uitgefaseerd moeten worden. Hoe breed een verbod wordt, en of dit al dan niet het gebruik in consumentenproducten afdekt, is afhankelijk van de onderhandelingen die hierover met de verdragspartijen gevoerd gaan worden.

Vraag 7

Is het waar dat de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) met betrekking tot het mogelijke risico voor kanker het voorzorgsprincipe heeft gehanteerd en dat de productie van perfluoroctaanzuur met ingang van dit jaar in de Verenigde Staten verboden is?

Antwoord 7

Nee. PFOA en een groot aantal gerelateerde verbindingen maken onderdeel uit van het PFOA Stewardship Program van het EPA. Dit programma is erop gericht om de bedrijven die PFOA produceren vrijwillig de productie uit te laten faseren. Naar opgave van de EPA is dit programma succesvol en zal er door de deelnemende bedrijven, die vrijwel het gehele productievolume vertegenwoordigen, aan het eind van dit jaar geen PFOA meer geproduceerd worden.

Vraag 8

Is het waar dat in de VS 3.500 zaken tegen het bedrijf DuPont zijn aangespannen wegens vervuiling en ziekte bij de productie van teflon?

Antwoord 8

Ja, er lopen onder meer bij het federale gerechtshof van Columbus (Ohio) duizenden zaken die door inwoners van de staten Ohio en West-Virginia aangespannen zijn tegen DuPont.

Vraag 9

Is het waar dat DuPont tot 2012 in Dordrecht teflon heeft geproduceerd met behulp van perfluoroctaanzuur?

Antwoord 9

Ja.

Vraag 10 en 11

Is het waar dat er tussen 2005 en 2013 bij DuPont in Dordrecht een bloedmonitoringsprogramma voor medewerkers bestond, waaruit bleek dat medewerkers van DuPont extreem hoge doses perfluoroctaanzuur in hun bloed hadden?

Zijn de onderzoeksgegevens van het interne gezondheidsonderzoek van DuPont gedeeld met de overheid?

Antwoord 10 en 11

Het betreffende bedrijf heeft de onderzoeksgegevens niet met Inspectie SZW gedeeld. Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijf om de gegevens met de Inspectie SZW te delen als deze daar aanleiding toe geven. Recentelijk is bekend geworden bij de Inspectie SZW dat een deel van de werknemers heeft deelgenomen aan een bloedmonitoringsprogramma. De reden tot het instellen van dit programma en de resultaten van dit programma zijn niet bekend bij de Inspectie SZW.

Vraag 12

Is het waar dat door de overheid nooit specifiek onderzoek is gedaan naar de mogelijke vervuiling van perfluoroctaanzuur in de omgeving van Dordrecht? Zo ja, bent u bereid onderzoek te laten doen naar de gezondheidseffecten van het gebruik van perfluoroctaanzuur bij DuPont in Dordrecht?

Antwoord 12

Sinds de jaren ’90 is bekend dat op het terrein van DuPont (tegenwoordig: Chemours) een bodemverontreiniging aanwezig is met onder andere PFOA. In 1999 is in het kader van de Wet bodembescherming door DuPont een raamsaneringsplan opgesteld. Voor het raamsaneringsplan is de gemeente Dordrecht bevoegd gezag en Rijkswaterstaat is het bevoegd gezag voor de lozing op het oppervlaktewater. De voortgang van de sanering wordt jaarlijks gemonitord.

Daarnaast vormde de emissie van PFOA onderdeel van het onderzoek dat ten grondslag lag aan de vergunningen van het bedrijf. De vergunningverlening heeft volgens het bevoegd gezag, de provincie Zuid-Holland, steeds conform de geldende Nederlandse emissierichtlijn (NeR) plaatsgevonden, waarbij maxima aan de concentratie PFOA (20 mg/Nm3) en de jaarvracht (3.500 kg) zijn gesteld. In de laatste revisievergunning uit 2013 zijn geen emissie-eisen meer opgenomen voor PFOA, omdat de stof vanaf 1 september 2012 niet meer gebruikt wordt.

Ik vind het belangrijk om uit te sluiten dat er sprake kan zijn geweest van concentraties die geleid hebben tot gezondheidseffecten. Daarom zal ik het RIVM vragen om een onderzoek voor te bereiden waarin uitgezocht wordt tot welke concentraties PFOA in lucht en water de emissie kan hebben geleid en op basis hiervan een inschatting te maken van eventuele gezondheidseffecten.

Vraag 13

Zijn er bedrijven in Nederland die perfluoroctaanzuur hebben geproduceerd of dat nog doen of bedrijven die perfluoroctaanzuur hebben gebruikt in hun productieproces?

Antwoord 13

Het is niet uit te sluiten dat meer bedrijven in Nederland in het verleden PFOA hebben geproduceerd of gebruikt. Er is echter geen specifiek onderzoek naar historisch gebruik door Nederlandse bedrijven beschikbaar. Door de Europese Commissie is in 2009–2010 onderzoek gedaan naar productie, import en gebruik van PFOA in de EU6. Hieruit blijkt dat sinds 2004 nog maar één bedrijf in de EU PFOA produceerde. Dit bedrijf heeft de productie in 2010 gestaakt.

PFOA is niet geregistreerd bij het Europese Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA). Zonder registratie is productie en import in de EU in volumes groter dan 1 ton per jaar niet toegestaan op grond van de REACH-verordening.

Vraag 14

Wat is uw reactie op de uitspraak van het expertisecentrum PFOS, dat stelt dat Nederland achterloopt met betrekking tot het bewustzijn en wet- en regelgeving ten opzichte van fluorkoolstoffen?

Antwoord 14

Deze uitspraak wordt door mij niet gedeeld. Fluorkoolwaterstoffen vormen een zeer brede groep chemische verbindingen met vele toepassingen. De nadelige eigenschappen voor mens en milieu van een aantal fluorkoolwaterstoffen zijn aanleiding voor verregaande regulering, wereldwijd en in de EU.

Alhoewel zeer lage concentraties van PFOA zijn aangetoond in het Nederlandse milieu geven de beschikbare gegevens geen reden om specifieke, op de Nederlandse situatie gerichte maatregelen te nemen. De eigenschappen van deze groep stoffen en het feit dat ze in verschillende producten worden gebruikt maken een Europese of internationale aanpak noodzakelijk. Daarom is de regering nauw betrokken bij de initiatieven die in EU-kader ondernomen worden via de REACH-verordening en het Verdrag van Stockholm.


X Noot
2

C.W. Noorlander et al. (2011) Levels of Perfluorinated Compounds in Food and Dietary Intake of PFOS and PFOA in The Netherlands. Journal of Agricultural and Food Chemistry 59, 7496–7505.

X Noot
4

Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake registratie, evaluatie, autorisatie en restrictie van chemische stoffen (REACH-verordening).

X Noot
6

I. van der Putte et al., 2010. Analysis of the risks arising from the industrial use of Perfluorooctanoic Acid (PFOA) and Ammonium Perfluorooctanoate (APFO) and from their use in consumer articles. Europese Commissie, DG GROW.

Naar boven