Vragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de subsidie-imam angst zaait (ingezonden 7 april 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 2 juni 2016)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Waarom zaait subsidie-imam Elforkani angst?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2 t/m 8

Deelt u de zorgen over de maatschappelijke angstbeelden en verontrusting die op grond van het originele bericht zijn ontstaan? Zo ja, wat gaat u op grond hiervan ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Kunt u feitelijk en onderbouwd ingaan op het realiteitsgehalte van de waarschuwingen van de subsidie-imam, specifiek met betrekking tot de beweringen «dat de terroristische netwerken klaar staan» en «dat er binnen maximaal anderhalf jaar een aanslag in Amsterdam plaatsvindt, indien er niks gebeurt»?2

Is het door de subsidie-imam omschreven dreigingsbeeld en de door hem omschreven termijn van anderhalf jaar waarheidsgetrouw? Zo ja, op welke feiten heeft hij deze opmerking volgens u gebaseerd? Zo nee, wat vindt u van de onjuistheid van de beweringen en bent u bereid om het valse dreigingsbeeld door middel van een actief communicatiebeleid recht te zetten?

Heeft de subsidie-imam de informatie waarop hij zijn dreigingsbeelden baseert gedeeld met de autoriteiten? Zo ja, welke informatie is er gedeeld? Zo nee, deelt u dan de mening dat het niet delen van deze informatie, indien deze informatie bestaat, uiterst onverantwoord is?

Deelt u de mening dat het middels de voorpagina van een krant uiten van de waarschuwingen door de subsidie-imam een geval is van «gevaarlijke angstzaaierij»?3 Zo nee, waarom niet?

Wat waren volgens u de motieven van de subsidie-imam om zijn uitingen op de voorpagina van krant te doen?

Kunt u aangeven of de omschrijving van de subsidie-imam, namelijk dat «veel mensen in de wijken ervan (van jongeren in terroristische netwerken) weten, maar ervoor kiezen om hun mond te houden en deze jongeren te beschermen» juist is? Zo ja, waar is dit op gebaseerd en wat gaat u op grond hiervan doen? Zo nee, deelt u dan de mening dat dit een kwalijke verdachtmaking van welwillende Nederlanders betreft die niks van doen wensen te hebben met terrorisme?

Antwoord 2 t/m 8

Ik heb kennisgenomen van de uitspraken van dhr. Elforkani en zijn nadere toelichting daarop in De Wereld Draait Door. Ik ga niet in op vragen naar motieven van dergelijke uitspraken die op persoonlijke titel zijn gedaan. Ik begrijp wel de schrik die uit de uitspraken is voorgekomen. Zowel de schrik voor de veiligheidssituatie in Amsterdam als de schrik voor een verdere polarisatie gevoed door die angst in de samenleving. De ophef naar aanleiding van het artikel geeft ook aan hoe belangrijk het is zorgvuldig woorden te kiezen waar het gaat om dit thema.

Voor wat betreft de veiligheidsituatie heeft de gemeente Amsterdam aangegeven het beeld van dhr. Elforkani niet te herkennen. Er is geen sprake van nieuwe informatie waardoor anders zou blijken. De politie heeft op 4 april met dhr. Elforkani een gesprek gevoerd over zijn signalen. Ook daar is bevestigd dat het de politie geen nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Dhr. Elforkani heeft zelf toegelicht dat hij probeerde «de risico’s te benoemen», omdat de internationale ontwikkelingen hem zorgen baren. Hij spreekt over een handelingsverlegenheid in de gemeenschappen die niet weten hoe ze met radicalisering moeten omgaan. Daarbij geeft hij een belangrijk signaal af dat buurten en familie niet moeten wegkijken, maar juist een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bestrijden van radicalisering en terrorisme.

Het kabinet constateert dit ook en richt zich, met de uitvoering van de preventieve maatregelen uit het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme, juist op versterking van zowel de weerbaarheid van de gemeenschappen en van ouders en andere direct betrokkenen als op de samenwerking met de lokale overheid.

Vraag 9, 10 en 11

Acht u het verantwoord dat overheidspartijen samenwerken met een partij4 die ongefundeerde waarschuwingen de wereld in helpt via de media en tevens gangbare sociologische wetenschappelijke theorieën met betrekking tot de oorzaken van radicalisering van tafel veegt2? Zo ja, waarom wel? Zo nee, bent u bereid om de samenwerking als rijksoverheid met deze partij te staken en om gemeenten op te roepen om hetzelfde te doen?

Kunt u een overzicht geven van de projecten, en de bedragen die daarmee gepaard gingen, die de rijksoverheid (direct en indirect) heeft laten uitvoeren door de subsidie-imam en zijn bedrijven? Zo ja, wat hebben deze projecten opgeleverd? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat het thema radicalisering en de terroristische dreiging door sommigen met onzuivere intenties worden aangegrepen om subsidiegelden en daarmee inkomsten te verwerven? Zo ja, classificeert u dit ook als een «radicaliserings- en terrorisme industrie», maakt de subsidie-imam hier deel van uit en wat doet u hiertegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9, 10 en 11

Zowel voor de aanpak jihadisme als vanuit de bredere integratieonderwerpen wordt intensief samengewerkt met organisaties, vertegenwoordigers en sleutelfiguren uit de verschillende gemeenschappen.

Sommige organisaties krijgen binnen de geldende subsidiekaders ondersteuning voor de uitvoering van activiteiten die passen binnen de agenda integratie of de verschillende Actieplannen en -programma’s, zoals discriminatie, zelfbeschikking en aanpak Jihadisme. Ook krijgen verschillende organisaties opdrachten binnen de daarvoor geldende inkoopregels. Het gaat hier dan met name om kennis, expertise en netwerken die niet binnen de nationale of lokale overheid beschikbaar zijn. Ik ga hier verder niet in op individuele opdrachtverleningen.

Vraag 12, 13, 14 en 15

Kunt u aangeven of de «radicaliserings- en terrorisme industrie» wordt gefaciliteerd door de expertise-unit sociale stabiliteit? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Wat is het financiële budget van de expertise-unit sociale stabiliteit en voor hoeveel fte is er personeel aanwezig?

Kunt u een overzicht geven van de projecten die de expertise-unit sociale stabiliteit heeft uitgevoerd en van de middelen die aan deze projecten zijn besteed?

Kunt u een lijst verschaffen met een overzicht van de externe inhuur van personeel door de expertise-unit sociale stabiliteit en bij welke projecten er gebruik is gemaakt van externe inhuur?

Antwoord 12, 13, 14 en 15

Het budget van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (hierna: ESS) maakt onderdeel uit van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In totaal is 2016 is een bedrag van 2 mln begroot; het gaat daarbij met name om apparaatskosten en deels om programmabudget. Het betreft momenteel een inzet van 10 FTE. Dit aantal wordt nog uitgebreid zoals aangekondigd in de TK brief Versterking Veiligheidsketen d.d. 27 februari 2015.

In de voortgangsrapportages over het integraal actieprogramma Jihadisme, is genoemd wat ESS aan resultaten heeft geleverd (o.a. TK, 2015–2016, 29 754, nr. 326). Dit zijn onder andere:

  • Quickscan Radicalisering en Maatschappelijke Spanningen (toezegging gedaan tijdens het Kamerdebat d.d. 14 januari 2015).

  • Advies aan gemeenten bij het opstellen van hun plan voor preventieve aanpak van radicalisering.

  • Het verdiepende onderzoek «Triggerfactoren in het Radicaliseringsproces» (uitwerking van actiepunt 25f van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme) in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam dat op 12 oktober 2015 naar de Kamer is verstuurd5. Uit dit onderzoek wordt nu een tool ontwikkeld zodat de bevindingen uit het onderzoek kunnen worden toegepast in de praktijk.

  • Advies bij het ontwikkelen van een handreiking moskee-incidenten voor moskeeën, gemeenten, politie en anti-discriminatievoorzieningen.

  • Trainingen aan ca. 450 professionals in onderwijs en welzijnswerk in 2015; deze trainingen worden in 2016 ook aangeboden via onder meer Stichting School en Veiligheid.

  • Verbreding en uitbreiding netwerken: in 59 gemeenten zijn gesprekken gevoerd met diverse gemeenschappen, o.a. ter bevordering van de informatiepositie onder gemeenschappen zelf.

  • Meerdere bijeenkomsten over opvoeding en radicalisering, in samenwerking met het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders.

  • Start van een behoefte-onderzoek bij gemeenten en maatschappelijke organisaties met betrekking tot lokale spanningen rondom het toegenomen aantal vluchtelingen.

  • Organiseren van verschillende leerkringen voor gemeenten gericht op onder andere de preventie radicalisering en maatschappelijke spanningen.

Door de ESS worden geen subsidies verstrekt voor de uitvoering van projecten. Wel is er een beperkt aantal opdrachten gegeven, onder andere op het gebied van gespreksbemiddeling, organisatie van de werkconferentie, het samenstellen van lokale sociale kaarten, doorontwikkeling van trainingen en organisatieontwikkeling. De omvang van de externe inhuur bedroeg in 2015 ca. € 150.000,–

Vraag 16

Kunt u een overzicht geven van de bedrijven en (maatschappelijke) organisaties die bij de werkzaamheden en projecten van de expertise-unit sociale stabiliteit zijn betrokken?

Antwoord 16

Voor wat betreft projecten die door middel van externe inhuur zijn uitgevoerd, zie vraag 14. Naast organisaties die via externe inhuur betrokken zijn, werkt de Expertise-unit Sociale Stabiliteit samen met een netwerk van sleutelfiguren en organisaties op basis van vrijwillige inzet.

Vraag 17

Hoe is de wervingsprocedure voor het personeel van de expertise-unit in zijn werk gegaan?

Antwoord 17

Conform toezegging aan de Kamer6 zijn in eerste instantie de vacatures bij de ESS opengesteld voor de medewerkers van FORUM. Aansluitend bij de taakopdracht van ESS (kennisversterking onder gemeenten, professionals en gemeenschappen m.b.t. maatschappelijke spanningen en radicalisering, en versterken van vroegsignalering op deze terreinen) is in de selectieprocedure gericht gekeken naar verschillende functieprofielen die noodzakelijk zijn. Zo is gericht gezocht naar inhoudelijke kennis van sociale spanningen en radicalisering, relevante netwerken in gemeenschappen, gemeenten, en professionals en expertise op het terrein van communicatie, trainingen en professionals (onderwijs, hulpverleners).

Vraag 18, 19 en 20

Is er bij deze wervingsprocedure sprake geweest van het uitzetten van vacatures via een publiekelijk toegankelijk kanaal? Zo ja, bij hoeveel van de geworven personeelsleden betreft het een dergelijke procedure? Zo nee, waarom niet?

Is er gewerkt met een functieprofiel? Zo ja, welk functieprofiel? Zo nee, waarom niet?

Is er sprake geweest van het benaderen van potentieel personeel in het kader van de werving en is er gebruik gemaakt van wervingsbureaus? Zo ja, bij hoeveel van de geworven personeelsleden betrof het een dergelijke procedure?

Antwoord 18, 19 en 20

Zoals bij vraag 17 is aangegeven zijn in eerste instantie vacatures bij de ESS opengesteld voor de medewerkers van FORUM. Er zijn 4 oud-medewerkers van FORUM bij de ESS aangesteld. De expertise die in aanvulling hierop is aangetrokken is niet ingevuld via vacatures uitgezet via publiek toegankelijke kanalen. Het betreft hier specifieke functieprofielen waarvoor voor de eerste lichting medewerkers in de verschillende netwerken onder gemeenten, professionals en gemeenschappen gericht geworven is om een optimale aansluiting op deze netwerken te garanderen. In 2016 is in aanvulling daarop een tweetal profielen via www.werkenvoornederland.nl gepubliceerd.

Vraag 21

Zijn er doelbewust personen uit (maatschappelijke en politieke) organisaties door de expertise-unit sociale stabiliteit geworven? Zo ja, welke organisaties betreft het, met welke reden is dit gedaan en is er hiermee afgeweken van de standaardprocedure?

Antwoord 21

Er zijn geen leden doelgericht uit «maatschappelijke» noch «politieke» organisaties geworven. Alle huidige medewerkers van de ESS zijn geworven op basis van de profielen die zijn opgesteld. Deze profielen zijn gebaseerd op competenties, expertise en netwerk van de personen in kwestie.

Naar boven