Vragen van de leden Jan Vos (PvdA) en Van Tongeren (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken over de sluiting van kolencentrales (ingezonden 16 maart 2016).

Mededeling van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 4 april 2016)

Vraag 1

Kunt u aangeven waarom de eerder van overheidswege aangekondigde Carbon Capture and Storage (CCS) verplichting voor kolencentrales volgens u geen rol zou moeten spelen bij het eventueel betalen van een afkoopsom aan de energiebedrijven die nog kolencentrales exploiteren?1

Vraag 2

Bent u, in dat kader, op de hoogte van de duidelijke uitspraken van de Minister van het voormalige ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ten tijde van de vergunningverlening van deze kolencentrales?2

Vraag 3

Is het waar dat toen door de toenmalige Minister gesteld is dat binnen tien jaar zal worden toegewerkt naar een situatie waarbij CCS zal worden voorgeschreven en waarbij de kosten daarvan voor de exploitant zijn?

Vraag 4

Is het waar dat gesteld is dat de marktcondities voor centrales gebaseerd op fossiele energiebronnen niet meer hetzelfde zullen zijn en investeerders in nieuwe centrales zullen hiermee rekening zullen moeten houden?

Kortom, is het waar dat de exploitanten van kolencentrales allang wisten dat rond 2017 een CCS-verplichting zou worden opgelegd?

Vraag 5

Deelt u de mening dat daardoor de kosten van de CCS-verplichting in mindering kunnen worden gebracht op de waarde van de kolencentrales?

Kortom, deelt u de mening dat deze waarde veel minder is dan de steeds genoemde 6 miljard euro, die ten onrechte voorbij gaat aan reeds lang geleden aangekondigde financiële verplichtingen?

Vraag 6

Neemt u bij het bepalen van de waarde van de kolencentrales de afboekingen die E.ON, Engie, RWE en Vattenfall de afgelopen jaar op conventionele energiecentrales hebben gedaan mee?

Mededeling

Op 16 maart 2016 hebben de leden Jan Vos (PvdA) en Van Tongeren (GroenLinks) vragen gesteld over sluiting van kolencentrales (kenmerk 2016Z05440). Vanwege de voor de beantwoording benodigde interdepartementale afstemming is het niet mogelijk om de vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden. Ik streef ernaar uw Kamer uiterlijk eind april van antwoord te voorzien.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1737

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nrs. 2001 en 2002

Naar boven