Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2002

Vragen van het lid Duyvendak (GroenLinks) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over kolencentrales. (Ingezonden 1 juni 2007)

1

Bent u bekend met de plannen voor de bouw van vijf kolencentrales, te weten twee in de Eemshaven (RWE en NUON), twee op de Maasvlakte (E.ON en Electrabel) en één in Geertruidenberg (Essent) met een gezamenlijk vermogen van rond 5000 megawatt?

2

In hoeverre passen deze kolencentrales in de ambitie van 30% reductie van de emissie van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990?

3

Wat is de stand van zaken met de vergunningprocedure voor elk van deze kolencentrales?

4

Heeft er al contact plaatsgevonden met de toekomstige exploitanten van deze kolencentrales voor de toewijzing van CO2-emissierechten voor nieuwkomers of gaat dit in de nabije toekomst plaatsvinden? Zo ja, waaruit bestaat dit contact en wat is er besproken?

5

Bent u bereid ervoor te zorgen dat ófwel nieuwe kolencentrales evenveel emissierechten krijgen als nieuwe gascentrales van gelijk vermogen, ófwel dat de emissierechten van nieuwe centrales worden geveild, om zo een gelijk speelveld te creëren tussen kolen- en gascentrales en vuile technieken niet te belonen? Zo neen, waarom niet?

6

Waarom heeft u op 27 april jl. een intentieverklaring getekend met Nuon over het faciliteren van CO2-opslag bij de door Nuon gewenste kolencentrale in de Eemshaven, terwijl de Kamer in het AO op 15 maart jl. uitdrukkelijk heeft verzocht op het gebied van kolencentrales geen onomkeerbare besluiten te nemen en u via deze route impliciet de komst van een kolencentrale goedkeurt én faciliteert?

7

Wat betekent concreet dat u in deze intentieverklaring heeft toegezegd u te zullen inspannen voor «het wegnemen van eventuele barrières in en het creëren van nationaal beleid en/of regelgeving»? Betekent dit ook – aangezien aan CO2-opslag noodzakelijkerwijs voorafgaat dat er sprake moet zijn van CO2-productie – dat u de barrières wegneemt met betrekking tot de realisatie van de kolencentrale zélf? Zo neen, waarom niet?

8

Is het waar dat TenneT het hoogspanningsnet in de Eemshaven voor een bedrag van 85 miljoen euro gaat uitbreiden, met als voornaamste reden dat daarmee de kolencentrales in de Eemshaven aangesloten kunnen worden op het landelijk net?

9

Deelt u het standpunt dat de uitbreiding van het hoogspanningsnet om deze reden een politieke keuze is, die met de Kamer besproken moet worden, onder andere in het kader van het programma «Schoon en zuinig»? Zo neen, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Jansen (SP) en Samsom (PvdA), ingezonden 1 juni 2007 (vraagnummer 2060716820).

Antwoord

Antwoord van minister Cramer (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), mede namens de minister van Economische Zaken. (Ontvangen 28 juni 2007)

1

Ja. Gezien haar betrokkenheid, beantwoord ik uw vragen mede namens de minister van Economische Zaken.

2

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen van de leden Samsom (PvdA) en Jansen (SP).

3

Voor vier van de vijf bouwplannen (in Rijnmond en de Eemshaven) zullen naar verwachting op korte termijn vergunningen worden afgegeven.

4

In z’n algemeenheid komt de toewijzing van CO2-emissierechten aan de orde in het kader van het nationale allocatieplan. Voorzover nieuwe kolencentrales in bedrijf worden genomen vóór 2013 staat in het Nationaal Allocatie Plan II beschreven wat hiervoor de procedure is en hoe de hoeveelheid toe te wijzen rechten worden berekend. Het NAPII is het afgelopen jaar meerdere keren met uw Tweede Kamer besproken.

De procedure en methodiek van toewijzing van rechten na 2012 is onderwerp van de review van het Europese handelssysteem (ETS). Zoals u bekend zet het kabinet in op een versterkte Europese harmonisatie en op het zoveel mogelijk veilen van de rechten voor de elektriciteitsproductie. Verder stelt Nederland hierbij de positie aan de orde van grootverbruikers van elektriciteit die mondiaal concurreren en voor wie de doorberekening van kosten van CO2-rechten een concurrentienadeel kan betekenen.

5

Zie ook mijn antwoord op vraag 4. Voor de periode tot 2013 ligt de systematiek vast, voor de periode erna is het onderwerp van de herziening van de Europese richtlijn. Maar het kabinet is er voorstander van om een zo groot mogelijk deel (bijvoorkeur 100%) van de beschikbare emissierechten voor de elektriciteitsopwekking te veilen. Dit heeft tot gevolg dat kolencentrales veel meer rechten zullen moeten kopen dan aardgasgestookte centrales, tenzij de kolencentrales biomassa stoken of de CO2 afvangen en ondergronds opslaan.

6

Zoals u weet is de elektriciteitsproductie geliberaliseerd en is het kabinet niet meer in de positie dat zij bouwplannen goedkeurt of zou kunnen blokkeren. Onomkeerbare besluiten zijn dus niet aan de orde.

Voor mijn standpunt over kolencentrales verwijs ik u voor het overige kortheidshalve naar mijn beantwoording van de vragen van de leden Samsom (PvdA) en Jansen (SP).

7

Nee, dat betekent het niet omdat ik niet in de positie ben om de bouw van kolencentrales te kunnen blokkeren. Wel stel ik vanuit het milieubeleid, samen met de provincies die bevoegd gezag zijn bij de milieuvergunning, randvoorwaarden aan die bouw. Daarbij hoort dat nieuwe kolencentrales zijn toegerust op toekomstige toepassing van CCS (capture ready). Ik ben zeer content dat de producenten van elektriciteit dat kortgeleden hebben toegezegd. Verder wil ik samen met de initiatiefnemers van de nieuwe kolencentrales graag bevorderen dat CCS zo snel mogelijk, mijn inzet is binnen 10 jaar, stand der techniek wordt, hetgeen kan door samen enkele grote demonstratieprojecten te gaan opzetten. Dat is het belangrijkste doel van de intentieverklaring met Nuon en de provincie Groningen.

8

TenneT heeft de wettelijke plicht op aanvraag elke installatie aan te sluiten. De netcapaciteit rond de Eemshaven is thans onvoldoende om alle aanvragers van een nieuwe aansluiting te faciliteren. Naast de installaties van NUON en RWE, staat ook een groot aantal duurzame elektriciteitsproducenten in de rij om aangesloten te worden. In samenspraak met Tennet en de NMA is de minister van Economische Zaken akkoord gegaan met het voornemen van TenneT – indien nodig – voor een bedrag van M€ 85 te investeren in nieuwe netcapaciteit.

9

Nee. Ik herhaal hier graag dat de elektriciteitsproductie is geliberaliseerd en dat het kabinet niet meer in de positie is dat zij bouwplannen zou kunnen blokkeren. Evenmin heeft TenneT de titel het afsluiten van een kolencentrale te weigeren. Het hoogspanningsnet zal te allen tijde ten dienste moeten staan aan de markt, zowel de producenten als de consumenten. De beheerders van de netten moeten in een heldere en transparante omgeving kunnen werken en zullen juist gevrijwaard moeten worden van het maken van politieke keuzes.

Naar boven