Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over het gratieverzoek van een Nederlands staatsburger gedetineerd in een Amerikaanse gevangenis (ingezonden 17 februari 2016).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 23 maart 2016).

Vraag 1, 2, 3

Herinnert u zich uw brief van 18 november 2015 waarin u aangaf dat u voornemens was om naast het «parole» verzoek voor voorwaardelijke vrijlating op medische gronden, tevens een gratieverzoek van de heer Singh, zodra dit voorligt, op humanitaire gronden bij de Amerikaanse autoriteiten te zullen ondersteunen?1

Kunt u aangeven of dat gratieverzoek inmiddels voorligt bij de Amerikaanse autoriteiten? Indien ja, heeft u in dat geval het gratieverzoek inmiddels gesteund? Indien nee, waar ligt dat aan en wanneer verwacht u dat het verzoek wel zal voorliggen zodat u het kunt ondersteunen?

Klopt het dat de Minister-President eind januari 2016 in de Verenigde Staten een gesprek heeft gehad met gouverneur Brown? Is tijdens dat gesprek ook gesproken over de situatie van de heer Singh en het gratieverzoek? Zo ja, wat is daarover uitgewisseld en met welke uitkomst?

Antwoord 1, 2, 3

In mijn brief aan uw Kamer van 18 november 2015 (Kamerstuk 30 010, nr. 25) gaf ik aan dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken het parole-verzoek voor voorwaardelijke vrijlating op medische gronden bij de Amerikaanse autoriteiten heeft ondersteund. In mijn brief aan uw Kamer van 17 februari 2016 (30 010, nr. 26) gaf ik aan dat dit eveneens gold voor het gratieverzoek dat de heer S. ondertussen bij de Amerikaanse autoriteiten had ingediend. Tijdens een onderhoud van de Nederlandse ambassadeur in de Verenigde Staten met naaste medewerkers van de gouverneur is de Nederlandse steun op grond van humanitaire redenen onlangs opnieuw overgebracht. De Minister-President heeft de verzoeken andermaal ondersteund in een brief aan de gouverneur van Californië ter dankzegging voor zijn bezoek. Hiermee zijn de Amerikaanse autoriteiten goed bekend met de expliciete Nederlandse steun voor de verzoeken van de heer S.

Vraag 4

Op welke termijn verwacht u dat de Amerikaanse autoriteiten zullen beslissen op beide voorliggende verzoeken?

Antwoord 4

Ik wil niet speculeren over het antwoord op de vraag wanneer de Amerikaanse autoriteiten gaan beslissen op de verzoeken van de heer S.


X Noot
1

Kamerstuk 30 010, nr. 25.

Naar boven