Vraag 2, 3
In hoeverre deelt u de visie dat het uitnodigen van extremisten haaks staat op de
integratie en een gevaar vormt voor de openbare orde?
Bent u bereid de burgemeester van Almere te wijzen op de motie-Bontes om te allen
tijde geweldspredikers uit ons land te weren en op grond daarvan de betreffende geweldsprediker
alsnog te weren?2
Antwoord 2, 3
In de brief van het kabinet van 3 maart 2015(Kamerstuk 29 754, nr. 303) is reeds aangegeven dat visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame,
anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee
de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, niet welkom zijn. Over het weigeren
van visa van predikers uit visumplichtige landen die oproepen tot haat en geweld (maatregel
20f uit het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme) is uw Kamer 9 november 2015
nog geïnformeerd via de Vierde Voortgangsrapportage van het Actieprogramma (Kamerstuk
29 754, nr. 326).
Indien het komt tot een uitnodiging van een visumplichtige derdelander die oproept
tot haat en geweld heeft de rijksoverheid de mogelijkheid om het vreemdelingrechtelijk
instrument in te zetten. De mogelijkheden hiertoe hangen echter af van de verblijfstatus
van de prediker. Iedere casus wordt op zijn eigen merites beoordeeld.
De predikers waar in het desbetreffende artikel aan wordt gerefereerd hebben de Britse
en de Nederlandse nationaliteit. Met betrekking tot de Britse nationaliteit is van
belang dat volgens richtlijn 2004/38 aan een burger van de Unie alleen de toegang
geweigerd kan worden indien hij op grond van zijn persoonlijk gedrag een actueel,
werkelijk en ernstig gevaar vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving.
Over individuele casuïstiek doe ik geen uitspraken.
Ook voor niet-visumplichtige sprekers neemt het Kabinet het standpunt in dat het onacceptabel
is als zij onverdraagzaam gedachtegoed in Nederland propageren.
Hier is aandacht voor in de drie-sporen-aanpak zoals beschreven in de beleidsreactie
op de notitie «Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek» van 23 september 2015(Kamerstuk
29 614, nr. 38).
Indien zij rechtmatig in het Schengengebied verblijven worden niet-visumplichtige
predikers die oproepen tot haat en geweld beoordeeld op de boodschap die zij tijdens
hun verblijf uitdragen. Indien tijdens een bijeenkomst sprake is van strafbare feiten,
zoals het beledigen van personen, opruien tot geweld of haat zaaien tegen bevolkingsgroepen,
dan kan strafrechtelijk worden opgetreden.
Daarnaast heeft de burgemeester de mogelijkheid het preken op een specifieke locatie
onmogelijk te maken door het opleggen van een gebiedsverbod.
De aanpak van problematische gedragingen en activiteiten (waaronder het uitnodigen
van geweldspredikers) is nader uitgewerkt in de salafismebrief van 25 februari 2016
(Kamerstuk 29 614, nr. 39), waarin het Kabinet tevens is ingegaan op de 9 moties over salafisme.