29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 303 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE, VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2015

In het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme (Kamerstuk 29 754, nr. 253) heeft het kabinet gesteld radicalisering te willen tegengaan door verspreiders van jihadistische propaganda aan te pakken en te verstoren. Een van de maatregelen die hierbij genoemd is, is het weigeren van een visum voor predikers – uit visumplichtige landen – die oproepen tot haat en geweld (maatregel 20f). Het weigeren van een visum kan als personen een risico vormen voor de nationale veiligheid, de openbare orde en/of de internationale betrekkingen. Oproepen tot een gewapende strijd, geweld of haat zaaien tegen andere bevolkingsgroepen of gezindten, of het verkondigen van een anti-integratieve en/of antidemocratische boodschap1, kunnen een bedreiging vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Het Kabinet handelt hierbij op basis van het Schengen Acquis, in het bijzonder de EU-verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode)2 en de daarin vervatte weigeringsgronden, waaronder de bedreiging van de openbare orde en/of de nationale veiligheid. Bij de beoordeling van de risico's baseert de visumverlener zich op informatie en adviezen van de voor deze aspecten verantwoordelijke instanties in Nederland. Dit is ook op dit moment al deel van de procedure.

Uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, zijn niet welkom. Afwijkende gedachten en ideeën zijn op zich geen reden om iemand de toegang te weigeren. De vrijheden van godsdienst, meningsuiting en vereniging zijn essentieel voor onze democratie. In onze rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Maar deze vrijheden zijn niet onbeperkt. Zij vinden hun grens als de vrijheden van anderen in het gedrang komen, als mensen aanzetten tot haat of geweld of als de veiligheid in het geding komt. Wie in Nederland aanzet tot haat of geweld, zal strafrechtelijk worden aangepakt.

Om nadere invulling te geven aan maatregel 20f van het Actieprogramma wordt in het visumverleningsproces indringender gekeken naar de invulling van het openbare orde en nationale veiligheidsaspect. Hiertoe worden door de betrokken ketenpartners allereerst de behandel(risico) profielen aangevuld met extra criteria en een alerteringslijst van sprekers en/of referenten die extra aandacht vragen in de beoordeling. Het behandelprofiel wordt inhoudelijk opgebouwd met informatie van de voor openbare orde en veiligheid verantwoordelijke instanties en aangevuld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, in samenwerking met de IND. De alerteringslijst wordt opgesteld en bijgehouden door de NCTV. Deze behandel(risico) profielen (inclusief alerteringslijst) worden bij het binnenkomen van een visumaanvraag gebruikt om de aanvragen waar eventueel een verhoogd risico speelt te signaleren bij bovengenoemde ketenpartners. Voor de beslismedewerkers die werkzaam zijn bij vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland zal in het verlengde hiervan een training ter beschikking worden gesteld.

Een Schengenvisum wordt aangevraagd bij de Nederlandse ambassade of het Nederlandse consulaat in het land waar de aanvrager woonachtig is. Het Schengen Acquis biedt de mogelijkheid visa af te wijzen of toegang te weigeren indien sprake is van een bedreiging voor de openbare orde, nationale veiligheid en/of internationale betrekkingen. De visumaanvragen worden op basis van het behandelprofiel inclusief de alerteringslijst ten behoeve van een bindend advies voorgelegd aan de IND. Tijdens de fase van bindend advies wordt bij de AIVD informatie ingewonnen of er al dan niet sprake is van een (potentiële) bedreiging van de nationale veiligheid en bij de betrokken lokale driehoek of er al dan niet sprake is van een (potentiële) bedreiging van de openbare orde. Hierbij is grote zorgvuldigheid geboden met het oog op de in een rechtsstaat vereiste proportionaliteit en subsidiariteit bij het opstellen van dit advies. Op basis van het verstrekte advies beslist de Minister van BZ over de visumverlening.

Het streven is om – als daar aanleiding toe is – al bij de visumaanvraag een blokkade op te werpen voor toegang tot Nederland. Daarbij moet worden opgemerkt dat bij visumaanvragen niet altijd op dat moment kan worden bepaald of er sprake is van een bedreiging van de openbare orde. Daarom blijft ook nadrukkelijk de optie beschikbaar om reeds verstrekte visa – desnoods te elfder ure – in te trekken als er zich ontwikkelingen in die context voordoen of er nieuwe informatie beschikbaar komt die de toelating van een prediker tot ons land ongewenst maakt. Ook bij verrijking van de behandelprofielen kan het dus voorkomen dat een visum dat in eerste instantie is verleend, mogelijk later weer wordt ingetrokken op grond van de dan ontstane bedreiging van de openbare orde of de nationale veiligheid.

Gemeenten die kennis dragen van bijeenkomsten waar een spreker, geestelijk voorganger, prediker of imam zal optreden, waarbij mogelijk een anti-integratieve en/of antidemocratische boodschap wordt uitgedragen, wordt gevraagd hiervan melding te maken in de lokale driehoek. In de regel is er geen gemeentelijke vergunning nodig voor dit type bijeenkomsten. Door bespreking in de driehoek kan op lokaal niveau een inschatting worden gemaakt van de (potentiële) bedreiging van de openbare orde. De NCTV ondersteunt het lokaal gezag desgevraagd hierbij. Indien veranderde omstandigheden leiden tot een bedreiging van de openbare orde, kan de lokale driehoek besluiten deze informatie te delen met de IND ten behoeve van een herbeoordeling van de visumverlening. Ook in geval er nog geen visum is aangevraagd of verstrekt, wordt aan de lokale driehoek gevraagd om in het geval van een (potentiële) bedreiging van de openbare orde het Ministerie van BZ en de IND van deze bevindingen in kennis te stellen. Op deze wijze kan het Ministerie van BZ de betreffende vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland en/of regionale support office (RSO), alwaar de aanvraag mogelijk zal worden ingediend, in een vroeg stadium hiervan in kennis stellen, opdat de juiste vervolgstappen genomen kunnen worden.

Sprekers of predikers die rechtmatig in het Schengengebied verblijven, worden beoordeeld op de boodschap die zij tijdens hun verblijf uitdragen. Zij die een onverdraagzame boodschap uitdragen, zullen daarmee worden geconfronteerd, eventueel via strafrechtelijke weg.

Naar aanleiding van het intrekken van de visa voor de imams die naar Rijswijk zouden komen, heeft u het kabinet gevraagd om antwoord te geven op een zestal vragen. Deze vragen worden in een bijlage van deze brief beantwoord3. Daarnaast verzocht u de ingezonden schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1557), Azmani (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1559), Omtzigt en Oskam (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1555), Van der Staaij (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1558) en Schouw (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1554) over dit onderwerp eveneens te beantwoorden. Ook de antwoorden op deze vragen treft u als bijlage aan. Tevens zijn de antwoorden op de vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1556) toegevoegd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Bij aanvragen van een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid in het kader van «geestelijk voorganger of geestelijk bedienaar» wordt bij de vergunningverlening al een afweging gemaakt of sprake is (geweest) van anti-integratieve en/of antidemocratische uitlatingen.

X Noot
2

Verordening (EG) Nr. 810/2009 van het Europees parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode).

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven