Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken over de naheffing (ingezonden 8 juni 2015).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) mede ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 3 juli 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u zich bij herhaling op het standpunt gesteld heeft dat briefwisselingen met de Europese Commissie behoren tot het diplomatieke verkeer?

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Herinnert u zich dat Staatssecretaris Wiebes en u alleen al dit jaar meerdere keren brieven aan de Europese Commissie gewoon naar de Kamer gestuurd hebben, wanneer u het gepast vond om de Kamer te informeren zoals:

  • a. de reguliere rapportages aan de EU, zoals een tweede aanvullende begroting 2015 (Kamerstuk 21 501-03, nr. 85), de halfjaarlijkse notificatie over de EMU-schuld en EMU-saldo (Kamerstuk 34 000 IX, nr. 25), het Nederlandse stabiliteitsprogramma (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1249 en 1258) en de Nationale verklaring bij de begroting (Kamerstuk 34 150, nr. 2);

  • b. het antwoord op Europese consultaties, zoals die voor het Groenboek kapitaalmarktunie (Kamerstuk 22 122, nr. 1965);

  • c. brieven aan commissaris Moskovici en commissaris Vestager over bedrijfsbelastingen (Kamerstuk 25 087, nr. 25) en aan commissaris Hill over country-by-country reporting (bijlage bij brief van Staatssecretaris Wiebes van 2 juni over internationale belastingontwijking)?

Antwoord 2

Ja

Vraag 3

Bent u bereid alsnog de correspondentie over de naheffing, die betrekking heeft op de zesde aanvullende begroting 2014 aan de Kamer te doen toekomen, zoals meerdere keren gevraagd?

Antwoord 3

Nee. Voor dit antwoord verwijzen wij u naar het standpunt van de regering over de informatieplicht tussen het kabinet en het parlement dat is gegeven in de brief van 10 april 2015 jl.1

Vraag 4

Wilt u in ieder geval de communicatie uit Brussel (van de commissie en van de Permanente Vertegenwoordiging) van 17 oktober 2017 en de zienswijze van Nederland op het Eurowob-verzoek van de Telegraaf aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Indien u niet bereid bent om die documenten te versturen, hoe verhoudt zich dat dan tot de grondwettelijke informatieplicht van artikel 68 Grondwet?

Antwoord 5

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 6

Wanneer ontvangt de Kamer alle emailcorrespondentie ter inzage – zonder weggelakte stukken – zoals toegezegd in het vragenuurtje van 2 juni 2015?

Antwoord 6

De Kamer is toegezegd dat de documenten die onlangs zijn verstrekt aan en gewisseld met de Telegraaf, ook aan de Kamer zouden worden toegezonden. Dat is gebeurd op 5 juni jl.2 Er is geen toezegging gedaan dat deze stukken ongelakt gestuurd zouden worden.

Vraag 7

Kunt u precies per land aangeven, wanneer hoeveel naheffing betaald is, zodat wij kunnen zien welke grote en kleine naheffingen wanneer zijn afgedragen aan de Europese Unie?

Antwoord 7

In tabel 1 is allereerst aangegeven welke lidstaten wel en geen bruto naheffing hoefden te betalen.3 Alle lidstaten dienden een brutonaheffing te betalen, met uitzondering van Denemarken, Kroatië, Luxemburg, Oostenrijk, Polen, Slowakije en Finland.

In de kolom «te betalen in 2014» is aangegeven welke lidstaten in 2014 hebben betaald. In de kolom «te betalen in 2015» is aangegeven welke landen van plan zijn in 2015 te betalen. Dit moet uiterlijk op 1 september 2015 gebeuren.

Tabel 1

lidstaat

Bruto naheffing

Te betalen in 2014

Te betalen in 2015

Belgie

118.877.000

118.877 000

Bulgarije

36.472.000

0

36.472.000

Tsjechie

78.521 000

78.521.000

Denemarken

– 125.685.000

– 125.685.000

Duitsland

1.359.003.000

1.359.003.000

Estland

7.311.000

7.311.000

Ierland

112.176.000

112.176.000

Griekenland

221.982.000

221.982.000

Spanje

589.152.000

589.152.000

Frankrijk

562.251.000

36.978.000

525.273.000

Kroatië

– 1.419.000

– 1.419.000

Italie

1.502.273.000

328.290.000

1.173.983.000

Cyprus

53.725.000

0

53.725.000

Letland

24.573 000

24.573.000

Litouwen

7.516 000

7.516.000

Luxemburg

– 66.930.000

– 66.930.000

Hongarije

39.782.000

39.782.000

Malta

18.323.000

0

18.323.000

Nederland

1.103.422.000

1.103.422.000

Oostenrijk

– 57.094.000

– 57.094.000

Polen

– 26.803.000

– 26.803.000

Portugal

121.602.000

121.602.000

Roemenie

75.080.000

75.080.000

Slovenie

8.064.000

0

8.064.000

Slowakije

– 6.663.000

– 6.663.000

Finland

– 34.319.000

– 34.319.000

Zweden

190.111.000

190.111.000

Verenigd Koninkrijk

3.616.456.000

0

3.616.456.000

Total

9.527.759.000

4.095.463.000

5.432.296.000

Vraag 8

Kunt u precies aangeven op welke dag en door wie de Minister-President voor het eerst op de hoogte is gesteld van de mogelijkheid tot een naheffing en het bedrag, aangezien die vraag in alle voorgaande schriftelijke vragen, debatten en het vragenuurtje van 2 juni 2015 zorgvuldig ontweken is, wellicht omdat u de Kamer al verlaten had toen ik het punt opnieuw opbracht?

Antwoord 8

Hierover is uw Kamer bij de beantwoording van de Kamervragen op 3 november 2014 uitgebreid geïnformeerd.4 Specifiek betreft het de beantwoording van de Kamervragen 61 tot en met 66 en 71.

Vraag 9

Wanneer kan de Kamer de algemene voorstellen tegemoet zien over openbaarheid van correspondentie tussen de nationale regering en de Europese instelling en inzage in de geheime documenten van de Europese Commissie?

Antwoord 9

Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

Vraag 10

Begrijpt u dat het op dit moment voor het parlement zeer lastig is om de regering te controleren – toch een hoofdtaak van het parlement – als zoveel documenten die betrekking hebben op het werk van de regering in Brussel niet standaard of op verzoek openbaar gemaakt worden?

Antwoord 10

De regering herkent zich niet in dit beeld of de onderliggende suggestie dat regeringsstandpunten en -uitleg enkel ontvankelijk zijn na openbaring van de volledige ambtelijke en diplomatieke correspondentie terzake. Over de totstandkoming van de EU-naheffing zijn alle relevante feiten en argumenten aan de Kamer overgelegd en heeft de Minister van Financiën verantwoording afgelegd.

Vraag 11

Kunt u deze vragen binnen drie weken en dus voor het plenaire debat over de Voorjaarsnota beantwoorden?

Antwoord 11

Ja


X Noot
1

Kamerstukken 34 023, nr. 9

X Noot
2

Kenmerk BFB 2015–1277M

X Noot
3

Zie ook: http://ec.europa.eu/budget/news/article_en.cfm?id=201412041616 Tabel 1komt voort uit de amending letter op de zesde aanvullende begroting nadat de betalingsregeling is overeengekomen. In de link zijn de getallen in kolom nummer (2) negatief omdat ze verwijzen naar hoeveel er minder in 2014 hoeft te worden betaald (maar daardoor wel in 2015) ten opzichte van de originele zesde aanvullende begroting.

X Noot
4

Kamerstukken 21 501-03, nr. 80

Naar boven