Vragen van de leden Karabulut en Siderius (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat het toelatingsbeleid in Amsterdam scholen weer zwart maakt (ingezonden 25 maart 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 23 juni 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «toelatingsbeleid Amsterdam maakt scholen weer zwart»? Deelt u de zorgen van ouders en leerkrachten?1

Antwoord 1

Ik heb dit bericht voor kennisgeving aangenomen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onderwijs een belangrijke rol speelt in het bestrijden van segregatie? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik vind het belangrijk dat iedere school – ongeacht de samenstelling daarvan – een kwalitatief goede school is, zodat elke leerling optimale ontplooiingskansen kan krijgen. Er zijn veel faciliteiten beschikbaar voor leerlingen in achterstandssituaties in de vorm van de gewichtenregeling, impulsgelden, VVE, schakelklassen, weekend- en zomerscholen etc. Hierdoor worden de mogelijkheden voor leerlingen in een achterstandssituatie voor een goede onderwijsloopbaan en de kansen op een betere maatschappelijke positie vergroot. Door de verbetering hiervan kan de segregatie in de maatschappij afnemen.

Daarnaast hebben gemeenten en schoolbesturen op lokaal niveau de mogelijkheid om met elkaar afspraken te maken over het tegengaan van segregatie op schoolniveau.

Vraag 3

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het amendement van het lid Karabulut waarmee 400.000 euro wordt vrijgemaakt om ouderinitiatieven te ondersteunen voor het mengen van scholen? Is dit bedrag inmiddels vrijgemaakt voor ouderinitiatieven? Zo ja, welke initiatieven hebben financiële steun gehad? Zo nee, waarom niet?2

Antwoord 3

In het amendement van het lid Karabulut (2011) wordt aangedrongen op het ondersteunen van ouderinitiatieven voor het mengen van scholen, op inzet van ouderbetrokkenheid bij school en om opvoeding en taalachterstanden aan te pakken. Het mengen van leerlingenpopulaties op scholen op etniciteit van bovenaf is in mijn ogen echter niet gewenst. Vanuit het Rijk gaat het er vooral om dat wordt ingezet op kwaliteit in het onderwijs en de aanpak van taalachterstanden bij alle scholen. Zie het antwoord onder 2. Het is daarbij vooral van belang om scholen te ondersteunen waar leerachterstanden voorkomen. Op deze scholen zitten vaak veel migrantenkinderen.

Op versterken van ouderbetrokkenheid met betrekking tot onderwijs en van opvoedvaardigheden is de afgelopen jaren vanuit SZW stevig ingezet. Hiermee is invulling gegeven aan het amendement. Zo wordt een project in Rotterdam ondersteund waarbij een aantal scholen gestructureerd werkt aan het verbeteren van ouderbetrokkenheid en tegelijk geïnvesteerd wordt in het beter toerusten van de ouders. Ook worden op lokaal niveau ouderinitiatieven met betrekking tot opvoeding in de wijk ondersteund (Project Wijkacademies in Schilderswijk, Schalkwijk en Amsterdam-Oost). De methodieken die bij deze projecten worden ontwikkeld zullen ook in andere wijken worden ingezet. Naast het bovenstaande richt het interdepartementale Actieprogramma «Tel mee met Taal» zich op de leesbevordering van kinderen en op de aanpak van laaggeletterdheid. De «Aanpak Taal», gericht op ouders en kind samen, is een onderdeel van het Actieprogramma en behelst de bevordering van de taalvaardigheid van (migranten)kinderen en van hun laagtaalvaardige (migranten)ouders. SZW ondersteunt gemeenten bij het opzetten van een dergelijke aanpak.

Vraag 4

Bent u het eens met de conclusie van het onderzoek «Gescheiden werelden?», namelijk dat de keuze van ouders schoolsegregatie kan versterken? Zo ja, waarom? Welke rol spelen andere factoren, zoals de mobiliteit van ouders en de hoogte van de ouderbijdrage, volgens u bij het versterken van (school-) segregatie?3

Antwoord 4

In Nederland hebben ouders een hoge mate van vrijheid om een school van hun voorkeur te kiezen. In feite hebben de ouders de meeste invloed op de samenstelling van de school. De keuze van de ouders kan zowel de schoolsegregatie versterken als verminderen. In de praktijk gaan de meeste kinderen in de buurt naar de basisschool, waarmee de school vaak een afspiegeling van de samenstelling van de wijk vormt. Een ouderbijdrage mag geen belemmering vormen om tot de school te worden toegelaten, daarom is de ouderbijdrage vrijwillig. Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs blijkt geen significant verband tussen de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage en het percentage gewichtenregeling (ofwel het opleidingsniveau van de ouders). 4

Vraag 5

Welke taak ziet u weggelegd voor gemeenten om segregatie in het basisonderwijs te bestrijden? Welke gevolgen heeft dit voor het lokale toelatingsbeleid voor basisscholen? Bent u bereid om deze opvattingen te delen met gemeenten en scholen en om met een breed gedragen plan van aanpak te komen?

Antwoord 5

In de wet is geregeld dat de gemeente en de schoolbesturen ten minste eenmaal per jaar met elkaar overleggen over het voorkomen van segregatie.

Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om op lokaal niveau afspraken te maken en eventueel maatregelen te nemen. Ik zie geen verdere taak weggelegd voor de rijksoverheid.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ypma (PvdA), ingezonden 19 maart 2015 (vraagnummer 2015Z04944)


X Noot
2

Kamerstuk 33 000 VII, nr. 32

X Noot
3

Gescheiden werelden? Een verkenning van sociaal-culturele tegenstellingen in Nederland, SCP en WRR, oktober 2014.

X Noot
4

Kamerstukken II 2014/15, 31 293, nr. 247.

Naar boven