Vragen van de leden Klaver (GroenLinks) en Merkies (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën over het Nederlands verzet tegen country-by-country reporting voor internationaal opererende ondernemingen (ingezonden 15 oktober 2013)

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) en de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 6 november 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 440

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat de Nederlandse regering in Raadsverband «woordenrijk bezwaren aanvoert» tegen een EU-brede verplichting tot country-by-country reporting voor internationaal opererende ondernemingen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Klopt dit bericht? Zo ja, wat zijn de aangevoerde bezwaren?

Opereert de Nederlandse regering in EU-verband nog steeds in lijn met de motie-Merkies/Klaver2, het antwoord op de eerdere vragen van de leden Klaver en Merkies3, punt 10i van de conclusies van de Europese Raad van 22 mei jl.4 en de kabinetsreactie op het Sociaal Economisch Onderzoek-rapport Overige Financiële Instellingen en het International Bureau of Fiscal Documentation-rapport ontwikkelingslanden5?

Wat zal de Nederlandse positie zijn tijdens de volgende bijeenkomst van de werkgroep «company law» van de Raad op 22 oktober aanstaande?

Antwoord 2, 3 en 4

De Nederlandse regering heeft ten aanzien van voorstellen over rapportage van belastingbetalingen het standpunt uitgedragen zoals eerder door haar is verwoord in de antwoorden op genoemde vragen van de leden Klaver en Merkies en de kabinetsreactie op het SEO-rapport Overige Financiële Instellingen en het IBFD-rapport ontwikkelingslanden. Dat wil zeggen dat Nederland volop steun geeft aan het groeiende aantal internationale initiatieven tot bevordering van transparantie door middel van belastingrapportages. Daarbij heeft Nederland wel aandacht voor de mogelijk negatieve economische consequenties van publieke beschikbaarheid van deze informatie en voor een goede afstemming met reeds bestaande transparantieverplichtingen. Ook vindt Nederland het belangrijk dat wanneer er in de EU specifieke voorstellen worden gedaan, deze voldoende duidelijk zijn en de effecten voldoende in kaart worden gebracht. Op die manier kunnen de lidstaten zich een gedegen oordeel over het voorstel vormen, hetgeen de voortvarendheid van de besluitvorming bevordert. Nederland zal ook in de toekomst een positie langs de hiervoor geschetste lijnen innemen.

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen voorafgaand aan bovenstaande bijeenkomst van 22 oktober te beantwoorden?

Antwoord 5

Uw vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.


X Noot
1

Süddeutsche Zeitung, 10 oktober 2013; overgenomen op www.sven-giegold.de/2013/transparenz-nein-danke/

X Noot
2

Kamerstuk 25 087, nr. 38

X Noot
3

TK 2012–2013, aanhangselnummer 2329

X Noot
5

Kamerstuk 25 087, nr. 60

Naar boven