Vragen van de leden Van Dekken (PvdA), Huizing (VVD) en Bruins Slot (CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over kickboksen door kinderen (ingezonden 4 oktober 2013).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 november 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 395

Vraag 1

Kent u het bericht «Kickboksen: knock-out op je tiende»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Deelt u de mening dat kickbokswedstrijden waar kinderen aan deelnemen, en waarbij schoppen, stoten en trappen richting het hoofd zijn toegestaan, zeer onwenselijk zijn?

Antwoord 2

Ja, mede omdat een bescherming tegen het oplopen van (blijvende) hersenschade niet goed mogelijk blijkt.

Vraag 3

Deelt u voorts de mening dat de bonden in de kickbokswereld gezamenlijk afspraken moeten maken om dit te voorkomen?

Antwoord 3

Ja

Vraag 4 en 5

Bent u bereid de bonden ertoe te bewegen dergelijke afspraken te maken? Zo ja, hoe, en op welke termijn wilt u dat doen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat het bestaan van verschillende kickbokssportbonden een belemmering vormt bij het maken van heldere afspraken in deze sportsector en dat dit onwenselijk is? Hoe staat u tegenover de oprichting van een overkoepelende vechtsportbond? Bent u bereid de verschillende kickboksbonden hiertoe aan te zetten, om zo makkelijker tot oplossingen te komen?

Antwoord 4 en 5

Het blijkt in de praktijk voor de sector moeilijk te zijn op eigen kracht tot een eenduidig en voor iedereen geldig systeem van regels te komen. Regels voor alle organisaties, trainers, sporters, begeleiders, organisatoren, e.a. met ook een systeem van toepassing en handhaving ervan. Daartoe is een impuls van buitenaf nodig. Ik ben dan ook verheugd over het feit dat NOC*NSF hierin een voorname rol wil spelen. Ik wil niet bij voorbaat aangeven dat één overkoepelende sportbond daartoe de beste en enige oplossing is. Hoe de uiteindelijke organisatiestructuur er uit moet zien zal een uitkomst moeten zijn van het plan van NOC*NSF dat samen met betrokken organisaties en instanties zal worden uitgevoerd. Ik zal dat plan van NOC*NSF steunen, waarmee ik wil aangeven bereid te zijn de kickbokswereld op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. NOC*NSF is reeds met de voorbereidende werkzaamheden gestart en zal – naar verwachting – tegen de zomer van 2014 gereed zijn.

Vraag 6

Herinnert u zich eerdere vragen over dit onderwerp?2 Hoe oordeelt u, in het licht van deze nieuwe informatie, momenteel over de kwaliteit van de vechtsportdocenten, vooral waar het de begeleiding en bescherming van kinderen betreft?

Antwoord 6

Ja.

De vereiste kwaliteit van vechtsportdocenten, het vastleggen en het monitoren daarvan moet onderdeel zijn van de benodigde regulering die een resultaat moet zijn van het initiatief van NOC*NSF. Ik wil er wel op wijzen dat er ook situaties zijn waar de docenten wel over de vereiste kwaliteit beschikken en die – zoals ook uit de betreffende TV uitzending bleek – heel verantwoord hun lessen geven en hoofdstoten en trappen voor kinderen beneden de 16 jaar verbieden.

Vraag 7

Mocht het niet lukken door middel van afspraken met de bonden tot een oplossing te komen, welke mogelijkheden ziet u dan om jonge kinderen te beschermen tegen de schade die zij mogelijk oplopen tijdens deelname aan kickbokstrainingen en -wedstrijden?

Antwoord 7

Vooralsnog wil ik er niet van uitgaan dat het niet zal lukken. Wel wil ik ouders vast meegeven hun kind niet te laten trainen in situaties waar hoofdstoten en – trappen geoefend worden en toegestaan zijn.


X Noot
1

EO, De Vijfde Dag, 2 oktober 2013

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1451

Naar boven