Vragen van het lid Klever (PVV) aan de Minister van Economische Zaken over overheidssubsidie
voor duurzame energie (ingezonden 19 februari 2014).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 24 maart 2014).
Vraag 1
U zegt in uw antwoord van 9 december 2013 dat de innovatiesubsidies worden verstrekt
aan degenen die het initiatief tot het bouwen van dit park hebben genomen; kunt u
aantonen, bijvoorbeeld aan de hand van opdrachtbevestigingen voor de bouw, dat de
technische en financiële onzekerheden bij de bouw inderdaad voor rekening komen van
de initiatiefnemers en niet voor rekening van de leverancier(s) van de turbines?1
Antwoord 1
Leveranciers zullen risico’s die zij lopen altijd doorberekenen in de prijzen. Op
die manier komt de rekening altijd bij de projectontwikkelaar/initiatiefnemer terecht.
Vraag 2
De SDE+ subsidie vult de marktprijs aan tot aan de door de ondernemers aangegeven
kostprijs; hoe hoog was die kostprijs per kilowattuur waarop de SDE+ is gebaseerd
en wat is de werkelijke kostprijs, nu gebleken is dat de SDE+ subsidie onvoldoende
was?
Antwoord 2
Hierover is uw Kamer geïnformeerd bij brief inzake windpark Noordoostpolder van 17 november
2009 (31 239, nr. 75). Er is overigens geen sprake van SDE+ subsidie, maar de SDE subsidie zoals deze
in 2009 gold.
Vraag 3
In uw beantwoording van de vorige vragen geeft u aan dat de innovatiesubsidie van
€ 24 mln. voor de grote binnendijkse turbines nodig was voor locatie specifieke zaken
zoals de fundering; bevestigt u daarmee dat de bouw van deze grote turbines niets
nieuws is, omdat zij al eerder op andere plekken zijn gebouwd?
Antwoord 3
Op het moment van subsidieverlening waren molens van 6 – 8 MW nog niet of nauwelijks
gebouwd en al helemaal niet in zulke grote aantallen. Bovendien is de bouw op deze
locatie ingewikkeld in verband met de nabijheid van de IJsselmeerdijk en ook het natura2000
gebied, waarmee rekening moet worden gehouden.
De investeringssubsidie is goedgekeurd door de Europese Commissie, die er op toe ziet
dat niet teveel subsidie wordt uitgekeerd. Na de bouw zal nog een Milieusteunkader
toetsing plaatsvinden op basis waarvan nogmaals bekeken wordt of er niet teveel subsidie
is betaald.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat locatie specifieke zaken overal en altijd verschillend zijn
en derhalve geen aanleiding behoren te zijn tot het toekennen van een innovatiesubsidie?
Antwoord 4
De SDE+ is geen innovatiesubsidie. Er wordt echter wel vanuit gemeenten, provincies
en projectontwikkelaars gepleit om in de SDE+ meer rekening te houden met locatiespecifieke
omstandigheden. Niet voor niets is de categorie «wind in meer» in de SDE+ opgenomen
en wordt nu gestudeerd op de mogelijkheid van een categorie «wind op dijken».
Ten algemene ben ik het er niet mee eens dat locatiespecifieke factoren geen rol zouden
kunnen spelen bij innovatiesubsidies. Het kan juist innovatief zijn om technologieën
toe te passen op plaatsen waar dat niet eerder gebeurd is. Denk aan energieproductie
ver uit de kust (niet alleen wind op zee maar ook bijvoorbeeld olie- en gaswinning
op grote diepten), nieuwe toepassingen van zonne-energie op gebouwen, zeer diepe geothermie
etcetera. Ook op andere manieren kunnen locatieafwegingen een rol spelen bij subsidieverstrekking.
Denk bijvoorbeeld aan de regionale steunkaart, waarmee economische ontwikkeling en
bedrijvigheid in achtergebleven regio's gestimuleerd kunnen worden.
Vraag 5
De locaties voor de molens in het IJsselmeer liggen volgens de Milieueffectrapportage
(MER) op ca. 4 meter waterdiepte, veel minder diep dan die in de Noordzee en bovendien
ook veel dichter bij de kust; kunt u aangeven waaruit de extra problemen bestaan die
na de ervaringen met de bouw op de Noordzee per molen 1,9 mln. euro innovatiesubsidie
noodzakelijk maken?
Antwoord 5
Hierover heb ik u al geantwoord op 24 januari 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2013–2014, nr. 1033)
naar aanleiding van uw vragen op 24 december 2013. Zie daarvoor het antwoord onder
2 en 4.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de kosten zijn van het trafostation en van de hoogspanningskabel
die speciaal voor het windpark worden gebouwd? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?
Antwoord 6
Zoals al eerder aangegeven in mijn antwoorden op 24 januari 2014 (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2013–2014, nr. 1033) worden deze zaken niet speciaal voor het windpark aangelegd.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1033