Vragen van het lid Madlener (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Aboutaleb: Kijk uit voor Oost-Europeanen» (ingezonden 30 november 2012).

Antwoord minister Timmermans (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 15 januari 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aboutaleb: Kijk uit voor Oost-Europeanen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van burgemeester Aboutaleb dat de ellende niet te overzien zal zijn als straks duizenden Roma-zigeuners naar Nederland komen? Zo nee, hoe duidt u dan deze waarschuwing van uw partijgenoot?

Antwoord 2

Als gevolg van het vrij verkeer van werknemers is er de laatste jaren een toenemend aantal naar Nederland gekomen. Met de meeste arbeidsmigranten gaat het gelukkig goed. Er zijn echter ook problemen, zoals op het gebied van uitbuiting en huisvesting. Het vorige kabinet heeft daarom samen met gemeenten al maatregelen genomen. Het gaat om maatregelen op het terrein van voorlichting, registratie, werk en handhaving, sociale voorzieningen, huisvesting, inburgering en onderwijs en terugkeer. Het huidige kabinet zal dit beleid met kracht uitvoeren, zoals ook aangegeven in het regeerakkoord. In aanvulling hierop zal de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zoals aangegeven tijdens de begrotingsbehandeling2 op verzoek van het lid Kerstens (PvdA) een actieplan presenteren ter voorbereiding op de openstelling van de Nederlandse arbeidsmarkt voor Bulgaarse en Roemeense werknemers. Tevens zal de minister in samenwerking met de sociale partners kijken of er nog meer nodig is om schijnconstructies op de arbeidsmarkt aan te pakken en de CAO-handhaving te verbeteren. De Kamer zal hierover komend voorjaar door de minister schriftelijk worden geïnformeerd.

Voor een beschrijving van de maatregelen tot nu toe en de voortgang daarvan verwijs ik u kortheidshalve naar de relevante Kamerstukken.3

Vraag 3

Is het waarschijnlijk dat de komst van duizenden Roma-zigeuners naar Nederland leidt tot een stijging van de criminaliteit en overlast?

Antwoord 3

In het rapport Koopmans inzake Lessen uit Recente Arbeidsmigratie(Kamerstukken II 2011–2012, 32 680, nr. 4) wordt geconstateerd dat criminaliteit gepleegd in Nederland door mensen uit Midden- en Oost-Europa niet is toe te schrijven aan arbeidsmigranten, maar aan mensen die louter met een crimineel motief naar Nederland komen.

Vraag 4

Welke gegevens er zijn van de reeds in Nederland aanwezige zigeuners op het gebied van schooluitval, uitkeringsafhankelijkheid en criminaliteit?

Antwoord 4

Aangezien Roma als zodanig niet worden geregistreerd zijn er géén gegevens bekend over schooluitval en uitkeringsafhankelijkheid. Met verwijzing naar de toezegging van de regering in reactie op gerelateerde vragen tijdens het debat op 6 juni 2012 en het BNC-fiche van 29 juni 2012 (Kamerstukken II 2011–2012, 22 112, nr. 1435) wordt thans een kwalitatieve monitor van Roma ontwikkeld.

Voorts zij vermeld dat in de systemen van de politie en het Openbaar Ministerie etnische afkomst niet wordt geregistreerd.

Vraag 5

Welke maatregelen gaat het kabinet nemen om de mogelijke openstelling van de grenzen voor Roemenen en Bulgaren te voorkomen?

Antwoord 5

Het kabinet stelt de datum van openstelling van de grenzen voor Roemeense en Bulgaarse werknemers op 1 januari 2014 niet ter discussie. In het Verdrag dat de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie regelt, is in bijlage V vastgelegd dat lidstaten tot uiterlijk 1 januari 2014 beperkingen kunnen opleggen aan het vrije verkeer van werknemers. De enige mogelijkheid om deze datum te verlengen, is het openbreken van het Toetredingsverdrag, heronderhandelingen met Bulgarije en Roemenië over een nieuwe bepaling ter zake, waar alle lidstaten mee in moeten stemmen en vervolgens ratificatie daarvan door alle betrokken parlementen vóór 1 januari 2014. Afgezien van de vraag naar de wenselijkheid daarvan, acht het kabinet dit geen optie.


X Noot
2

Brief minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 12 december 2012, schriftelijke antwoorden op vragen over de SZW-begroting 2013.

X Noot
3

Zie voor de laatste voortgangsrapportage de brief d.d. 28 augustus 2012 van de vorige minister van SZW, Kamerstukken II, 2011–2012, 29 407, nr. 149.

Naar boven