Vragen van het lid Jan Vos (PvdA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het openblijven van de kerncentrale Borssele (ingezonden 25 oktober 2012).

Antwoord van minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 27 november 2012).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de ontwerpbeschikking ten aanzien van de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de eis, dat de kerncentrale Borssele (EPZ) moet kunnen aantonen dat de kerncentrale tot de 25% meest veilige ter wereld hoort, nog steeds van kracht is?

Antwoord

Ja. Het is één van de afspraken die gemaakt zijn in het convenant kerncentrale Borssele dat in juni 2006 tussen het Rijk en de eigenaren van de kerncentrale is afgesloten. Artikel 4 van het convenant bepaalt dat de kerncentrale Borssele blijft behoren tot de vijfentwintig procent veiligste watergekoelde en watergemodereerde vermogensreactoren in de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika en Canada. Het convenant is in het voorjaar van 2006 met uw Kamer besproken (TK, 2005–2006, 30 000 nr. 31).

Vraag 3

Welke methode zal moeten worden toegepast om dit aan te tonen?

Antwoord

Het convenant bepaalt in artikel 4 dat de convenantpartijen een internationale commissie van deskundigen instellen die de taak heeft om te beoordelen of de kerncentrale aan de afgesproken eis voldoet. De veiligheid wordt, voor zover mogelijk, beoordeeld aan de hand van gekwantificeerde prestatie-indicatoren. Voor zover geen kwantitatieve vergelijking mogelijk is met betrekking tot ontwerp, bediening, onderhoud, veroudering en «safety management» wordt de vergelijking gemaakt op basis van een kwalitatief oordeel van de deskundigen in de commissie. De commissie heeft inmiddels de beoordelingsmethode ontwikkeld en zal in de loop van 2013 haar eerste rapport uitbrengen (TK, 2009–2010, Aanhangsel 2425).

Vraag 4

Is het waar dat het onderzoek naar (haar-)scheurtjes in het reactorvat van Borssele uitgevoerd en beoordeeld moet zijn voordat levensduurverlenging daadwerkelijk plaats kan vinden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De eerstvolgende reguliere onderhoudstop van de kerncentrale Borssele vindt plaats in het voorjaar van 2013. Tijdens de stop zullen aanvullende metingen worden uitgevoerd om vast te stellen of ook bij de kerncentrale Borssele afwijkingen bestaan zoals die in het reactorvat in Doel 3 en in Tihange 2 worden gezien. Over de situatie met de Belgische reactorvaten en de overdraagbaarheid daarvan voor de kerncentrale Borssele is uw Kamer op 2 oktober jl. geïnformeerd (TK, 2012–2013, 25 422 nr. 95]. De resultaten van deze metingen en de beoordeling daarvan zullen in 2013 bekend zijn. Het onderzoek vindt dus plaats voordat de periode van verlengde bedrijfsduur op 1 januari 2014 ingaat.

Vraag 5

Wordt ook het grote 10-jaarlijkse onderzoek naar de status van (de veiligheid van) de reactor in Borssele in de besluitvorming meegenomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het 10-jaarlijkse veiligheidsonderzoek is niet meegenomen bij de besluitvorming voor de nu verleende vergunning voor bedrijfsduurverlenging van de kerncentrales Borssele. De vergunning is gebaseerd op specifiek daarvoor uitgevoerde veiligheidsstudies, met name gericht op de veroudering van de installatie. De nu lopende 10-jaarlijkse evaluatie van de veiligheid van de kerncentrale Borssele is een verplichting op grond van de huidige vergunning en is een specifieke invulling van het begrip »continuous improvement». De resultaten ervan zullen naar verwachting leiden tot aanpassingen en verbeteringen aan de installatie, en deels leiden tot een nieuwe aanpassing van de vergunning.

Vraag 6

Op welke manier worden de stresstests van de Europese Commissie in de besluitvorming meegenomen?

Antwoord

De zogenaamde «stresstest analyse» heeft geleid tot betere inzichten in de veiligheidsmarges bij de kerncentrale Borssele. Binnen de stresstest is specifiek gekeken naar de robuustheid van de kerncentrales tegen extreme externe invloeden en niet naar verouderingsaspecten. De resultaten van de stresstest leiden niet tot conclusies die gevolgen hebben voor de vergunning voor bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele. Op basis van de analyse in het kader van de stresstest zijn verbetermaatregelen geïdentificeerd ter vergroting van de veiligheidsmarges. Deze maatregelen worden de komende jaren door de kerncentrale Borssele ingevoerd.

Vraag 7

Kunt u een schets geven van het tijdspad van de verdere besluitvorming in combinatie met de resultaten van de diverse onderzoeken?

Antwoord

De ontwerpvergunning is op 24 oktober 2012 gepubliceerd. Inspraak op en beroep tegen deze ontwerpvergunning kan door een ieder ingesteld worden. Daarna zal ik beslissen over de definitieve vergunning. Vervolgens kan tegen deze vergunning in beroep worden gegaan bij de Raad van State.

De 10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie is nu gaande en zal eind 2013 klaar zijn. Eerder dit jaar is voor deze veiligheidsevaluatie het kader vastgesteld. Na 2013 zullen de op basis van de analyse voorgestelde aanpassingen worden uitgevoerd. De uitvoering van de maatregelen zal tot uiterlijk eind 2017 duren. Ook de verbetermaatregelen voortvloeiend uit de stresstest zullen de komende jaren worden gerealiseerd en zullen uiterlijk eind 2017 klaar zijn.

Vraag 8

Kan een Doel-3 Inspectie worden opgelegd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?

Antwoord

Ja, dat kan. De directeur Kernfysische Dienst (KFD) kan op grond van de vergunning nadere eisen stellen. In relatie tot Doel 3 heeft de KFD op verzoek van mijn voorganger een rapport opgesteld. De KFD concludeert dat het reactorvat in de Nederlandse kerncentrale Borssele niet vergelijkbaar is met het reactorvat van de Belgische kerncentrale Doel 3. De KFD stelt in haar rapport dat het reactorvat van de kerncentrale Borssele ook vandaag nog aan alle veiligheidseisen voldoet. Wel acht de KFD het noodzakelijk, in het kader van continue verbetering en internationale uniformiteit, dat er nieuwe metingen aan het reactorvat worden uitgevoerd. Daarbij stelt de KFD dat vanuit veiligheidsoogpunt het niet noodzakelijk is dat de metingen per direct plaatsvinden, maar dat hiermee kan worden gewacht tot de eerstvolgende onderhoudsstop in april 2013. De veiligheid van de kerncentrale Borssele is, naar aanleiding van de gevonden afwijkingen in de kerncentrales in België, niet in het geding.

Dit oordeel van de Kernfysische Dienst is op 2 oktober jl. (TK, 2012–2013, 25 422 nr. 95) naar uw Kamer verzonden.


X Noot
1

Volkskrant, blz. 24, 24 oktober 2012

Naar boven