Vragen van het lid Schouw (D66) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over het plaatsen van hongerstakers in een isoleercel (ingezonden 16 augustus 2013).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 september
2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 3212.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Hongerstakers nog altijd in kale isoleercellen
opgesloten»?1
Antwoord 1
Ja. De aanleiding voor het artikel is een uitspraak van de beklagcommissie uit de
Commissie van Toezicht bij het Detentiecentrum Schiphol.
Vraag 2
Heeft u de Nationale ombudsman toegezegd dat er geen hongerstakers meer in de isoleercel
zullen worden gezet?
Antwoord 2
De Nationale ombudsman heeft in 2010 in een rapport de aanbeveling gedaan om bij de
directeuren van de justitiële inrichtingen onder de aandacht te brengen dat wanneer
hongerstakers in een observatiecel worden geplaatst, in deze cel zoveel mogelijk faciliteiten
moeten worden geboden zoals in een reguliere cel (meubilair, televisie, radio, etc.)
en een hongerstaker andere kleding moet worden verstrekt dan scheurkleding. Bij brief
van 8 juni 2011 heb ik aan de Nationale ombudsman gemeld deze aanbeveling te zullen
overnemen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het plaatsen van mensen in een isoleercel een zeer vergaande
maatregel is en schadelijke effecten voor de betrokkene kan hebben?
Antwoord 3
Ik deel de mening dat het afzonderen van ingeslotenen een vergaande maatregel is.
Om die reden gaan de inrichtingen terughoudend om met deze maatregel. De maatregel
wordt overigens in de meeste gevallen toegepast met het oog op de bescherming van
de ingeslotene. Kortheidshalve verwijs ik naar het themarapport «Plaatsing in isolatie
in huizen van bewaring en gevangenissen» van de toenmalige Inspectie voor de Sanctietoepassing
(ISt) van mei 2012 en mijn beleidsreactie daarop die is opgenomen in mijn gebundelde
beleidsreactie op rapporten van de Inspectie Veiligheid en Justitie (TK, Vergaderjaar
2012–2013, 24 587, nr. 482).
Vraag 4
Hoe vaak zijn er in het afgelopen jaar mensen in een isoleercel geplaatst vanwege
een hongerstaking of dorststaking en voor hoe lang? Wanneer wordt besloten om iemand
weer uit de isoleercel te plaatsen? Welke voorwaarden worden daaraan gesteld?
Antwoord 4
In mijn brief van 15 mei 2013 (TK, Vergaderjaar 2012–2013, 19 637, nr. 1667) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het aantal personen dat in mei 2013 groepsgewijs
in honger- dan wel dorststaking is gegaan en het aantal personen dat in observatie
is geplaatst. Bij eerder genoemde gebundelde beleidsreactie heb ik uw Kamer geïnformeerd
over omvang en redenen voor de toepassing van afzondering in detentiecentra.
Uitgangspunt is dat een eet- en/of drinkstaker op een reguliere afdeling verblijft.
Een ingeslotene wordt pas onder cameratoezicht geplaatst en/of geïsoleerd als daar
een medische reden voor is (of bij wijze van ordemaatregel indien nodig). De maatregel
wordt beëindigd zodra geen grond voor observatie meer bestaat.
Vraag 5
Wanneer is de directie bevoegd cameratoezicht toe te passen bij hongerstakers? Is
het ook mogelijk om cameratoezicht, indien nodig, in de eigen cel te faciliteren?
Antwoord 5
De directeur is op grond van artikel 24 a Pbw bevoegd om te bepalen dat een ingeslotene
die in een afzonderingcel verblijft, door middel van een camera wordt geobserveerd
indien dit ter bescherming van de geestelijke of lichamelijke toestand van de gedetineerde
noodzakelijk is. Alvorens hij hiertoe beslist, wint hij het advies in van een gedragsdeskundige
onderscheidenlijk de inrichtingsarts, tenzij dit advies niet kan worden afgewacht.
In dat geval wint de directeur het advies zo spoedig mogelijk na zijn beslissing in.
Het is niet mogelijk om cameratoezicht op de eigen cel te faciliteren. Een reguliere
cel is onvoldoende overzichtelijk om door middel van cameratoezicht de veiligheid
van de ingeslotene te waarborgen. Bovendien verblijven de meeste vreemdelingen met
twee personen op cel waardoor het plaatsen van cameratoezicht zou ingrijpen op de
privacy van de celgenoot.
Vraag 6
Welke implicaties heeft de uitspraak van de commissie van toezicht voor het beleid
ten aanzien van het gebruik van de isoleercel in vreemdelingendetentie?
Antwoord 6
Conform mijn toezegging in reactie op het eerder genoemde rapport van de ISt van 2011
worden honger- en dorststakers geplaatst in afzonderingscellen met meer faciliteiten.
De hiervoor noodzakelijke aanpassingen van de afzonderingscellen in Detentiecentrum
Schiphol zijn in mei van dit jaar gereed gekomen.