19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1667 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2013

Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van 8 mei jl. van de Commissie Veiligheid en Justitie om mijn reactie op de berichten over honger- en dorststakingen van asielzoekers en gedetineerde vreemdelingen en op welke wijze ik omga met dergelijke situaties, in het algemeen en in deze specifieke gevallen in het bijzonder. In het navolgende zal ik uw Kamer een feitelijk overzicht verschaffen van de gang van zaken rond de hongerstakingen in het detentiecentrum Rotterdam (DCR) en het Justitieel Complex Schiphol (JCS). Daarna zal ik in algemene zin ingaan op het verschijnsel hongerstaking.

De ontstane situatie in JCS en het DCR

In het JCS en in het DCR is een aantal ingeslotenen een hongerstaking en/ of vochtweigering gestart. In JCS is de actie inmiddels afgelopen. In DCR gaat een kleine groep vreemdelingen nog door met zijn actie. In gesprekken met diverse functionarissen binnen het detentiecentrum geven de betrokken ingeslotenen aan zich principieel te verzetten tegen de insluiting in een detentiecentrum als consequentie van het Nederlandse vreemdelingenbeleid.

Zowel de hongerstakers in DCR als in JCS hebben hun grieven in brieven aan mij kenbaar gemaakt en beide brieven heb ik inmiddels beantwoord. Hieronder zal ik op hoofdlijnen het verloop van de voedsel- en vochtweigering beschrijven, evenals de ondernomen acties.

Justitieel Complex Schiphol

Op 30 april jl. heb ik de melding ontvangen dat sprake is van een hongerstaking in het JCS. Op dat moment was sprake van 6 hongerstakers, waarvan één ingeslotene ook vochtweigeraar was. Het betrof hier voornamelijk asielzoekers waarvan de asielaanvraag in Algemene Asielprocedure reeds was afgewezen. Daarop is het protocol «Weigering voedsel en/of vocht» toegepast. Conform dit protocol zijn alle hongerstakers en/of vochtweigeraars onder dagelijkse medische controle gesteld waarover ook dagelijks een medische rapportage is opgesteld ten behoeve van de monitoring van hun gezondheidstoestand.

Op 1 mei hebben zich 13 hongerstakers aangesloten bij de eerste 6. Om een goed beeld te hebben en te houden van de situatie, werden degenen die hun intentie kenbaar hadden gemaakt om deel te nemen aan de hongerstaking, vanaf dat moment in beeld gehouden op de afdeling waar ze verbleven en bij de medische dienst. Op enig moment betrof het maximale aantal ingeslotenen dat deelnam aan de actie 19 personen.

In het belang van hun gezondheid zijn op 7 mei 2013 zes hongerstakers en/of vochtweigeraars op grond van medisch advies in observatie geplaatst. In lijn met de terminologie van de Penitentiaire Beginselenwet gebeurt dit in een zogenaamde afzonderingscel. In sommige zaken speelde mee dat zij deelname weigerden aan de controle door een arts en dat alleen de voorzieningen in observatie afdoende gelegenheid boden hun situatie te monitoren. Zodra hun gezondheid dit weer toeliet of zij bereid waren om weer deel te nemen aan controle, zijn zij teruggeplaatst naar de afdeling. Dit is op 8 mei gebeurd.

Verder is op 5 mei één hongerstaker uit voorzorg overgeplaatst naar het Justitieel Medisch Centrum (JMC). Nadat betrokkene daar heeft gegeten en gedronken is hij vervolgens weer teruggeplaatst naar het JCS.

Bij een hongerstaking en/of vochtweigering kan een vertrouwensarts worden ingeschakeld als persoonlijk medisch adviseur van de hongerstakers. Deze onafhankelijke vertrouwensarts kan de ingeslotene op verzoek van advies en begeleiding voorzien tijdens de hongerstaking. Aan de hongerstakers en/of vochtweigeraars op JCS is een vertrouwensarts aangeboden, maar zij hebben hier geen gebruik van gemaakt.

Conform het huidige beleid verbleven de ingeslotenen zo veel mogelijk op de afdeling en het dagprogramma bleef ook beschikbaar voor de hongerstakers, zolang hun gezondheidssituatie dit toeliet. Eten en drinken werd aangeboden op de afdeling. Het medisch team van de instelling heeft zich intensief ingezet om de toestand van de hongerstakers nauwgezet te volgen en de hongerstakers voor te lichten over gezondheidsconsequenties. Gelet op de werklast van de medische dienst zijn bovendien ook verpleegkundigen uit andere justitiële inrichtingen ingezet.

Alle 19 personen die aanvankelijk onder het toepassingsgebied vielen van het protocol «Weigering voedsel en/of vocht» eten en drinken weer sinds 9 mei. Die dag zijn alle betrokken hongerstakers ook gecontroleerd door een arts. De arts stelde vast dat de gezondheid van de betrokken vreemdelingen geen aanleiding gaf tot bezorgdheid.

Detentiecentrum Rotterdam

Op 6 mei 2013 heb ik de melding ontvangen dat ook sprake is van een hongerstaking in het DCR als protest van de ingeslotenen tegen hun opsluiting. Het betreft veelal vreemdelingen die, al dan niet na een toelatingsprocedure te hebben doorlopen, Nederland dienen te verlaten. Net als bij de situatie in het JCS, is ook hier het protocol «Weigering voedsel en /of vocht» toegepast.

Alle hongerstakers en/of vochtweigeraars is aangeboden om te worden bezocht door een vertrouwensarts. Enkelen onder hen hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

De opvolgende dagen kent de groep hongerstakers een wisselende samenstelling. Op enig moment betrof het maximale aantal ingeslotenen dat deelnam aan de actie 77 personen, maar het aantal persisterende hongerstakers en vochtweigeraars neemt sindsdien wel met de dag af. Aan de actie in Rotterdam nemen op 14 mei nog 11 ingeslotenen deel, waarvan 9 in het DCR verblijven en 2 in het JMC. Diezelfde dag is evenwel ook geconstateerd dat 6 van de 9 personen die in het DCR verblijven, voedsel tot zich hebben genomen. Mede in verband met hun vochtweigering zijn twee personen op 12 resp. 13 mei op medische gronden overgebracht naar het JMC. Naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak van 14 mei in verband met een toelatingsprocedure, is één van de personen in het JMC dezelfde dag in vrijheid gesteld. Voorafgaand aan zijn invrijheidstelling heeft een arts een medische controle uitgevoerd en hem van voedingsadvies voorzien.

Op 8 en 9 mei zijn 2 hongerstakers, die tevens ook vochtweigeraar waren, in een observatiecel geplaatst. Uitgangspunt is weliswaar dat hongerstakers en vochtweigeraars op de afdeling blijven, maar voor beide personen was sprake van een psychische problematiek, op basis waarvan de arts en psycholoog heeft geadviseerd tot plaatsing in observatie.

Algemeen

Het verschijnsel hongerstaking is niet onbekend. In het verleden zijn vaker personen in het kader van het gevoerde vreemdelingenbeleid om allerlei redenen in hongerstaking gegaan, veelal om een negatieve beslissing op hun toelatingsaanvraag te herzien. Het standpunt over deze hongerstakingen is in het verleden steeds eenduidig geweest: een hongerstaking en/of vochtweigering is geen grond voor een beleidswijziging of verblijfsaanvaarding.

De wijze waarop het huidige Nederlandse immigratie- en asielbeleid is vorm gegeven, is het resultaat van zorgvuldige en weloverwogen keuzes met oog voor de belangen van de Nederlandse samenleving en de noden van het individu. Wie bescherming nodig heeft, krijgt bescherming. Wie om andere redenen dan bescherming naar Nederland is gekomen, moet voldoen aan de reguliere toelatingsvoorwaarden voor verblijf in Nederland.

Net als bij hongerstakingen in het verleden, ben ik dan ook van oordeel dat deze acties niet kunnen leiden tot het verlaten van de uitgangspunten van het democratisch tot stand gekomen immigratie- en asielbeleid of tot het omzetten van afwijzende beslissingen in individuele dossiers naar toewijzende beslissingen.

Wel draag ik er zorg voor om het verblijf in het detentiecentrum zo goed mogelijk te laten verlopen. Mijn medewerkers blijven daarom intensief met de hongerstakers in het detentiecentrum in gesprek om te bezien hoe ik zo goed mogelijk hieraan tegemoet kan komen.

Tot slot merk ik op dat de begeleiding van betrokkenen met grote inzet en betrokkenheid vorm is gegeven door het personeel van de betrokken uitvoeringsorganisaties. Naast aandacht voor de hongerstakers en/of vochtweigeraars wordt ook extra gelet op de overige ingeslotenen die zich niet als hongerstaker en/of vochtweigeraar hebben aangemeld.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven