Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de minister-president en de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het Openbaar Ministerie gevallen van majesteitsschennis toch zal aanpakken (ingezonden 25 april 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de minister president (ontvangen 22 mei 2013)

Vraag 1

Kent u het bericht dat het Openbaar Ministerie te Amsterdam zal optreden en aanhouden bij beledigende tegengeluiden rond de komende inhuldiging?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Hoe verhoudt zich deze beleidskeuze tot uw eerdere uitlatingen dat het aanpakken van majesteitsschennis tijdens de inhuldiging geen prioriteit is en dat de uitingsvrijheid «spijkerhard» is vastgelegd?2

Deelt u de mening dat het dus expliciet wel gaat om geprioriteerd optreden tegen majesteitsschennis? Zo nee, waarom niet?

Wat wordt nu het te voeren beleid tegen vermeende uitingsdelicten tijdens de inhuldiging? Deelt u de mening dat alles geuit moeten kunnen worden zolang niet opgeroepen wordt tot haat en geweld tegen wie dan ook? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3 en 4

Vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren vormen, zoals ik in mijn brief (Kamerstuk 33 400-VII, nr. 65) aan uw Kamer d.d. 26 april jl. heb gesteld in reactie op een verzoek van de vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie d.d. 24 april 2013, belangrijke waarden in onze democratie en grondrechten die dienen te worden gewaarborgd. De voorafgaand aan de troonswisseling door het lokaal bevoegd gezag gemaakte afspraken ten aanzien van mogelijk strafbare beledigende, discriminerende of opruiende uitingen hielden in dat eventueel optreden alleen zou geschieden in (voorafgaande) opdracht van het bevoegd gezag, waarbij de officier van justitie zou oordelen over de mogelijke strafbaarheid van uitingen.

Vraag 5

Vindt u ook dat de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis dezelfde bescherming tegen beledigende uitingen moeten krijgen als ieder ander en dat daarom de specifieke strafbepaling op majesteitsschennis kan worden geschrapt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ik deel deze mening niet. Zoals in het antwoord op de vragen van de leden Pechtold en Schouw (beiden D66) aan mij over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis (Vergaderjaar 2012–2013, Aanhangselnummer 1467) is toegelicht, zie ik geen aanleiding voor het schrappen van de betreffende bepalingen.

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen voorafgaande aan de komende inhuldiging op 30 april 2013 te beantwoorden?

Antwoord 6

Ik verwijs naar mijn brief (Kamerstuk 33 400-VII, nr. 65) aan u van 26 april 2013 in antwoord op het verzoek van de Vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie d.d. 24 april 2013.


X Noot
1

«OM: geen beledigende teksten», www.nos.nl 20 april 2013.

X Noot
2

Mondelinge vragenuur 5 februari 2013.

Naar boven