Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over kinderen die in Maastricht in drugs handelen (ingezonden 18 september 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 oktober 2012).

Vraag 1

Kent u de uitzending van PowNews waarin aandacht werd geschonken aan kinderen die in Maastricht betrokken zijn bij de verkoop van wiet?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2 tot en met 5

Is het waar dat jonge kinderen in Maastricht betrokken zijn bij de verkoop van wiet? Zo ja, deelt u de mening dat dit onacceptabel is en wat gaat u hiertegen doen? Zo nee, wat is dan niet waar aan de getoonde beelden?

Kent u al langer signalen van betrokkenheid van kinderen bij wiethandel in Maastricht of elders in Nederland? Zo ja, hoe lang kent u die signalen al, waar bestaan die uit en waarom hebt u niet eerder iets gedaan tegen wietverkoop door kinderen? Zo nee, hoe komt het dan dat u pas door een tv-uitzending op de hoogte bent geraakt van betrokkenheid van kinderen bij wietverkoop?

Deelt u de mening dat de werkelijke criminelen niet die jonge kinderen zijn, maar de handelaren en de criminelen die daarachter schuil gaan? Zo ja, wat gaat u met de informatie uit de tv-uitzending doen om de grootste criminelen op te kunnen pakken? Zo nee, waarom niet?

Wat is uw mening over het in de uitzending gelegde verband tussen enerzijds de opkomst van kinderen die bij de verkoop van wiet zijn betrokken en anderzijds het verminderen van het reguliere aanbod via coffeeshops ten gevolge van de introductie van de wietpas?

Antwoord vragen 2 tot en met 5

Daar waar straathandel zich voordoet pakt de politie deze aan. Als daarbij blijkt dat een straathandelaar minderjarig is dan leidt dit naast een strafrechtelijke aanpak tot een aanpak die erop gericht is de minderjarige terug te begeleiden naar school. Daarbij speelt de leerplichtambtenaar een sleutelrol. Deze ontvangt van de scholen of van de politie signalen over kinderen met verdenkingen van handel in drugs. Conform het onderwijs veiligheidsprotocol van de scholen worden deze signalen door de school met de schoolagent kortgesloten. De leerplichtambtenaar neemt deel aan het netwerkoverleg risicojongeren. Dit is een overleg dat door de procesmanager van het Veiligheidshuis wordt georganiseerd en waarin om de 2 weken jongeren worden besproken die op de een of andere manier in de problemen zijn gekomen. Problematische jongeren worden met meerdere ketenpartners in dit overleg besproken. Informatie en zorgsignalen worden zo uitgewisseld dat ingezette hulp beter wordt afgestemd. De overleggen zorgen ervoor dat alle betrokken partijen op één lijn zitten. Hiermee wordt het voortijdig schoolverlaten gereduceerd. Relevante informatie wordt door de leerplichtambtenaar aan (de zorgadviesteams van) de betrokken scholen teruggekoppeld.

Verder zal ik, zoals ik bij brief van 12 juli 2012 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 24 077 nr. 289) heb toegezegd, uw Kamer in oktober 2012 rapporteren over de ervaringen in de coffeeshopgemeenten in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Daarbij zal ik ook ingaan op de recente signalen uit gemeenten, en op de landelijke handhaving van het aangescherpte beleid. Daarnaast voert het WODC een breed onderzoek uit naar de effecten van het aangescherpte coffeeshopbeleid over de periode 2012–2014 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 24 077, nrs. 287 en 289). In het voorjaar van 2013 verwacht ik de tussenrapportage van dit evaluatieonderzoek.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat sommige kinderen een «carrière» in de blijkbaar lucratieve verkoop van wiet of andere criminele activiteiten verkiezen boven een goede scholing? Zo ja, wat gaat u doen om hier verbetering in aan te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Wanneer kinderen met de jeugdstrafrechtketen in aanraking komen, wordt systematisch aandacht besteed aan het belang van scholing. In de justitiële jeugdinrichtingen is onderwijs een standaard onderdeel van het dagprogramma. Ook door de jeugdreclassering en andere organisaties in de jeugdstrafrechtketen wordt – in samenwerking met scholen, gemeenten en werkgevers – gericht gewerkt aan het op school houden of weer krijgen van de jongeren die onder begeleiding en toezicht staan.

Vraag 7

In hoeverre wordt in Maastricht opgetreden tegen spijbelende kinderen? Is de spijbelambtenaar bekend met kinderen die in plaats van op school zitten, betrokken zijn bij de verkoop van drugs? Zo ja, wat doet hij hieraan? Zo nee, waarom is dat niet bekend?

Antwoord

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 2 tot en met 5.

Vraag 8

Bestaat er in Maastricht een gerichte «patseraanpak» waarmee jeugdige criminelen van hun met crimineel geld verdiende spullen worden ontdaan? Zo ja, wat zijn de resultaten daarvan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Maastricht kent wel een reguliere patseraanpak, maar geen patseraanpak die specifiek gericht is op jongeren omdat de noodzaak daarvan op dit moment ontbreekt. Mocht het nodig zijn, dan kan in een individueel geval worden besloten een jeugdige aan te melden voor de reguliere aanpak. Tot op heden is hiervan geen sprake geweest. Bij de afhandeling van specifieke strafzaken en bij de aanpak van criminele jeugdgroepen is steeds aandacht voor het afpakken van het door criminele activiteiten verkregen vermogen.

Vraag 9

Deelt u de mening dat een carrière bestaande uit een goede opleiding, afgerond met een diploma en gevolgd door een baan, voor jongeren aantrekkelijker zou moeten zijn dan het verdienen van geld met de verkoop van wiet? Zo ja, wanneer gaat u het eindelijk mogelijk maken dat jongeren die een vrijheidsstraf krijgen opgelegd tevens verplicht worden een diploma met een startkwalificatie te halen (motie-Marcouch over «terbeschikkingstelling aan het onderwijs»-maatregel2)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het behoeft geen betoog dat het volgen van een opleiding voor jongeren van groot belang is. Bij jongeren die met justitie in aanraking komen wordt daar systematisch aandacht aan besteed. Zo maakt onderwijs standaard deel uit van het dagprogramma in de justitiële jeugdinrichtingen. Ook door de jeugdreclassering, die toezicht houdt op jeugdigen met een voorwaardelijke sanctie, wordt het volgen van onderwijs opgenomen in de afspraken die met de jongeren worden gemaakt.

In reactie op de motie Marcouch over «terbeschikkingstelling aan het onderwijs» heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie uw Kamer op 25 juni 2011 laten weten dat het volgen van onderwijs als bijzondere voorwaarde in de wet wordt opgenomen (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 28 741, nr. 17). In december 2011 is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht, waarin genoemde wetswijziging is opgenomen, in consultatie gegaan.


X Noot
1

PowNews van 17september 2012

X Noot
2

Kamerstuk 32 500 VI, nr. 63)

Naar boven