24 077 Drugbeleid

Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2012

Op 21 juni 2012 verzocht de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie mij om aan te geven wanneer de Kamer de evaluatie van de clubpas zal ontvangen. Met deze brief reageer ik op dit verzoek.

Per 1 mei 2012 wordt in de zuidelijke provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland het aangescherpte coffeeshopbeleid gehandhaafd. Alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland kunnen toegang krijgen tot een coffeeshop op vertoon van een geldig identiteitsbewijs en op basis van lidmaatschap van de desbetreffende coffeeshop. Hiervoor zijn per 1 januari 2012 het besloten-clubcriterium en het ingezetenencriterium toegevoegd aan de gedoogcriteria in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. Per 1 januari 2013 geldt dit beleid ook in de rest van Nederland.

De lokale en regionale effecten van het nieuwe coffeeshopbeleid worden gemonitord. Van de ervaringen opgedaan in de zuidelijke provincies zal ik gebruik maken om de uitrol van het aangescherpte beleid in de rest van Nederland succesvol te laten verlopen. Begin oktober zal ik aan de Kamer rapporteren over ervaringen van de lokale driehoeken (burgemeester, politie en OM) in de coffeeshopgemeenten in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland met dit beleid. Daarbij zal ik aangeven hoe ik om zal gaan met deze bevindingen bij de landelijke uitrol per 1 januari 2013.

Zoals ik eerder aangaf in de brief d.d. 1 juni 2012 (Kamerstuk 20011/2012 24 077, nr. 287), voert het WODC een breed onderzoek uit naar de effecten van het aangescherpte coffeeshopbeleid over de periode 2012–2014. Afronding van dit onderzoek is voorzien in 2014. Ook over de uitkomsten van dit onderzoek zal ik de Kamer te zijner tijd informeren.

Ik vertrouw erop, dat ik u zo voldoende heb geïnformeerd.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven