Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de minister van Economie, Landbouw en Innovatie over het artikel «Delta twijfelt over Borssele 2» (ingezonden 4 november 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 16 november 2011).

Vraag 1

Heeft u kennis kunnen nemen van het artikel «Delta twijfelt over Borssele 2»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het feit dat eventuele investeringen in een nieuwe kerncentrale mogelijk niet rendabel zijn? Waar komt die plotselinge twijfel bij Delta volgens u vandaan? Is het investeringsklimaat voor energieproducenten volgens u drastisch veranderd in de afgelopen maand?

Antwoord 2

Investeren in een nieuwe kerncentrale is een zaak van de markt. Het is aan marktpartijen om zorg te dragen voor een goede business case en op basis daarvan een investeringsbeslissing te nemen, binnen de strenge randvoorwaarden die ik stel op het gebied van veiligheid, milieu en klimaat. Ik heb dan ook geen oordeel over de mate waarin een investering in een nieuwe kerncentrale al dan niet rendabel zou zijn. Wel vind ik een stabiel investeringsklimaat van belang. Daar zorg ik dan ook voor. In het Energierapport 2011 zijn daarvoor de kaders uiteengezet.

Vraag 3

Kunt u uw eerdere toezegging dat er geen publiek geld naar een nieuwe kerncentrale gaat herbevestigen? Kunt u bevestigen dat er geen cent publiek geld naar een nieuwe kerncentrale gaat? Ook niet als zou blijken dat de bouw van een kerncentrale zonder publiek geld onhaalbaar is?

Antwoord 3

Ik heb veelvuldig uitdrukkelijk aangegeven dat investeren in een kerncentrale een zaak van de markt is. Het is aan bedrijven en hun aandeelhouders (ongeacht of deze publiek of privaat zijn) om te beoordelen of er sprake is van een investering waarvan zij verwachten dat deze met een voldoende rendement terug te verdienen is, en op basis daarvan een investeringsbeslissing te nemen.

Dat betekent dat ik géén publiek geld zal inzetten om de business case van een kerncentrale te verbeteren, net zoals ik dat ook niet doe bij kolen- en gascentrales. Dit overigens in tegenstelling tot voorstellen van de fractie van GroenLinks die, net zoals de heer Boerma in het interview in het Financieele Dagblad, in het verleden heeft gepleit voor de introductie van een minimumprijs in de CO2-markt. Dit heeft tot doel investeringen in CO2-arme opwekkingscapaciteit te bevorderen. Zoals het lid Van Tongeren nu ook duidelijk wordt, is kernenergie ook een CO2-arme technologie en zou deze met een minimumprijs ook bevorderd worden. Een minimumprijs kan op verschillende manieren worden vormgegeven, maar kost linksom of rechtsom altijd geld: via bijvoorbeeld een overheidsgarantie op de CO2-prijs, wat inhoudt dat belastinggeld moet worden ingezet als de prijs onder een bepaald niveau zakt, of via een belasting op CO2-uitstoot, waarvan de kosten uiteindelijk door bedrijven in rekening gebracht worden bij de consument. Anders dan GroenLinks ben ik niet voornemens om CO2-arme technologie, zoals dus ook kernenergie, op deze manier te bevorderen. Het recht op publiek geld ter verbetering van de business case van installaties voor energieproductie is in mijn visie strikt voorbehouden aan hernieuwbare energieopwekking, waar ik 1,5 miljard euro per jaar voor uittrek.

Vraag 4

Heeft het kabinet gesprekken gevoerd met Delta over de financiering van een tweede kerncentrale? Zo ja, wat is daarin precies besproken met Delta? Heeft het kabinet ook met andere energiebedrijven gesproken over de financiering van een tweede kerncentrale? Zo ja, wat is met die bedrijven afgesproken? Bent u bereid de gespreksverslagen en correspondentie tussen het kabinet en energiebedrijven over kernenergie, indien nodig vertrouwelijk, met de Kamer te delen?

Antwoord 4

Noch ik, noch iemand anders binnen het kabinet heeft gesprekken gevoerd met DELTA of een andere partij over de specifieke vorming van een business case voor een nieuwe kerncentrale. Wel heb ik op een hoger abstractieniveau gesprekken gevoerd over de voortgang omtrent de gesprekken tussen DELTA, RWE en EdF. Aangezien het een project van nationaal belang betreft, vind ik het belangrijk goed op de hoogte te blijven van de voortgang van partijen op alle fronten, waaronder dus ook de financiering. Daarnaast is het moment waarop partijen voortgang verwachten te boeken voor wat betreft de financiering van belang voor het moment waarop men een vergunning zal aanvragen, en dus voor de procedures die ik als verantwoordelijke minister moet doorlopen. Wanneer financiering van een nieuwe kerncentrale in gesprekken tussen energiebedrijven en mijzelf ter sprake komt, geef ik aan wat ik ook medegedeeld heb aan uw Kamer: (a) investeren in een kerncentrale is een zaak van de markt; (b) samenwerking tussen partijen moedig ik aan, omdat ik het van belang acht dat er een sterk consortium van meerdere bedrijven gevormd wordt, wil de realisatie van een nieuwe kerncentrale kans van slagen hebben. Dit standpunt heb ik ook met uw Kamer gedeeld.2

Ik sta voor een open en transparante procedure. Niet voor niets heeft uw Kamer in mei van dit jaar volledige inzage gehad in alle correspondentie, zonder censuur, tussen de initiatiefnemers voor een nieuwe kerncentrale (DELTA en ERH) en mijzelf.3 Vanzelfsprekend informeer ik uw Kamer over alle belangrijke ontwikkelingen inzake een nieuwe kerncentrale. Geheel in lijn met het kabinetsbeleid, is er geen sprake van afspraken tussen energiebedrijven en het kabinet inzake financiering van een nieuwe kerncentrale. Er zijn dan ook geen verslagen of correspondentie over dit onderwerp die ik met u kan delen.

Vraag 5

Kunt u inzicht geven in de financieringsconstructie voor een tweede kerncentrale? Hoe staat het op dit moment met de gesprekken tussen Delta, RWE en EDF?

Antwoord 5

Nee. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 ben ik niet betrokken bij gesprekken over de business case en financieringsconstructies. Het is aan bedrijven om een goede financieringsconstructie op te zetten. Ik zie erop toe dat alle veiligheids- en milieueisen gewaarborgd zijn. Mij is bekend dat DELTA, RWE en EdF met elkaar in gesprek zijn.

Vraag 6

Gaat de regering de € 42,5 miljoen die in de begroting is opgenomen voor het vergunningverleningtraject schrappen nu onduidelijk is of er daadwerkelijk een vergunningaanvraag komt?

Antwoord 6

Nee. Zonder nadere berichtgeving daarover van DELTA en RWE4 ga ik er vanuit dat er een vergunningaanvraag zal komen, en dus bereid ik mij daarop voor. Verder merk ik op dat de genoemde € 42,5 miljoen niet alleen op de nieuwe kerncentrale betrekking heeft, maar ook op activiteiten ten behoeve van de bestaande kerncentrale en de eventuele komst van een nieuwe reactor voor nucleair onderzoek en de productie van medische radio-isotopen.

Vraag 7

Is het vooroverleg met Delta en de Energie Resources Holding, waar u het in de brief onder Kamernummer 32 645, nr. 29 over heeft, inmiddels van start gegaan? Bent u bereid alle correspondentie en gespreksverslagen van dit vooroverleg, indien nodig vertrouwelijk, met de Kamer te delen?

Antwoord 7

Nee, het vooroverleg is nog niet van start gegaan. Dat gebeurt pas nadat DELTA en RWE geantwoord hebben op mijn verzoek om hun planning aan mij te overleggen. Het is mijn intentie om over de voortgang van het vooroverleg maandelijks te rapporteren op de website van de Rijksoverheid. Rapportage aan uw Kamer door middel van toezending van alle verslagen en correspondentie met de initiatiefnemers is niet gebruikelijk en wijkt sterk af van het procedurele kader van vergunningverlening. De voorgeschreven procedures voor de vergunningverlening ingevolge de Kernenergiewet zijn neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Vraag 8

Hoe kijkt u aan tegen het feit dat steeds meer landen (bijvoorbeeld Duitsland, Italië en België) en bedrijven (bijvoorbeeld Siemens) stoppen met kernenergie? Is het economisch gezien wel aantrekkelijk als Nederland blijft spookrijden op de internationale energiemarkt?

Antwoord 8

Ieder land is vrij zijn eigen keuzes te maken ten aanzien van de energievoorziening. Dit kabinet beschouwt kernenergie als een belangrijke energiebron voor de komende decennia. Het belang van kernenergie is recent nog eens aangetoond door het International Energy Agency (IEA). In de World Energy Outlook 2011 concludeert het IEA dat het zonder kernenergie extreem moeilijk en kostbaar wordt om de mondiale klimaatdoelstelling te realiseren.5 De Nederlandse regering is dan ook absoluut niet uniek in haar standpunt. Landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Finland en Zweden voeren hetzelfde beleid. Buiten de EU is deze groep landen nog vele malen groter. Het beeld dat het kabinetsbeleid tegen de stroom in zou gaan, is dan ook feitelijk onjuist. De elektriciteitsmarkt is geliberaliseerd. Het is aan marktpartijen om een afweging te maken tussen vraag en aanbod en op basis daarvan investeringsbeslissingen te nemen. Het is dan ook aan hen om te bezien in hoeverre investeren in een kerncentrale economisch gezien aantrekkelijk is.

Vraag 9

Bent u bereid deze vragen voor het wetgevingsoverleg Energie op 21 november 2011 te beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 31 oktober 2011.

X Noot
2

Onder andere in de Kamerbrief inzake randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales (Kamerstukken 2010–2011, 32 645, nr. 1) en in de Kamerbrief inzake de aandelentransactie tussen Delta en RWE (Kamerstukken 2011–2012, 28 982, nr. 125).

X Noot
3

Zie Kamerstukken 2010–2011, 32 645, nr. 6.

X Noot
4

ERH is op 30 september 2011 overgenomen door Essent/RWE.

X Noot
5

International Energy Agency, World Energy Outlook 2011, p. 464–467.

Naar boven