Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over € 192 miljoen die schoolbesturen in het voortgezet onderwijs zouden oppotten (ingezonden 9 maart 2012).

Antwoord van minister Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 20 maart 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich de discussie tijdens het algemeen overleg van 15 september 2011, waarin u de Kamer voorhield dat met een motie, die de risicoreserves bij schoolbesturen voor primair onderwijs beoogt te binden aan maximumpercentages van de totale jaarlasten, beter gewacht kon worden totdat de commissie-Don medio 2012 een totaalbeeld kon geven?1

Antwoord 1

Ja; de aanbevelingen van de commissie Don impliceren immers al signaleringswaarden voor te hoge reserves en het extra onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de ca 400 «rijkste» besturen in PO en VO zal kunnen aangeven of en hoe dergelijke «norm’waarden kunnen worden toegepast.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het gegeven dat schoolbesturen in het voortgezet onderwijs in 2010 samen een buffer hadden die € 192 miljoen hoger was dan nodig was om eventuele financiële klappen op te vangen?2

Antwoord 2

Ofschoon het bedrag van € 192 miljoen voor mij niet herkenbaar is, stemt het globale beeld van de Elsevier-analyse wel overeen met het beeld uit het rapport van de Inspectie van het Onderwijs dat ik u op 22 december heb toegezonden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 293, nr. 130). In de aanbiedingsbrief daarbij heb ik aangegeven wat mijn beoordeling van het financiële beeld voor de VO-instellingen is. Ik constateer dat de reserves vanaf 2007 afnemen. Als dat beheerst gebeurt is dat een goede ontwikkeling. Waar de vermogens nog boven de signaleringswaarden uitkomen – wat bij steeds minder instellingen het geval is – richt de Inspectie zich daarover tot het bestuur. Kortom we zijn op de goede weg, maar we hebben nog een stuk te gaan.

Vraag 3

Ziet u in de gegevens over het voortgezet onderwijs reden om voor deze sector al eerder stappen te zetten, nu sommige schoolbesturen kennelijk, in een tijd dat de bezuinigingsvoorstellen ons om de oren vliegen, geld dat bestemd is om goed onderwijs te bekostigen in deze mate aanwenden om het op te potten? Zo ja, welke stappen gaat u zetten? Zo neen, waarom laat u deze zaak nog langer op zijn beloop?

Antwoord 3

Ik zie geen reden om nu verdere stappen te zetten, maar wacht eerst het rapport over het extra onderzoek van de Inspectie af. Dat kan immers aanwijzingen geven of en hoe het beoordelingskader van Don tot goede resultaten leidt. Bovendien zie ik in de gegevens dat we de goede kant op gaan. Voorts moet bedacht worden dat de noodzaak tot bezuinigen om structurele uitgavenverminderingen vraagt terwijl de bedoelde mogelijk nog inzetbare reserves eenmalig beschikbare middelen betreffen.

Vraag 4

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden vóórafgaand aan het algemeen overleg over voortgezet onderwijs van 15 maart 2012?

Antwoord 4

Nee, dat is niet meer mogelijk.


X Noot
1

Verslag van een algemeen overleg, Kamerstuk 31 293, nr. 123, blz. 35.

Naar boven