Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vermogensgrenzen van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (ingezonden 14 februari 2012).

Antwoord van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 maart 2012).

Vraag 1

Is het waar dat de wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad, provinciale staten en het algemeen bestuur van waterschappen om kwijtschelding van belastingen te verlenen, weliswaar is aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer, maar nog niet door gemeenten kan worden toegepast, omdat de «nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen» nog niet zijn aangepast?1 2

Antwoord 1

Dat is gedeeltelijk correct. De «Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen» zijn nog niet aangepast, echter wel is per 1 april 2011 een voorziening getroffen in de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990 (Stcrt. 2011, 5774), waarbij decentrale overheden de mogelijkheid wordt geboden aan kleine – vaak startende – ondernemers die een laag inkomen hebben, gehele of gedeeltelijke kwijtschelding te verlenen van hun privébelastingen. Voorheen kwamen zij door genoemde Uitvoeringsregeling vrijwel nooit in aanmerking voor kwijtschelding.

Vraag 2

Is het waar dat uit ambtelijk overleg is gebleken dat de verruiming van de vermogensgrenzen beperkter wordt dan voorgesteld in het wetsvoorstel? Zo ja, wat zijn hiervan de redenen en waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd? Is het juridisch en wettelijk gezien mogelijk om een wettelijk vastgelegde verruiming van de vermogensgrenzen voor kwijtschelding via nadere regels ongedaan te maken?3

Antwoord 2

Het wetsvoorstel 32 315 «Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad, provinciale staten en het algemeen bestuur om kwijtschelding van belastingen te verlenen» heeft een grondslag geschapen voor decentrale overheden in de genoemde wetten om op het punt van de normen welke gelden voor het in aanmerking te nemen vermogen af te wijken van de rijkskwijtscheldingsregeling zoals deze is opgenomen in de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990. De daadwerkelijke normen worden nader uitgewerkt in de genoemde «Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen».

Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is toegezegd om bij het uitwerken van de bedoelde nadere regels rekening te houden met de armoedeval, zoals de Tweede Kamer dat wenste. De effecten van de verruiming van de vermogensnormen in de kwijtscheldingsregeling op de armoedeval zijn nadien nader beschouwd. De uitkomst daarvan vindt u terug in de brief die zeer recent aan uw Kamer gezonden is met als onderwerp «Gevolgen voor de armoedeval van wijziging van de vermogensnorm in de decentrale kwijtscheldingsregeling». De wetswijziging betreft dus niet de verruiming zelf, maar schept de grondslag voor de minister om dit in lagere regelgeving te regelen. In eerder genoemde brief is aangegeven dat de verruiming momenteel niet wordt geëffectueerd voor mensen met een uitkering.

Vraag 3

Acht u het wenselijk dat de vermogensgrens voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt beperkt, waardoor ouderen die voor hun begrafenis sparen geen kwijtschelding ontvangen of mensen die op het peilmoment bijzondere bijstand of een teruggave van de Belasting op de rekening gestort hebben gekregen, geen kwijtschelding meer ontvangen, terwijl ze hier wel voor in aanmerking zouden moeten komen? Zo nee, welke maatregelen gaat u ondernemen om dit te voorkomen?

Antwoord 3

In de brief die ik noem onder antwoord 2 wordt uitgelegd waarom de vermogensgrenzen voor de kwijtschelding van decentrale belastingen nu niet worden verruimd voor particulieren. Het betreft hier geen inperking van de bestaande mogelijkheden, doch slechts het niet uitbreiden daarvan. Ten aanzien van mensen met uitsluitend een AOW-uitkering zijn de «Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen» recent gewijzigd (Stcrt. 2012, 2041. Die wijziging strekt ertoe om gemeenten, provincies, en waterschappen de mogelijkheid te geven het huidige niveau van kwijtschelding van lokale belastingen in stand te houden voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en die uitsluitend van AOW leven, ook als dat AOW-inkomen hoger is dan de toepasselijke bijstandsnormen.


X Noot
1

32 315

X Noot
2

Persbericht VNG – 15 juli 2011.

X Noot
3

Persbericht VNG – 23 september 2011.

Naar boven