Vragen van de leden Brinkman, Helder en Van Klaveren (allen PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over slechts een taakstrafje na mishandeling van een agent (ingezonden 6 januari 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Immigratie, Integratie en Asiel (ontvangen 9 februari 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1308.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Verbijstering over lage taakstraf na mishandeling agent»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Deelt u de mening dat dit soort straffen het rechtsgevoel van de burger enorm ondermijnt? Zo nee, waarom niet?

Hoe verhoudt de gegeven straf zich tot het voornemen geweld tegen de politie juist zwaarder te straffen?

Antwoord 2 en 4

Het past mij niet om mij uit te laten over het oordeel van de rechter. Wel kan ik over de eis ter zitting zeggen dat het Openbaar Ministerie mij heeft meegedeeld dat daarin helaas onvoldoende tot uitdrukking is gebracht dat er in dit geval volgens de officier van justitie sprake was van een poging tot zware mishandeling van een politieambtenaar in functie, waarbij letsel is ontstaan. Bij nader inzien had volgens het Openbaar Ministerie het eisen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede gelegen. Naar aanleiding van deze casus heeft de parketleiding gesproken met alle betrokken functionarissen om uit deze casus lering te trekken.

Het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak omdat het zich niet kan vinden in de kwalificatie van de bewezenverklaarde feiten en de strafmaat. De behandeling daarvan zal plaatsvinden op 15 februari 2012. Het vonnis is dus nog niet onherroepelijk.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de taakstraf als hoofdstraf uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt dient te worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het kabinet acht het behoud van de taakstraf in het sanctiestelsel van belang. Waar het gaat om het voorkomen van recidive is de taakstraf een relatief effectieve vorm van bestraffing. Wel vindt het kabinet dat een taakstraf ongeschikt is voor de bestraffing van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. De legitimiteit van en het maatschappelijk draagvlak voor taakstraffen worden ondergraven als taakstraffen worden opgelegd voor dergelijke ernstige misdrijven. Het kabinet hecht daarom aan een duidelijke positionering van de taakstraf als passende straf voor plegers van naar verhouding lichtere delicten. De wettelijke regeling die de mogelijkheden beperkt om een taakstraf op te leggen voor dergelijke misdrijven is deze maand van kracht geworden.

Bij de evaluatie van deze wetswijziging zal de vraag worden betrokken of de taakstraf, in plaats van een hoofdstraf, een bijkomende straf zou moeten worden.

Vraag 5

Deelt u de mening dat denaturalisatie en uitzetting van dit soort criminelen de meest passende en effectieve straf is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is op dit moment niet mogelijk. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel voor dat regelt dat het Nederlanderschap van rechtswege vervalt indien binnen vijf jaar na verkrijging daarvan een onherroepelijke veroordeling plaatsvindt voor een misdrijf waar twaalf jaar of meer gevangenisstraf op staat. Ook na wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap is het onwaarschijnlijk dat in een geval als het onderhavige aan deze voorwaarden wordt voldaan.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Marcouch (PvdA), ingezonden 6 januari 2012 (vraagnummer 2012Z00089, Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1327).


X Noot
1

Elsevier, 5 januari 2012.

Naar boven