Vragen van het leden Marcouch en Kuiken (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het geven van een taakstraf na mishandeling agent (ingezonden 6 januari 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 januari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1289

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Werkstraf van 20 uur na mishandeling agent»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat een 18-jarige jongen uit Utrecht een taakstraf heeft gekregen van 20 uur na mishandeling van een agent?

Antwoord 2

De politierechter te Utrecht heeft de verdachte op 4 januari 2012 veroordeeld voor mishandeling vanwege het geven van een enkele klap aan de agent. Betrokkene is veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en tot betaling van een bedrag van 200 Euro vanwege immateriële schade. De reclassering zal toezicht houden op de naleving van de bijzondere voorwaarden die de politierechter heeft opgelegd.

Vraag 3

Is het waar dat het Openbaar Ministerie (OM) in deze zaak een taakstraf eiste van 60 uur?

Antwoord 3

De eis die de officier van justitie ter zitting formuleerde behelsde een veroordeling voor een poging tot zware mishandeling en een taakstraf van 60 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en betaling van een bedrag van 450 Euro vanwege immateriële schade.

Vraag 4

Is het waar dat deze dader deel uit maakte van de criminele groep die een homostel en een Marokkaans gezin heeft weggeterroriseerd? Zo ja, waarom zijn deze feiten, het dader-cv en de context niet meegewogen bij de eis van het OM?

Antwoord 4

Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat deze verdachte niet is aangemerkt als lid van de jeugdgroep in Terwijde, die bekend staat onder de naam Componistengroep. Verdachte heeft volgens het uittreksel uit de justitiële documentatie een blanco strafblad.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het dader-cv en de context van het gepleegde altijd moet meewegen bij de eis van het OM?

Antwoord 5

Ja, en dat is volgens het Openbaar Ministerie in deze zaak ook gebeurd. De voorgeschiedenis van een verdachte blijkt uit het uittreksel van de justitiële documentatiedienst, dat zich in ieder strafdossier bevindt. Daarnaast verschaft het proces-verbaal in het algemeen informatie over de context van de zaak en eventuele bijzonderheden. Ook de reclasseringsrapportage en de behandeling ter zitting informeren de officier van justitie en de rechter nader over de omstandigheden van de persoon van de verdachte.

Vraag 6 en 7

Deelt u de mening dat deze taakstraf niet past bij de ernst van het gepleegde feit, zeker gezien de overheidscampagne om geweld tegen hulpverleners tegen te gaan en gelet op het verleden van deze dader?

Hoe kan het dat een ernstig feit als in onderhavige zaak wordt bestraft met een taakstraf en wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 6 en 7

Het past mij niet om mij uit te laten over het oordeel van de rechter. Wel kan ik over de eis ter zitting zeggen dat het Openbaar Ministerie mij heeft meegedeeld dat daarin onvoldoende tot uitdrukking is gebracht dat er in dit geval volgens de officier van justitie sprake was van een poging tot zware mishandeling van een politieambtenaar in functie, waarbij enig letsel is ontstaan. Bij nader inzien had volgens het Openbaar Ministerie het eisen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede gelegen. Naar aanleiding van deze casus heeft de parketleiding gesproken met alle betrokken functionarissen om uit deze casus lering te trekken.

Het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak omdat het zich niet kan vinden in de kwalificatie van de bewezenverklaarde feiten en de strafmaat. De behandeling daarvan zal plaatsvinden op 15 februari 2012. Het vonnis is dus nog niet onherroepelijk.

Vraag 8

Klopt het dat de urgentie bij het OM in Utrecht nog niet is doorgedrongen en wat gaat u doen om deze Utrechtse wijk te verlossen van deze criminele groepen?

Antwoord 8

De verantwoordelijkheid voor de aanpak van de problemen in deze wijk ligt primair bij de lokale partners. Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat het lokale parket goed op de hoogte is van de problematiek in de Utrechtse wijk Terwijde. Het parket is doordrongen van de noodzaak van strafrechtelijk optreden in de daarvoor geselecteerde gevallen. Vanaf het voorjaar 2011 vindt een intensieve groepsaanpak plaats waarbij de wijkpolitie, de gebiedsmanager van de gemeente en hulpverleners, zoals het jongerenwerk, nauw samenwerken. Er zijn op het parket een vaste officier van justitie en parketsecretaris verbonden aan deze groepsaanpak. De groep is conform de Bureau Beke-methodiek in kaart gebracht. Voor een aantal personen uit die groep is een individueel en integraal plan van aanpak opgesteld. Er vindt regelmatig casusoverleg plaats over deze personen en anderen in de wijk. Inmiddels zit een aantal van de personen uit deze groep vast.


X Noot
1

AD, 5 januari 2012.

Naar boven