Vragen van de leden Eijsink (PvdA), Hachchi (D66) en Jasper Van Dijk (SP) aan de minister van Defensie over de uitspraken van admiraal Venlet over de Joint Strike Fighter (JSF) (ingezonden 9 december 2011).

Antwoord van minister Hillen (Defensie) (ontvangen 7 februari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1078.

Vraag 1

Kent u de uitspraken van de admiraal Venlet over de problemen met de JSF in het artikel «JSF’s build and test was «Miscalculation» Adm. Venlet says: production must slow»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 6

Hoe oordeelt u over de constatering dat de mate van overlap tussen ontwikkelen, bouwen, testen en productie bij nader inzien een misrekening is geweest?

Welke rol hebben de waarschuwingen van de deskundigen over het risico van de overlap tussen ontwikkelen, testen en produceren, geuit tijdens de hoorzitting van april 2009, gespeeld in het verdere besluitvormingsproces met betrekking tot de Nederlandse deelname in de JSF ontwikkeling?

Antwoord 2 en 6

Bij de aanvang van het F-35 programma werd gedacht dat door de grootschalige toepassing van computersimulaties de ontwikkeling van de F-35 anders zou verlopen dan eerdere ontwikkelingstrajecten. Op grond daarvan is besloten relatief vroeg in het programma al grotere aantallen toestellen te produceren. Vice-admiraal Venlet zet in het interview uiteen dat deze benadering blijkt te leiden tot meer kosten dan oorspronkelijk verwacht. Om die reden heeft minister Panetta op 26 januari jl. aangekondigd dat de Verenigde Staten de komende jaren minder toestellen zullen afnemen teneinde de aanpassingskosten van de toestellen na aflevering te beperken.

Op grond van de beschikbare informatie heeft Defensie steeds het standpunt van het Pentagon gedeeld. Tijdens de hoorzitting van april 2009 zijn ervaringen besproken met eerdere ontwikkelingstrajecten van wapensystemen. Op dat moment was er nog geen reden aan te nemen dat de programmaopzet gewijzigd moest worden.

Vraag 3, 4 en 5

Is het u bekend dat de Amerikaanse rekenkamer U.S. Government Accountability Office (GAO) al enige jaren waarschuwt dat er in een JSF project een risico wordt genomen met het overlappen van ontwikkelen, bouwen, testen en productie? In welke mate zijn deze zorgen van GAO binnen het JSF Program office (JPO) besproken?

Welke conclusies zijn er door u binnen het JPO getrokken op basis van de waarschuwingen van de Amerikaanse rekenkamer?

Welke conclusies zijn er door u getrokken uit de eveneens door de Nederlandse Algemene Rekenkamer (ARK) gedane waarschuwingen over de risico’s die genomen worden met het overlappen van ontwikkelen, bouwen, testen en productie?

Antwoord 3, 4 en 5

Het GAO heeft de afgelopen jaren gewezen op risico’s als gevolg van de overlap van ontwikkeling, bouw, testen en productie. Deze waarschuwing komt terug in de Monitor over het project vervanging F-16 van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2009 (Kamerstuk 31 200, nr. 14). In de bestuurlijke reactie op deze GAO-rapporten heeft het Amerikaanse Ministerie van Defensie (waar het JPO deel van uitmaakt), zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 2 en 6, steeds gesteld dat de ontwikkeling van de F-35 vooral door de grootschalige toepassing van computersimulaties anders zou verlopen dan eerdere ontwikkelingstrajecten. In de reactie op het GAO rapport van 12 mei 2011 (Kamerstuk 26 488, nr. 269) wordt daarnaar verwezen. Defensie heeft op grond van de beschikbare informatie steeds het standpunt van het Pentagon gedeeld. Naar de huidige inzichten, op grond van de uitvoering van ongeveer 20 procent van het testprogramma, blijkt dat de ontwikkeling van de F-35 minder afwijkt van eerdere progamma’s dan verwacht.

Vraag 7 t/m 12

Wat zijn de extra bijkomende kosten voorkomend uit de nu geconstateerde gebreken voor het in aanbouw zijnde eerste Nederlandse testtoestel dat volgens planning in augustus 2012 geleverd gaat worden?

Voor wiens rekening zullen extra bijkomende kosten voor het in aanbouw zijnde eerste Nederlandse testtoestel komen?

Wat zijn de extra bijkomende kosten voorkomend uit de nu geconstateerde gebreken voor het  tweede Nederlandse testtoestel dat volgens planning in maart 2013 geleverd gaat worden?

Voor wiens rekening zullen extra bijkomende kosten voor het tweede Nederlandse testtoestel komen?

Wat zijn de gevolgen van de benodigde aanpassingen voor de totale aanschafprijs van het eerste Nederlandse testtoestel?

Wat zijn de gevolgen van de benodigde aanpassingen voor de totale aanschafprijs van het tweede Nederlandse testtoestel?

Antwoord 7 t/m 12

De onderstaande tabel bevat een overzicht van de geraamde bijkomende kosten van de twee aangeschafte toestellen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in gestegen productiekosten en kosten als gevolg van de concurrency problematiek. De in de tabel opgenomen kosten komen ten laste van het projectbudget vervanging F-16.

Extra productiekosten van het eerste toestel komen ten laste van Nederland. Voor het tweede toestel worden, conform het contract, kostenstijgingen tot aan de plafondprijs voor 50 procent gedragen door de fabrikant en voor de overige helft door Nederland. Boven de plafondprijskomen extra kosten volledig voor rekening van de fabrikant. Extra kosten van de twee toestellen als gevolg van de concurrency problematiek zijn voor Nederlandse rekening. In de brief die u gelijktijdig met deze antwoorden ontvangt treft u een nadere toelichting.

 

Toestel 1

LRIP-3

Toestel 2

LRIP-4

Aanvankelijke kostenraming toestellen

inclusief bijkomende middelen

€ 130,7

€ 106,4

Raming kostenstijging na voltooiing productie in procenten

14,00%

3,50%

Raming kostenstijging na voltooiing productie in euro’s

€ 18,3

€ 3,7

Raming kosten concurrency na voltooiing ontwikkeling

€ 9

€ 6,8

     

Huidige raming totale kosten toestellen

Inclusief bijkomende middelen

€ 158,0

€ 116,9

Alle bedragen in miljoenen euro’s, prijspeil 2011

Vraag 13, 14 en 15

Is het u al bekend wat de gevolgen van de huidige problemen zullen zijn voor de wijze waarop het JSF programma zal worden aangepast? Zo nee, op welke termijn verwacht u duidelijkheid over de verdere planning in het JSF project?

Is binnen het JPO al gesproken over een aanpassing van de planning in het JSF project?

Op welke wijze zult u de Kamer informeren over de gewijzigde planning in het JSF project?

Antwoord 13, 14 en 15

Zoals toegezegd in de brief van 1 juli 2011 (Kamerstuk 26 488, nr. 275) zal ik u informeren over de Amerikaanse besluitvorming zodra die gereed is. Naar verwachting zal begin februari duidelijkheid ontstaan over de Amerikaanse productieaantallen in de komende jaren. Over de planning van de ontwikkelingsfase zal naar verwachting in de weken daarna een besluit vallen. De Verenigde Staten zullen de partners informeren over de voortgang daarvan. Minister Panetta heeft op 26 januari jl. reeds aangekondigd dat de Verenigde Staten de komende jaren minder toestellen zullen afnemen teneinde de aanpassingskosten van de toestellen na aflevering te beperken.

Een Nederlands besluit over de vervanging van de F-16 wordt overgelaten aan een volgend kabinet. Naar verwachting zullen de eerste productietoestellen niet voor 2019 bij het Commando luchtstrijdkrachten instromen. Risico’s veroorzaakt door de gelijktijdige ontwikkeling en productie van de F-35 zullen tegen die tijd (2019) aanzienlijk zijn afgenomen omdat de ontwikkeling dan nagenoeg zal zijn voltooid.

Vraag 13

Kunt u een geactualiseerd overzicht geven van de door de partnerlanden geplande aantallen toestellen?  Kunt u een geactualiseerd overzicht geven van de door de partnerlanden geplande bestellingen?

Antwoord 16

Jaarlijks geven de partnerlanden in het najaar hun aangepaste planningsreeksen door aan het JPO. Deze reeksen worden gebruikt voor de herijking van de financiële reeksen die ten grondslag liggen aan de onder meer door Nederland ontvangen financiële informatie ten behoeve van de jaarrapportage. Zoals uiteengezet bij de beantwoording van vraag 13, 14 en 15 zal pas begin februari duidelijkheid ontstaan over de Amerikaanse planning. In Italië worden op dit moment bezuinigingsmaatregelen uitgewerkt. Daarbij wordt ook het aantal aan te schaffen F-35 toestellen opnieuw vastgesteld. In de jaarrapportage wordt het actuele overzicht van de planningreeksen opgenomen.

Op dit moment zijn de volgende aantallen toestellen besteld:

  • LRIP 1: twee toestellen voor de Verenigde Staten;

  • LRIP 2: twaalf toestellen voor de Verenigde Staten;

  • LRIP 3: veertien toestellen voor de Verenigde Staten, twee toestellen voor het Verenigd Koninkrijk en een toestel voor Nederland; in totaal zeventien toestellen;

  • LRIP 4: 30 toestellen Verenigde Staten, een toestel Verenigd Koninkrijk en een toestel Nederland; in totaal 32 toestellen;

  • LRIP 5: Onderdelen met lange levertijden (Long Lead Items)voor 32 toestellen voor de Verenigde Staten;

  • LRIP 6: Onderdelen met lange levertijden voor 32 toestellen voor de Verenigde Staten, vier toestellen voor Italië en twee toestellen voor Australië; in totaal 38 toestellen.

Turkije heeft onlangs besloten twee toestellen aan te schaffen in de LRIP-7 productieserie. Noorwegen heeft besloten vier toestellen in de LRIP-8 productieserie te bestellen. Verder zijn er twee niet-partnerlanden die concrete stappen hebben gezet; Israel heeft een eerste bestelling van negentien toestellen gedaan en de Japanse regering heeft besloten een eerste serie van 42 toestellen te bestellen.

Naar boven