Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het doorschuiven van ontheffingsbesluiten voor de bouw van megastallen door gemeenten naar de provincie uit vrees voor schadeclaims (ingezonden 12 april 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 11 mei 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Vrees voor schadeclaims megastallen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat gemeenten uit angst voor schadeclaims de beslissingen over lopende zaken doorschuiven naar de provincie?

Antwoord 2

In de Verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant (hierna: de verordening) is een maximum omvang voor veehouderijbedrijven opgenomen. Op verzoek van de gemeente kan Gedeputeerde Staten op basis van de verordening een ontheffing verlenen om een veehouderijbedrijf uit te breiden tot boven dit maximum. De beslissing om een ontheffing te verlenen voor «megastallen», ligt dus altijd bij de provincie.

In dit geval gaat het om ontheffingen voor bedrijven die al vóór 20 maart 2010 een aanvraag tot verplaatsing of uitbreiding hadden gedaan. Deze aanvragen vallen onder het overgangsrecht van de Verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant. Er is voorzien in overgangsrecht, omdat in verband met de rechtszekerheid het nieuwe beleid niet kan worden toegepast op aanvragen ingediend voor 20 maart 2010.

De onderlinge bevoegdheidsverdeling tussen de provincie en gemeenten op dit punt is geen rijksaangelegenheid.

Over het beleid van de provincie Noord-Brabant ten aanzien van (grootschalige) intensieve veehouderij ontving ik recent een brief (12 april 2011, kenmerk 2713021) als antwoord op mijn brief van 25 maart jl. over het provinciaal beleid rond grootschalige intensieve veehouderijen. Deze brief is bijgevoegd.2

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze angst bij gemeenten voor schadeclaims geen reden is om niet aan de wens van de Tweede Kamer voor een moratorium op de bouw van megastallen te voldoen? Zo ja, welke stappen gaat u nemen om dit moratorium te waarborgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zie vraag 2.

Op de de motie van de leden Thieme en Jacobi (28286, nr. 472) heb ik reeds gereageerd in mijn brief van 15 maart jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 494).

Vraag 4

Deelt de mening dat het een taak is van het kabinet om de gemeenten en provincies te ondersteunen bij de uitvoering van het moratorium op de bouw van megastallen? Zo ja, welke stappen gaat u nemen om de gemeenten en provincie hierin te ondersteunen? Zo nee, kunt u toelichten waarom u dat niet vindt en of wat de maatschappelijke dialoog dan voor zin heeft als intussen de bouw gewoon doorgaat?

Antwoord 4

Zoals ik in mijn brief van 13 april 2011 (ref. nr. 197075) ook heb aangegeven in antwoord op de vragen van de leden Grashoff en van Veldhoven heb ik provincies en gemeenten gewezen op de wens van de Tweede Kamer. De invulling hiervan is aan hen. Er is vanuit mijn departement regelmatig overleg met IPO en VNG. Indien zij behoefte hebben aan kennis en deskundigheid kan dat daar uiteraard aan de orde gesteld worden.


X Noot
1

http://www.ed.nl/regio/cranendonck/article8465842.ece

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven