Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse zaken over het verband tussen de Amerikaanse aanval op Falluja in 2004 en geboorteafwijkingen in die stad (ingezonden 11 januari 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Defensie (ontvangen 1 maart 2011).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van een onderzoek waaruit blijkt dat sinds 2003 een toename van 15% ernstige geboorteafwijkingen in de Iraakse stad van Falluja is geconstateerd?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw oordeel over de zorgen van de onderzoekers dat deze ontwikkelingen de volksgezondheid van Falluja bedreigen en het vermogen tot zorg voor de overlevende kinderen? Deelt u de mening dat er bij Iraakse autoriteiten op moet worden aangedrongen gepaste maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De onderzoekers geven geen uitsluitsel over de mogelijke effecten van het gebruik van verarmd uranium in munitie op de volksgezondheid. De regering neemt met belangstelling kennis van dergelijk onderzoek en waardeert de inspanningen die op dit gebied door onderzoeksinstellingen worden verricht. Ik zie op basis van dit onderzoek geen aanleiding de Iraakse autoriteiten hierop aan te spreken.

Vraag 3

Deelt u conclusie dat het noodzakelijk is dat de Amerikaanse autoriteiten alle gegevens met betrekking tot het gebruik van wapens en munitie tijdens de oorlog in Irak en met name de slag om Falluja in 2004 aan de autoriteiten in Irak en aan internationale gezondheidsorganisaties over moeten dragen? Zo ja, bent u bereid daartoe aan te dringen bij de Verenigde Staten? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik zie daartoe geen aanleiding. Zie ook het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Deelt u de conclusie dat dit onderzoek aanleiding geeft tot nader onderzoek door het Nederlandse ministerie van Defensie en TNO Veiligheid en Defensie?2 Zo ja, welke stappen onderneemt u? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 4

Er is binnen de VN veelvuldig gesproken over de effecten van verarmd uranium in munitie. De regering onderkent het belang van dit onderwerp en spant zich in ervoor te zorgen dat de discussie over de gevolgen van verarmd uranium recht doet aan de feiten. De regering is van mening dat op basis van onderzoek dat tot dusver is uitgevoerd door een groot aantal relevante instanties het mogelijke schadelijke effect op de gezondheid van het gebruik van verarmd uranium in munitie en wapensystemen niet kan worden vastgesteld. Het genoemde onderzoek geeft geen aanleiding tot nader onderzoek door het ministerie van Defensie of TNO Veiligheid en Defensie.

Vraag 5

Herinnert u zich uw toezegging het onderzoek van de Iraakse mensenrechtencommissie af te wachten en uw bericht een jaar later dat van dat onderzoek nog niets vernomen was? Hebt u inmiddels de resultaten van het aangekondigde onderzoek in Falluja van de mensenrechtencommissie in Irak gekregen? Zo ja, wat waren de resultaten? Zo nee, deelt u de conclusie dat dit zeer onbevredigend is? Bent u in dat geval bereid alsnog aan te dringen op onderzoek?3

Antwoord 5

De Nederlandse ambassade in Bagdad heeft herhaaldelijk contact gezocht met het Iraakse Ministerie van Mensenrechten om de resultaten van het aangekondigde onderzoek in Falluja te vernemen. Tot nu toe hebben deze pogingen geen resultaat opgeleverd. Nederland blijft aandringen op het bekendstellen van de resultaten van dit onderzoek door een commissie van het Ministerie van Mensenrechten. Mocht alsnog informatie verkregen worden over dit onderzoek, dan zal de Tweede Kamer uiteraard hierover worden geïnformeerd.

Vraag 6

Bent u bereid er bij de Amerikaanse autoriteiten op aan te dringen dat de VS deel moeten nemen aan het Derde Protocol bij de VN Conventie aangaande Conventionele Wapens; het Protocol on Prohibitions or Restrictions on the Use of Incendiary Weapons en het Eerste Protocol uit 1977 bij de Geneefse Verdragen uit 1949?4 Zo ja, wilt u daar op aandringen bij de Amerikaanse autoriteiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nederland is partij bij zowel het Derde Protocol bij het Conventionele Wapensverdrag (CCW) als bij het Eerste Protocol bij de Geneefse Verdragen en hecht grote waarde aan beide protocollen. Nederland zal zich blijven inzetten om landen die geen partij bij de protocollen zijn te bewegen deze alsnog te ondertekenen.


X Noot
1

«Four Polygamous Families with Congenital Birth Defects from Fallujah, Iraq», in International Journal of Environmental Research and Public Health, 31 december 2010. Zie http://www.mdpi.com/1660–4601/8/1/89/pdf. Aantal afwijkingen elf maal hoger dan het gemiddelde in de wereld, waaronder erg hoge cijfers in eerste helft van 2010. 15% van de 547 kinderen die in mei 2010 in het ziekenhuis van Falluja geboren werden, had ernstige afwijkingen.

Zie ook «Research links rise in Falluja birth defects and cancers to US assault», The Guardian, 30 december 2010, http://www.guardian.co.uk/world/2010/dec/30/faulluja-birth-defects-iraq

X Noot
2

Zie conclusie dat «These defects could be due to environmental contaminants which are known components of modern weaponry» en uw brief 11 maart 2010 aan de Kamer, (32 123 V, nr. 82). »Het Nederlandse Ministerie van Defensie volgt de onderzoeken over gezondheidseffecten van bestanddelen van munitie en van de daarin toegepaste metalen en metaallegeringen. Als daar aanleiding voor is, wordt waar mogelijk aanvullend onderzoek gedaan.»

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005–2006, nr. 453 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005–2006 nr. 416.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2005–2006, nr. 453.

Naar boven