Vragen van het lid Moonen (D66) op 9 augustus 2022 medegedeeld aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening naar aanleiding van artikelen in Binnenlands Bestuur en de NRC over het verkeerd informeren van de Kamer over de Omgevingswet.

Antwoorden van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 26 augustus 2022).

Vraag 1

Is de Minister bekend met de artikelen in Binnenlands Bestuur1 en de NRC2 van 8 augustus 2022 over de Omgevingswet?

Antwoord 1

Ja, ik ben hiermee bekend.

Vraag 2

Hoe kijkt de Minister aan tegen de inhoud van beide artikelen?

Antwoord 2

In de beantwoording van uw vragen3, verzonden op 6 mei 2022, ben ik bij een aantal antwoorden te kort door de bocht gegaan, namelijk bij de vragen van de fractieleden van GroenLinks [1.2], PvdA [1.1], PvdA [1.7], CU [1.2] en PvdD [1.9]. Daarin staat dat in april 2022 conform planning de functionaliteiten van het DSO-LV opgeleverd zijn, die nodig zijn voor inwerkingtreding, zoals is afgesproken in de interbestuurlijke overleggen.

Het was beter geweest als ik in deze beantwoording genuanceerder antwoord aan u had gegeven. In bovenstaande beantwoording wordt gedoeld op de functionaliteiten van het DSO-LV en de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen (LVBB) die nodig zijn voor inwerkingtreding, zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Wonen en Ruimtelijke Ordening van 24 februari 2022. Deze beschrijving van wat er aan DSO-functionaliteiten is bij inwerkingtreding was als bijlage gevoegd bij de beantwoording van uw vragen, verzonden op 6 mei jl. Voor de goede orde: deze functionaliteiten zijn opgeleverd in april 2022.

In april is de stabilisatieperiode van het DSO-LV ingegaan. Tijdens de stabiliseringsperiode worden wijzigingen tot een minimum beperkt en wordt er een «Nee, tenzij»-principe gehanteerd. Dat betekent dat er alleen nog nieuwe of gewijzigde software op de oefenomgeving en de productieomgeving van DSO-LV wordt gezet als uitvloeisel van het testen en oefenen met DSO-LV, of wanneer interbestuurlijk is afgesproken dat de functionaliteit noodzakelijk is voor inwerkingtreding en daarmee onder een uitzonderingsprocedure valt. Bevindingen uit bijvoorbeeld het testen en oefenen kunnen dus leiden tot aanpassingen, ook na de start op 1 april 2022 van de stabiliseringsperiode.

De verwarring in de communicatie is ontstaan doordat de in de bijlage genoemde en afgesproken functionaliteiten waren afgerond, maar er na 1 april 2022 nog wel wijzigingen zijn doorgevoerd in DSO-LV, op basis van het testen en oefenen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de functionaliteiten gerelateerde aanvraag en onderdelen van de downloadservice. Voor deze functionaliteiten is een uitzondering gemaakt op basis van het «Nee, tenzij-principe» van de stabiliseringsperiode. Over hoe deze uitzonderingsprocedure werkt, heb ik u eerder uitleg gegeven in de beantwoording van uw nadere vragen op 3 juni jl.4 De punten waarop het «Nee, tenzij-principe» is toegepast stonden niet op de lijst met functionaliteiten die in het Bestuurlijk Overleg Wonen en Ruimtelijke Ordening van 24 februari 2022 was vastgesteld, maar zijn door de interbestuurlijke opdrachtgevers van DSO-LV wel aangemerkt als nodig voor inwerkingtreding. In beide gevallen werd dit gedaan op grond van de opgedane ervaringen met het oefenen met DSO-LV. Ook nu – in de planning voor het derde kwartaal – worden er nog functionaliteiten geïmplementeerd in DSO-LV, die aan de criteria voor het maken van een uitzondering op basis van het «Nee, tenzij-principe» voldoen en waarvoor interbestuurlijk goedkeuring is verkregen.

Het betreft onder meer het doorvoeren van een aantal verbeteringen op het gebied van gebruiksvriendelijkheid in de Viewer Regels op de Kaart en het Omgevingsoverleg, en een functie die bevoegde gezagen in staat stelt om in het loket in te stellen dat zij omgevingsoverleg aanbieden voor een activiteit. Uiteraard wordt bij de uitzonderingsprocedure getoetst op het risico van instabiliteit.

Ik heb bij de eerstvolgende mogelijkheid, namelijk de beantwoording van uw nadere vragen op 3 juni 20225 deze nuancering aangebracht. Het gaat dan met name om de volgende vragen en antwoorden:

  • In de beantwoording van vraag 1 van de leden van de PvdA-fractie is een uitgebreide uiteenzetting gegeven van de planning van de onderdelen tot aan moment van invoering Omgevingswet;

  • In het antwoord op vraag 11 van de leden van de PvdA-fractie wordt ingegaan op de functionaliteiten die DSO-LV moet hebben bij inwerkingtreding en de 5 minimale criteria voor inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • In het antwoord op vraag 36 van de leden van de PvdA-fractie wordt ingegaan op twee alternatieve routes («tijdelijke alternatieve maatregelen»). Deze uitleg is nog steeds accuraat;

  • In antwoord op vraag 12 van de leden van de PvdA-fractie wordt uitgelegd wat de stabiliseringsperiode van DSO inhoudt, en hoe het zit met wijzigingen die dan nog worden doorgevoerd;

  • En in de antwoorden op de vragen 42 t/m 44 van de leden van de PvdD-fractie wordt een samenvatting gegeven over de beschikbaarheid van de functionaliteiten in het DSO.

In de beantwoording van uw nadere vragen op 3 juni, had ik u explicieter moet informeren over deze nuancering. Met de kennis van nu had ik u hier nadrukkelijker in mee moeten nemen.

Vraag 3

Welke stappen gaat de Minister ondernemen om ervoor te zorgen dat de Kamer volledig en juist geïnformeerd wordt? De vragenstelster hecht hier zeer aan.

Antwoord 3

Het is mijn grootste prioriteit om uw kamer zo goed en volledig mogelijk te informeren over de voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet. Ik zal daarbij extra aandacht besteden aan het preciezer en duidelijker formuleren van informatie en antwoorden.

Zoals ik u in de brief van 24 juni6 en in de debatten op 21 en 28 juni jl. heb toegezegd, treft u in een separate brief de informatie over:

  • 1. De opzet van de enquête;

  • 2. De uitkomst van het Integraal Ketentesten fase 1;

  • 3. De bevindingen van Deloitte en het «Eindrapportage DSO LV Quickscan Go Live»;

  • 4. De maandrapportages juni en juli 2022 betreffende de aansluitingen op het DSO;

  • 5. Integriteit.

Vraag 4

De leden van de fractie van D66 en van andere fracties hebben in eerdere schriftelijke vragenrondes diverse vragen gesteld over de voortgang, werking in de praktijk en gebruiksvriendelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Zijn de antwoorden op deze vragen nog steeds adequaat?

Antwoord 4

Ja, voor zover mij bekend, zijn de antwoorden op de vragen over de voortgang, werking in de praktijk en gebruiksvriendelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zijn nog adequaat.


X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, DN.

X Noot
4

Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, DV.

X Noot
5

Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, DV.

X Noot
6

Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, DX.

Naar boven