Vragen van het lid Polderman (SP) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over toelating van het genetisch gemodificeerde organisme (ggo) Amflora (ingezonden 8 maart 2010).

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (ontvangen 25 mei 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2176.

Vraag 1

Kent u het bericht in de Financial Times «Genetically modified potato wins EU approval»?1

Antwoord 1

Ja. Overigens is dit bericht gebaseerd op een persbericht van de Europese Commissie2.

Vraag 2

Deelt u de constatering dat de toelating van Amflora tegenstrijdig is met het Nederlandse ggo-beleid?3 Zo nee, waarom niet en bent u in dit opzicht van mening veranderd? Waarom heeft u dit niet met de Kamer besproken? Kunt u wetenschappelijk onderbouwd uiteenzetten waarom u dit risico nu anders inschat? Zo ja, bent u bereid om teelt in Nederland te weigeren?

Antwoord 2

Nee. Het beleid met betrekking tot antibioticumresistentiegenen in genetisch gemodificeerde organismen is in de Integrale nota biotechnologie4 (INB) voor het eerst beschreven. Sindsdien is dit beleid echter aangepast, mede naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State5.

Het beleid houdt sindsdien in dat de aanwezigheid van een antibioticumresistentiegen niet op voorhand betekent dat het ggo niet kan worden toegelaten, maar dat voor iedere aanvraag voor een toepassing van genetische modificatie per geval wordt beoordeeld wat de risico’s zijn, inclusief de risico’s van eventueel aanwezige antibioticumresistentiegenen.

Over de betreffende uitspraak van de Raad van State en de gevolgen voor het beleid, is de Tweede Kamer geïnformeerd6.

Over het specifieke geval van deze aardappel, inclusief de wetenschappelijke onderbouwing van de veiligheid ervan, is de Tweede Kamer in 2008 geïnformeerd7. Daarbij is ook toegelicht wat de verhouding was tussen het EFSA-advies en een advies van het Europese Medicijnenagentschap (EMEA). Destijds was de verwachting dat de Europese Commissie op korte termijn de aardappel zou toelaten. De Europese Commissie heeft echter, gelet op de aanhoudende discussie over deze aardappel en het advies van EMEA,besloten om de Europese voedselveiligheidautoriteit (EFSA) nogmaals te vragen om de veiligheid van het antibioticumresistentiegen in kwestie te bestuderen. In juni 2009 verscheen een rapport van twee EFSA-panels, waarin onder andere werd gesteld dat er geen risico’s te verwachten zijn als gevolg van de aanwezigheid van het betreffende gen in ggo’s8. De nieuwe Europese Commissie heeft daarop besloten de Amflora-aardappel toe te laten tot de Europese markt.

Vraag 3

Bent u op de hoogte van het feit dat een aantal EU-lidstaten9 zich tegenstander van de toelating heeft verklaard? Bent u bereid u aan te sluiten bij deze groep koplopers?

Antwoord 3

Ik ben bekend met de weerstand bij verschillende EU-lidstaten tegen ggo’s in het algemeen en tegen deze aardappel in het bijzonder. Ten tijde van de stemming over de toelating van deze aardappel, stemde een aantal lidstaten tegen de toelating. Omdat er geen gekwalificeerde meerderheid vóór of tegen de toelating was, kon de Europese Commissie (conform de door het Europees Parlement en de Europese Raad overeengekomen comitologieprocedure) de knoop doorhakken. De Commissie heeft, zoals hierboven is uiteengezet, besloten om dit niet onmiddellijk te doen, maar om tegemoet te komen aan de zorgen van sommige lidstaten door de EFSA nogmaals te vragen de veiligheid te bestuderen. Pas nadat de EFSA opnieuw tot een positief oordeel kwam, besloot de Commissie tot de toelating over te gaan.

Ik zie geen reden om mij tegenstander te verklaren van de toelating.

In 2007 concludeerden de Nederlandse bevoegde autoriteiten, op basis van onder andere de beoordeling van de Commissie genetische modificatie (COGEM), dat de aardappel geen onaanvaardbare risico’s met zich meebracht. Om die reden heeft Nederland destijds voor toelating gestemd.

De uitkomst van de extra veiligheidsstudie die sindsdien door EFSA is gedaan, bevestigt het standpunt dat er geen reden is te vrezen voor risico’s. Naar aanleiding van een verzoek uit de Eerste Kamer heb ik voorjaar 2009 de Europese Commissie verzocht om de besluitvorming over de toelating van de aardappel te bespoedigen10.

Vraag 4

Deelt u de mening dat er geen enkel risico genomen mag worden op overdracht van antibioticaresistentie? Zo nee, hoe denkt u bij toelating het risico van overdracht en verspreiding van antibioticaresistente eigenschappen te voorkomen?

Antwoord 4

Nee. Het kabinetsbeleid voor biotechnologie onderkent dat nulrisico’s onmogelijk zijn11. Wel kunnen de risico’s zo klein mogelijk worden gemaakt.

In de brief uit 2008 over deze aardappelis uiteengezet waarom de risico’s in dit geval aanvaardbaar worden geacht. Belangrijk argument daarbij is dat de kans op overdracht van een resistentiegen van een plant naar een bacterie (de zogenaamde horizontale overdracht), bijzonder klein is. Daarbij is het gen wijdverspreid aanwezig in bacteriële populaties. Dit werd nogmaals bevestigd in de EFSA-studie van 2009. Verder schrijft de vergunning voor dat de aardappel wordt geteeld binnen een identity preservation system, dat maatregelen en controles bevat om de verspreiding van de aardappel naar de voedselketen te voorkomen. Voor verdere details over de veiligheidsbeoordeling, verwijs ik naar de brief uit 2008.

Vraag 5

Bent u bereid bezwaar aan te tekenen tegen de zogenaamde incidentele, technisch onvermijdbare vervuiling van 0,9%, aangezien Amflora niet voor menselijke consumptie is goedgekeurd? Zo nee, waarop baseert u uw assumptie dat consumptie van 0,9% wel veilig is?

Antwoord 5

Nee. De Amflora-aardappel is ontwikkeld voor verwerking in de aardappel-zetmeelindustrie. Een restproduct kan worden afgezet als diervoeder. Hoewel de Europese Commissie de vergunninghouder diverse maatregelen heeft opgelegd om te voorkomen dat de Amflora-aardappel of delen daarvan vermengd worden met andere aardappelen of aardappelproducten die bestemd zijn voor gebruik als conventioneel diervoeder of voedsel, kan een beperkte vermenging niet worden uitgesloten. Daarom is een onvoorziene en technisch onvermijdbare aanwezigheid van de aardappel tot 0,9% in levensmiddelen toegestaan. De aanwezigheid van de aardappel in levensmiddelen levert geen gevaar op voor de volksgezondheid. De EFSA heeft bij de (herhaalde) beoordeling van de veiligheid van de aardappel, ook de consumptie door de mens veilig bevonden in de context van het voorgestelde gebruik.

Vraag 6

Bent u op de hoogte van het bestaan van twee niet-genetisch gemodificeerde aardappelsoorten met bijna identieke eigenschappen aan de Amflora, één van het Duitse Europlant en de ander van het Nederlandse Avebe? Wat is in dit kader volgens u de noodzaak van het toelaten van Amflora?

Antwoord 6

Ja, ik ben daarvan op de hoogte. De diverse aardappelrassen zijn zeer regio-specifiek.

Voor verschillende geografische gebieden zijn verschillende (concurrerende) rassen nodig om tot een goede opbrengst te kunnen komen. De amylopectine-aardappel van AVEBE (de Eliane) wordt commercieel geteeld in het buitenland, maar kan en mag niet in Nederland geteeld worden, onder andere vanwege het ontbreken van voldoende resistentie tegen de wratziekte. Volgens mijn informatie is de aardappel van Europlant nog niet op de markt. De ggo-techniek kan bijdragen aan een snellere veredeling van aardappelrassen met specifieke kwaliteiten die kunnen bijdragen aan verduurzaming van de agroketen waarbij rekening wordt gehouden met regionale groei- en teeltomstandigheden.


XNoot
1

FT.com, 2 maart 2010

http://www.ft.com/cms/s/0/e00b505a-2630–11df-aff3–00144feabdc0.html

XNoot
2

http://ec.europa.eu/food/food/biotechnology/index_en.htm, onder persberichten

XNoot
3

Ministerie van VROM, «Biotechnologie  Beleid»

http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8323

«...Het kabinet heeft in de Integrale Nota Biotechnologie vastgelegd dat genetisch aangepaste organismen met antibioticum-resistentiegenen niet meer grootschalig op de markt mogen komen...»

XNoot
4

Kamerstukken II, 2000 – 2001, 27478 nr. 2

XNoot
5

Vanwege een technische fout stond op de internetsite van het ministerie van VROM een verouderde tekst, die het beleid uit de INB beschreef. Inmiddels is die tekst gecorrigeerd.

XNoot
6

Kamerstukken II, 2004 – 2005, 29404, nr. 7 en Kamerstukken II, 2003–2004, aanhangsel 1448.

XNoot
7

Kamerstukken II, 2007–2008, 27 428 en 21 501–32, nr. 104.

XNoot
8

http://www.efsa.europa.eu/en/scdocs/scdoc/1108.htm

XNoot
9

Yahoo! News, 2 maart 2010: «Fury as Brussels authorises GM potatoes»

http://news.yahoo.com/s/afp/20100302/sc_afp/eufarmgmoproduct

«The European Commission on Tuesday approved the cultivation of genetically-modified potatoes, prompting an angry response from environmental campaign groups and two EU member governments.Austria said it was planning an immediate ban on the potatoes» cultivation, while Italy’s agriculture minister slammed the commission’s decision and vowed to defend «traditional agriculture and citizens’ health».»

XNoot
10

Vergaderjaar 2008 – 2009, 31700 XIV

XNoot
11

Kamerstukken II, 2000 – 2001, 27478 nr. 2

Naar boven