Vragen van het lid Van Gent aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel "Arbeidsinspectie bezorgd over vuilnismannen".

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Het is koud buiten. In weer en gure wind zijn onze vuilnismannen en een enkele vrouw hard aan het werk. Zij verdienen ons respect daarvoor en ook voor al het werk dat zij doen, en zij verdienen bijvoorbeeld geen agressie. Maar gisteren bleek uit een rapport van de Arbeidsinspectie dat zij dat werk onder slechte werkomstandigheden moeten doen. Bij twee op de drie afvalinzamelingsbedrijven wordt te onveilig gewerkt. Bij 70% van de 113 geïnspecteerde bedrijven zijn 192 overtredingen geconstateerd. Vuilniswagens met een dieselmotor, wat heel slecht is voor de vuilnismannen, want zij ademen deze uitlaatgassen in, vormen 45% van de overtredingen. Dit leidt bij deze werknemers tot ernstige klachten aan de luchtwegen en tot hart- en vaatziekten. Er is onvoldoende instructie voor de omgang met gevaarlijke stoffen, wat tot levensgevaarlijke situaties kan leiden. Deze werknemers worden geraakt door draaiende delen van machines en zijn niet goed beschermd tegen een aanrijding of een val. En zij krijgen nekklachten en ander lichamelijk ongemak.

Dit zijn nu de mensen in een zwaar beroep die vroegtijdig dreigen af te branden. Dit zijn de mensen voor wie wij ook moeten zorgen als wij het hebben over langer doorwerken na 65 jaar. De gezondheid van medewerkers moet vooropstaan. Strenge arbeidsomstandigheden die goed worden nageleefd zijn daarbij een essentieel onderdeel. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister.

Ik wil graag een beoordeling van de minister op het alarmerende rapport van de Arbeidsinspectie als het gaat om de arbeidsomstandigheden van vuilnismannen. Is de minister het met mij eens dat de inspectieonderwerpen onderdeel moeten zijn van de zogenaamde arbocatalogi? Dat moet snel gebeuren. Daar wordt al heel lang over gesproken en steeds komt men maar niet tot overeenstemming, terwijl er natuurlijk wel ernstige zaken aan de hand zijn.

Is de minister bereid om samen met de Arbeidsinspectie onderzoek te doen naar de arbeidsomstandigheden in Nederland als het gaat om zware beroepen, de gezondheid van medewerkers en mensen die dreigen op te branden, dit ook in relatie met de verhoging van de AOW-leeftijd?

Is de minister bereid om strenge regels te stellen aan milieuprestaties voor vuilniswagens, omdat hier de gezondheid in het geding is? Hij zou dit kunnen doen samen met minister Cramer. Ik verzoek hem om mij hierover te informeren. Dat lijkt mij echt van groot belang.

Minister Donner:

Voorzitter. Mevrouw Van Gent verwijst naar het rapport van de Arbeidsinspectie dat gisteren bekend is geworden, met het resultaat van de beslissing van de Arbeidsinspectie om te komen tot nadere inspecties bij afvalbedrijven. Van die bedrijven is ongeveer 50% geïnspecteerd. Inderdaad is een van de meest voorkomende overtredingen die met betrekking tot de dieselmotoremissies, in 45% van de gevallen. Dat hangt samen met wat de Arbeidsinspectie inderdaad ook heeft geconstateerd, dat dit van de mogelijke risico's door betrokkenen zelf als een van de minder ernstige werd beschouwd. Dat is niet terecht. Dit rapport geeft een zodanig beeld dat daar extra inzet van de Arbeidsinspectie gerechtvaardigd is.

In de tweede plaats zijn dit ook onderwerpen die in de arbocatalogus aan de orde moeten komen die door de afvalbedrijven wordt opgesteld.

Op 3 juni 2009 is een eerste ontwerp daarvan ter toetsing voorgelegd aan de Arbeidsinspectie. Op 25 september heeft de Arbeidsinspectie daarop gereageerd. Op een aantal punten heeft zij de gemaakte afspraken geaccepteerd, met name die met betrekking tot agressie en geweld, de werkdruk, de ergonomie en de fysieke belasting. Juist op punten die hier aan de orde zijn gekomen, in het bijzonder de dieselmotoremissies, is vastgesteld dat deze naar het oordeel van de Arbeidsinspectie onvoldoende werden geregeld in de arbocatalogus. Om die reden is de arbocatalogus teruggestuurd en wordt daarover overlegd met de werkgevers in de sector.

Daarnaast is dit rapport de basis voor overleg van de Arbeidsinspectie met de sector, juist om op deze punten ook bij de niet geïnspecteerde bedrijven tot verbetering te komen. Als het gaat om de gevallen waarin overtreding is vastgesteld, omvat de reactie van de Arbeidsinspectie een aanwijzing aan alle bedrijven waar zij de overtreding met betrekking tot de roetfilters heeft vastgesteld om roetfilters op de auto's aan te brengen. Er geldt daarbij een volgorde: ofwel men stapt over op andere benzine, ofwel men moet een bepaalde motorcapaciteit hebben, gestandaardiseerd Euro 4 of 5, ofwel er moet een roetfilter worden aangebracht. Dat is de volgorde. Alle bedrijven die deze aanwijzing hebben gekregen, hebben inmiddels een roetfilter aangebracht, behoudens de gevallen waarin er beroep tegen de aanwijzing is ingesteld en de zaak onder de rechter is. Ook op dit punt is het beeld dat deze situatie nu nog bestaat, derhalve niet juist.

Mevrouw Van Gent vroeg om strenge regels voor milieuprestaties. Dat is niet aan de Arbeidsinspectie. De Arbeidsomstandighedenwet gaat over de eisen die worden gesteld uit een oogpunt van arbeidsbescherming. Daarvoor is de arbocatalogus nu juist het instrument. Daarom hoort dit onderwerp van discussie in de arbocatalogus thuis. Milieuprestaties zijn regels die in het algemeen gesteld worden aan voertuigen en waarop op andere wijze wordt gecontroleerd.

Mevrouw Van Gent vroeg of ik bereid ben om met de Arbeidsinspectie een breed onderzoek te doen naar de arbeidsomstandigheden. Daarvoor zou ik niet in eerste instantie de Arbeidsinspectie willen gebruiken. Er zijn daarvoor de verschillende instrumenten van onderzoek die jaarlijks vrij breed tot rapportage leiden over de arbeidsomstandigheden in Nederland. Dit najaar is een rapport daarover naar de Kamer gegaan. Aan de hand daarvan zouden wij moeten discussiëren over de vraag op welke punten wellicht nader onderzoek nodig is.

Samenvattend: dit rapport geeft het beeld dat er op een aantal terreinen te weinig aandacht is. Het is het vervolg op onderzoek uit 1997-2001. Dat was vooral gericht op de fysieke belasting. Vastgesteld kan worden dat er op dat punt wel wezenlijke verbeteringen zijn geweest, onder andere het zij-inladen. Nu heeft de aandacht zich gericht op andere aspecten. Ik heb goede hoop dat langs deze weg, zoals dat het gebruik is in deze branche, substantiële verbeteringen kunnen worden aangebracht.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Substantiële verbeteringen zijn natuurlijk altijd goed. Er vallen mij toch een paar dingen op. Met de arbocatalogus is er echt nog steeds een probleem. De minister heeft zelf aangegeven dat die is teruggestuurd vanwege het punt van de uitlaatgassen. Het is leuk om deze hete aardappel heen en weer te schuiven, denk ik dan, maar nu gaat het erom dat mensen ziek worden. Zij staan achterop de vuilniswagen en ademen deze schadelijke stoffen nog steeds in. Daaraan moeten wij gewoon zo snel mogelijk paal en perk stellen. Mijn vraag aan de minister is of dit ook gaat gebeuren.

Dat de strenge eisen wat betreft milieuprestaties niet onder de Arbeidsinspectie vallen, begrijp ik, maar ik heb de minister ook gevraagd om samen met minister Cramer te komen met een notitie hierover om te zien hoe wij dit zo snel mogelijk kunnen verbeteren. Dit heeft namelijk ook te maken met de arbeidsomstandigheden van degenen die op de wagens staan.

Mijn laatste opmerking gaat over het breedteonderzoek naar de arbeidsomstandigheden in Nederland. Ik heb gevraagd om ook de relatie te leggen met het langer doorwerken en met de vraag hoe wij onze werknemers gezond houden en hoe wij hen op de werkvloer houden in plaats van dat zij door gezondheidsklachten of slechte arbeidsomstandigheden eerder moeten afhaken en dan moeilijk weer ander werk vinden. Mijn vraag aan de minister is of dat element wordt meegenomen in de analyse.

Minister Donner:

Mevrouw Van Gent vraagt naar de situatie dat men schadelijke stoffen blijft inademen. Zij heeft mij niet begrepen. In alle gevallen waarin geconstateerd werd dat dit probleem zich voordeed, is de aanwijzing gegeven dat roetfilters moeten worden aangebracht en die zijn aangebracht. Er is dus onmiddellijk ingegrepen in de situatie en er zijn weinig andere instrumenten die gebruikt kunnen worden om dat sneller te doen.

Daarnaast vraagt mevrouw Van Gent naar de combinatie van milieuprestaties en arbo-omstandigheden. Dat zijn wezenlijk verschillende zaken. Een overweging betreft de eisen die gesteld worden aan uitlaatgassen van voertuigen. Dat in dit geval bijzondere eisen gesteld worden, komt doordat iemand zich doorgaans permanent vlak boven die uitlaat bevindt. Dat is een totaal andere overweging dan de algemene milieuprestaties. Ik heb al gezegd dat onderdeel van de consequenties van deze situatie is, dat overgestapt moet worden op andere benzine. Dat is de eerste prioriteit. De tweede prioriteit is dat bepaalde motoren worden gebruikt en de derde prioriteit dat een roetfilter wordt aangebracht. Dat staat nu al in de regels. Wat de arbocatalogus betreft, zou ik juist menen dat blijkt dat het systeem goed werkt en dat het dus geen bewijs is dat het heen en weer geschoven wordt. De essentie is namelijk dat niet iedere arbocatalogus onmiddellijk wordt geaccepteerd, maar dat de Arbeidsinspectie bekijkt waar verbeteringen moeten plaatsvinden.

Ik stel voor om het debat over het algemene onderzoek naar het doorwerken te voeren in het kader van de notitie over ouderen op de arbeidsmarkt en doorwerken.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Ook voor de Partij van de Arbeid is gezond werken belangrijk. Ik begrijp van de minister dat de betreffende arbocatalogus na marginale toetsing door de inspectie teruggestuurd is, omdat deze niet voldeed. Kan de minister aangeven of ten aanzien van de milieuregels en de uitstoot van diesel de beleidsregel nog bestond, of de doelvoorschriften in de Arbowet?

Minister Donner:

Ik weet niet of er op dit terrein een beleidsregel bestond, maar als die bestond, bestond die nog, want hij is niet ingetrokken.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Voorzitter.

De voorzitter:

Mevrouw Timmer, dit was echt uw enige vraag; het spijt me zeer.

Mijnheer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Het is een schande dat tien jaar na de ontdekking dat dieseluitlaatgassen kankerverwekkend zijn, er nog steeds vuilnismannen achteraan lopen. Wat vindt de minister van mijn idee dat een vuilnisman ter bescherming van zijn eigen gezondheid het werk mag weigeren als hij achter zo'n auto moet aanlopen? Zo heeft hij misschien nog enige kans heeft om de AOW te halen. Ik stel nog een andere vraag. Het is een zwaar beroep. Vindt de minister dat deze mannen voor hun 65ste jaar met pensioen moeten kunnen?

Minister Donner:

Eenieder die op een gegeven moment meent dat hij om deze reden geen huisvuil moet verwerken, kan ook wat anders gaan doen. Daarom hebben we een arbocatalogus: om algemene regels op te stellen over wat aanvaardbaar is. Tegelijkertijd constateer ik dat de resultaten van het vorige onderzoek van de Arbeidsinspectie ertoe hebben geleid dat het vuilnis niet meer van achteren geladen wordt, maar steeds vaker van opzij, waardoor de vuilnismannen niet meer recht boven de uitlaat zitten. Je kunt ze ook op een andere plaats zetten. Er is dus volop verandering, ook tien jaar na de ontdekking waarover de heer Ulenbelt spreekt. Ik meen dat dit soort inspecties bewijst hoe goed het is dat er controle is van de Arbeidsinspectie en dat die ook leidt tot veranderingen en verbeteringen.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter, ik heb geen antwoord gehad.

De voorzitter:

Op welke vraag hebt u geen antwoord gehad?

De heer Ulenbelt (SP):

Ik heb geen antwoord gehad op de vraag of een vuilnisman het werk mag weigeren als zijn vrachtauto niet met een roetfilter is uitgerust.

Minister Donner:

Hij heeft een arbeidscontract. In dat kader zal geregeld zijn wanneer iets werkweigering is.

De heer Bosma (PVV):

Het rapport is natuurlijk schokkend. Een element dat zijdelings vermeld wordt, is de agressie en het geweld tegen de vuilnismannen. Wat kan onze minister ons daar nog over vertellen? Welke signalen hebben hem bereikt over agressie tegen vuilnismannen?

Minister Donner:

Dat blijkt ook uit het rapport. Het gaat vaak om medeweggebruikers, eerzame burgers, die menen dat ze vertraagd worden door de vuilniswagen die in de straat staat. Het is dus geen bepaald segment van de bevolking; het is het sturend segment van de bevolking dat vaak agressie en geweld vertoont. Zoals gezegd is dit een onderwerp dat ook in de arbocatalogus aan de orde komt. Het is een van de onderwerpen waarvoor nu juist wel bevredigende oplossingen gevonden zijn, ook naar het oordeel van de Arbeidsinspectie. Het probleem ligt ten dele ook in de ontwikkeling in Nederland dat we de rijweg steeds smaller maken.

Naar boven