Projectplan Kadeverbetering Polder Mijzen

Vaststellingsbesluit projectplan Kadeverbetering Polder Mijzen

 

Korte omschrijving plan

 

Uit een toetsing van de boezemkades in de polder Ursem in 2019 blijkt dat een aantal van boezemkaden van de Mijzenpolder niet voldoen aan de normen voor stabiliteit. Voor de Drechterlandsedijk en de Walingsdijk zijn maatregelen nodig om het dagelijks beheer van de boezemkade te verbeteren. Voor de boezemkaden van de Mijzenpolder waar de dijk afgekeurd is op waterveiligheid is het projectplan 'Kadeverbetering Polder Mijzen’ opgesteld, dit projectplan beschrijft op welke wijze de verbetering wordt uitgevoerd, zodat de boezemkade voor de komende 30 jaar weer op orde is.

 

1 Aanhef

Het dagelijks bestuur heeft het projectplan Kadeverbetering Polder Mijzen ontvangen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ter vaststelling als bedoeld in hoofdstuk 5, artikel 5.4 van de Waterwet (Wtw) voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk.

 

2 Conclusie

Met de in het projectplan beschreven maatregelen en wijze van uitvoering wordt gewaarborgd dat de te bereiken doelstellingen zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet en de belangen als bedoeld in artikel 6.11, eerste lid van de Waterwet worden beschermd.

 

Op grond van de overwegingen in samenhang met de vereisten die voortvloeien uit de waterwetgeving kan uitvoering worden gegeven aan de in het projectplan beschreven werkzaamheden.

 

3 Besluit

Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Algemene wet bestuursrecht, de Crisis- en herstelwet, de Inspraakverordening HHNK 2010, de Mandaatregeling HHNK 2012 en de hieronder vermelde overwegingen, besluit het dagelijks bestuur als volgt:

 

Het projectplan Kadeverbetering Polder Mijzen , met registratienummer 23.0682734, ter uitvoering vast te stellen.

 

Namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden,

 

Hoofd afdeling Vergunningen, Handhaving, Inkoop, Juridische Zaken & Grondzaken

 

Beroep

Het projectplan is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 (uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor kunt u geen bezwaar maken bij het dagelijks bestuur tegen deze besluiten, maar staat de mogelijkheid van rechtstreeks beroep open bij de Rechtbank Noord-Holland.

 

De beroepstermijn is zes weken. De termijn vangt aan de dag na het verschijnen van de bekendmaking van het projectplan in het Waterschapsblad.

 

Een beroepschrift kan worden ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Beroep tegen de besluiten staat open voor een ieder die een zienswijze heeft ingediend, en voor belanghebbenden (ongeacht of zij een zienswijzen indienden).

 

Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste naam en adres van de indiener, dagtekening van het beroep, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep, bevatten. Als u beroep instelt moet u griffierecht betalen.

 

Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking. Daarvoor kunt u een verzoek indienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 1621, 2300 BR Haarlem.

 

Crisis- en herstelwet

Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Geef in het beroepschrift aan dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

 

4 Overwegingen

Waterhuishoudkundige, waterkeringtechnische , ecologische aspecten en zuiveringstechnische aspecten

Bij de belangenafweging door het hoogheemraadschap wordt primair gekeken naar waterhuishoud-kundige, waterkeringtechnische en zuiveringstechnische belangen en naar de gevolgen van de handeling voor de ecologische toestand van het watersysteem en het zuiveringsproces. De waterkwaliteit en waterbodemkwaliteit mogen geen nadelige invloed ondervinden van de uitvoering van het projectplan.

 

Belangenafweging

  • Het belang van de aanvrager is bij het vaststellen van een projectplan afgewogen tegen de waterhuishoudkundige, waterkeringtechnische en zuiveringstechnische belangen die door de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 worden beschermd.

  • Uit de belangenafweging is gebleken dat bij vaststellen van het projectplan de zorg voor de waterhuishouding en de waterkeringen voldoende wordt gewaarborgd.

  • Bij de beoordeling van het projectplan is niet gebleken dat onvoldoende tegemoet gekomen is aan de relevante belangen van derden.

  • Bij de beoordeling van het projectplan is niet gebleken dat er sprake is van relevante belangen van derden anders dan in het projectplan genoemd die niet door andere wet- of regelgeving worden beschermd.

5 Procedure

Het hoogheemraadschap heeft met betrekking tot dit besluit de in afdeling 3.4 van de Algemene wet Bestuursrecht genoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure gevoerd. Dit betekent dat het ontwerp projectplan voor een periode van zes weken ter inzage heeft gelegen. Van de terinzagelegging is tenminste kennisgeving gedaan op de website van het hoogheemraadschap en het elektronisch waterschapsblad.

 

Naar aanleiding van dit ontwerpprojectplan is één zienswijze ontvangen. In de nota beantwoording zienswijzen (corsanummer 24.0348269) is de reactie vermeld. De ingediende zienswijze geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het ontwerpprojectplan.

 

Het definitieve besluit is ten opzichte van het eerder gepubliceerde ontwerp inhoudelijk niet gewijzigd.

 

Zienswijzen

Dit definitieve besluit staat alleen open voor beroep bij de rechtbank Noord-Holland.

Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Geef in het beroepschrift aan dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

 

Beroep

Beroep tegen het peilbesluiten staat open voor eenieder die een zienswijze heeft ingediend, en voor belanghebbenden (ongeacht of zij een zienswijzen indienden). Beroep kan worden ingediend met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt gedurende een periode van zes weken. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem.

 

Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste naam en adres van de indiener, dagtekening van het beroep, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep, bevatten. Als u beroep instelt moet u griffierecht betalen. Het beroep schorst niet de werking van het besluit. Als u wilt dat het besluit wordt geschorst kunt u zich richten tot de voorzieningenrechter van de rechtbank met een verzoek om voorlopige voorziening.

 

Documenten kunnen ook worden ingezien op het kantoor van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aan het Stationsplein 136, 1703 WC Heerhugowaard, gedurende de openingstijden op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur.

 

Status

Het definitieve projectplan Kadeverbetering Polder Mijzen is vastgesteld in mandaat door afdelingshoofd VHIJG M.A.M. Rodenburg op 2 mei 2024 onder registratienummer 24.0350461

 

1 Aanleiding

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is beheerder van ruim 1.000 kilometer boezemkades. Deze boezemkades beschermen het lagergelegen achterland tegen overstromingen. Regelmatig controleren wij of de boezemkaden nog veilig zijn. Deze controles bestaan uit inspecties of de kade geen schades laat zien en toetsingen of de kade nog aan de gestelde eisen voldoet. Vanwege de klimaatverandering – het regent steeds harder en langer en er is vaker sprake van periodes van droogte – zijn deze controles en eisen aangescherpt.

 

Uit een toetsing van de boezemkades in de polder Ursem in 2019 blijkt dat een aantal van boezemkaden van de Mijzenpolder niet voldoen aan de normen voor stabiliteit. Voor de Drechterlandsedijk en de Walingsdijk zijn maatregelen nodig om het dagelijks beheer van de boezemkade te verbeteren. Voor de boezemkaden van de Mijzenpolder waar de dijk afgekeurd is op waterveiligheid is het projectplan 'Kadeverbetering Polder Mijzen’ opgesteld, dit projectplan beschrijft op welke wijze de verbetering wordt uitgevoerd, zodat de boezemkade voor de komende 30 jaar weer op orde is.

 

De Waterwet eist dat de aanleg of de wijziging van een waterstaatswerk gebeurt volgens een door het hoogheemraadschap vast te stellen projectplan, het plan dat u nu leest. Een projectplan is een waterstaatkundig besluit waartegen rechtsbescherming open staat.

De uitvoering van dit projectplan levert een bijdrage aan het realiseren van het doel “droge voeten”.

Dit projectplan zorgt er namelijk voor dat de geconstateerde veiligheidsproblemen en beheers-maatregelen worden aangepakt waarmee de boezemkade weer aan de waterveiligheidsnormen voldoen.

 

Voor de onderhoudswerkzaamheden aan de Drechterlandsedijk en de Walingsdijk is geen projectplan noodzakelijk.

 

1.1 Huidige situatie

Het project verbetering boezemkades (VBK) Ursem bestaat uit de volgende deelgebieden:

  • Mijzenpolder (zuidelijk deel), gemeente Alkmaar.

  • Mijzenpolder (noordelijk deel), gemeente Koggenland

  • Walingsdijk, Drechterlandsedijk gemeente Koggenland.

Dit projectplan heeft alleen betrekking op het noordelijke en het zuidelijke deel van de kades in de Mijzenpolder.

 

Figuur 1 Overzicht verbetering boezemkades Ursem, dit projectplan heeft alleen betrekking op de te verbeteren kades in de Mijzenpolder Sectie 1 tot en met 10.

 

De huidige kades zijn overal voorzien van een verharde weg op de kering, die als waterkering in beheer is van HHNK. De dijkwegen in zowel de gemeente Alkmaar als in Koggenland zijn in beheer van de gemeente. De kades grenzen overal aan het water. Langs de boezemkade zijn zowel vrijstaande woningen met tuinen aanwezig als agrarische percelen. In de bebouwde kommen van Ursem en Rustenburg voor een deel niet langs het water, maar is er bebouwing aan beide zijden van de kade aanwezig.

 

De boezemkades hebben een totale lengte van 17,9 km. Op onderstaande afbeelding zijn de deelgebieden te zien van de Oostmijzerdijk, waarbij zichtbaar is dat in de polder huizen aanwezig zijn en op andere delen van het traject alleen agrarische percelen.

 

Foto 1 Oostmijzerdijk , links de polderzijde met bebouwing / agrarische percelen rechtst de boezem

 

1.2 Gewenste situatie

De boezemkaden, waaronder de kades rondom Ursem, zijn aangemerkt als regionale waterkeringen en beschermen lagergelegen delen van het land tegen overstromingen. De kaden dienen daarom aan de bijbehorende veiligheidsnorm te voldoen. Om het wenselijk veiligheidsniveau te kunnen waarborgen, dient elke boezemkade aan een door het Interprovinciaal Overleg (IPO) vastgestelde norm te worden getoetst. Als de boezemkade niet voldoet, is het noodzakelijk deze te herstellen.

 

De boezemkades VBK-Ursem zijn in 2019 afgekeurd en zijn verdeeld in 12 secties. Bij de start van dit versterkingsproject is aanvullend onderzoek uitgevoerd om het oordeel van de toetsing aan te scherpen. Na dit onderzoek bleek dat alleen de kades van een deel van de Mijzenpolder niet voldoen aan de gestelde waterveiligheidseisen (zie paragraaf 1.2.1). De Walingsdijk en de Drechterlandsedijk voldoen wel aan de waterveiligheidseisen, maar hebben op bepaalde delen lichte onderhoudsmaatregelen nodig in het kader van dijkbeheer (zie paragraaf 1.2.2).

1.2.1 Mijzenpolder

In dit projectplan zijn de alle werkzaamheden in de Mijzenpolder sectie 3d (MZ03), sectie 01 (MZ01) en 10 (MZ10) beschreven. In de overige secties in de Mijzenpolder worden geen werkzaamheden uitgevoerd.

 

In Tabel 1 is het uiteindelijke veiligheidstekort weergegeven. Het veiligheidstekort betreft de knelpunten die in het dijkversterkingsontwerp voor een periode van 30 jaar moeten worden opgelost. Ook de maatregel die nodig is om het geconstateerde veiligheidsprobleem op te lossen is in deze tabel opgenomen.

 

Tabel 1 Overzicht kenmerken, veiligheidstekort en maatregelen

Sectie

Kenmerken sectie

Veiligheidstekort

Maatregel

Oostmijzerdijk

 

 

 

MZ01

Teensloot met groen achterland

Geen veiligheidstekort, wel werkzaamheden om het dagelijks beheer te verbeteren.

Aanbrengen palenrij

MZ10.1

Teensloot met groen achterland

Binnenwaartse stabiliteit

Aanbrengen constructie

MZ10.2

Teensloot met bebouwing

Binnenwaartse stabiliteit

Aanbrengen constructie met drainage

MZ10.3

Teensloot (waarvan deel gedempt) met groen achterland

Binnenwaartse stabiliteit

Grondverbetering, ophoging van binnenberm

en aanbrengen palenrij

MZ10.4

Geen teensloot met bebouwing

Geen

Geen maatregel nodig

MZ10.5

Teensloot met groen achterland

Binnenwaartse stabiliteit

Grondverbetering, ophoging binnenberm en aanbrengen palenrij

MZ10.6

Teensloot met transformatorhuisje

Geen

Geen maatregel nodig

Mijzerdijk

 

 

 

MZ03d

Teensloot met groen achterland

Geen veiligheidstekort, wel werkzaamheden om het dagelijks beheer te verbeteren.

Aanbrengen palenrij

 

De ligging van de (deel)secties zijn 2 en 3 verder weergegeven.

Figuur 2 Sectie MZ01 en MZ10 Oostmijzerdijk , onderverdeeld in deelsecties. De hier benoemde secties maken overdeel uit van dit Projectplan.

Figuur 3 Sectie MZ03d, Mijzerdijk , de hier benoemde secties maken overdeel uit van dit Projectplan.

 

Dit projectplan Waterwet bevat een beschrijving en onderbouwing van de werkzaamheden die worden uitgevoerd in sectie 03, 01 en 10 van de Mijzenpolder.

In dit projectplan worden de voorgenomen werken of werkzaamheden beschreven die tot gevolg hebben dat de normatieve toestand (richting, vorm, afmeting of constructie) van het

Waterstaatwerk - zoals opgenomen in de legger - wordt gewijzigd. Met andere woorden: slechts die werkzaamheden die leiden tot een wijziging van het waterstaatswerk, worden in dit projectplan omschreven (zie Tabel 1).

Er worden op hoofdlijnen twee typen maatregelen uitgevoerd om te komen tot het gewenste veiligheidsniveau van de boezemkades. Het heeft de voorkeur om alle werkzaamheden uit te voeren door middel van grondwerkzaamheden en hiermee extra stabiliteit te creëren. Deze werkzaamheden kunnen bestaan uit het ophogen van de berm of grondverbetering door het vervangen van een deel van de lichte venige grond door zwaarder zand of klei. Wanneer dit niet mogelijk is vanwege ruimtegebrek of de aanwezigheid van bebouwing wordt een constructie geplaatst.

1.2.2 Walingsdijk en Drechterlandsedijk

Overzicht van secties die vallen onder het onderhoudsprogramma van HHNK

In de secties in de gemeente Koggenland is de waterkering niet afgekeurd en kan door het uitvoeren van onderhouds- en herstelwerkzaamheden de beheerssituatie worden verbeterd. Omdat het waterstaatswerk hierbij normatief dus niet wijzigt, hoeft voor deze werkzaamheden geen projectplan te worden opgesteld. Deze werkzaamheden worden opgenomen in het onderhoudsprogramma van HHNK en worden niet verder behandeld in dit projectplan (zie Tabel 2).

 

Tabel 2 overzicht werkzaamheden in project VBK Ursem die buiten dit projectplan vallen

Sectie

Locatie (dijkpaal-nummers)

Veiligheidstekort

Maatregel onderhoudsprogramma

Walingsdijk

 

 

 

11b tot en met 11d1

WF0052 - MF0072

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

11d5

MF0076+6 - MF0083+85

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

11d8

MF0085+46 - MF0086

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

MZ12

WF0100+70 - WF0104+25

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

Drechterlandsedijk

 

 

 

MZ13b

WF0104+25 - WF0106+35

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

MZ13c2

MF0107+14 - MF0108+25

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

MZ14 b1.1 en b1.2

WF0108+25 - MF0111+34

Niet afgekeurd

Ophogen van de berm

 

De locaties van de secties zijn opgenomen in het overzicht in Figuur 1.

Figuur 1.

 

1.3 Contactpersoon

De meest recente informatie over project boezemkades Ursem is beschikbaar via www.hhnk.nl/werk-in-de-buurt. Onder andere is hier – zodra bekend - informatie over planning, hinder, verkeersmaatregelen te vinden. De contactpersoon voor dit project is omgevingsmanager K. Woestenburg.

 

De algemene contactgegevens van het HHNK zijn hieronder weergegeven:

Bezoekadres

Stationsplein 136, 1703 WC Heerhugowaard

Postadres

Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard

Telefoonnummer

072 - 582 8282

Emailadres

info@hhnk.nl

Website

www.hhnk.nl

2 Voorgenomen werkzaamheden

2.1 Ligging en begrenzing van het projectgebied

Binnen het project wordt onderscheid gemaakt tussen plangebied; het gebied waarover het plan gaat en het projectgebied; het gebied waar werkzaamheden plaatsvinden.

 

Plangebied

Het plangebied is het gebied waarop het Projectplan betrekking heeft. Het plangebied is gelegen in de gemeenten Alkmaar en Koggenland nabij Ursem en Schermerhorn.

 

Projectgebied

Het projectgebied is het gebied waar daadwerkelijk de voor de versterking benodigde maatregelen (werkzaamheden) plaatsvinden. Het projectgebied bevindt zich binnen het plangebied.

De te verbeterende secties MZ01 en MZ10 in het projectgebied liggen in de Mijzenpolder in de gemeente Alkmaar. De sectie MZ03d ligt in de gemeente Koggenland.

 

Het projectgebied is ingedeeld in verschillende secties, die soms weer zijn onderverdeeld in deelsecties met karakteristieke eigenschappen van geometrie en ondergrond. Een deelsectie is een sectie onderverdeeld in verschillende stukken, zoals bijvoorbeeld 1a.1 en 1a.2, dit noemen we deelsecties. Per (deel)sectie is een verbetermaatregel uitgewerkt. Dit is in eerste instantie met een oplossing in grond. Wanneer dit niet inpasbaar is, vanwege bijvoorbeeld de aanwezigheid van bebouwing, is er een maatwerkoplossing uitgewerkt zoals bijvoorbeeld een constructie.

 

2.2 Maatvoering

De maten en de afbeeldingen in dit projectplan zijn bepalend voor de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd. Desondanks is niet uit te sluiten dat in de uitvoering kleine afwijkingen ontstaan ten opzichte van de beschreven maatvoering. Dit is inherent aan de aard van de waterstaatswerken voorkomend uit de praktische en de noodzakelijke grofmazigheid van de uitvoeringswerkzaamheden en –machines. In Bijlage 1 zijn het ontwerp en de dwarsprofielen opgenomen met maatvoering.

 

Onvoorziene omstandigheden

Dit projectplan geeft primair duidelijkheid over de functionele eisen van de waterstaatswerken die we gaan uitvoeren. Daarnaast wordt het ruimtebeslag en de maatvoering van deze werken zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Naast dit projectplan zijn echter ook andere vergunningen nodig, zoals een omgevingsvergunning. In dat geval kan de genoemde uitvoeringsvergunning nadere invulling geven aan constructie, afmeting en uiterlijk van het waterstaatswerk.

 

2.3 De versterking

2.3.1 Toelichting veiligheidstekorten

In deze paragraaf wordt het veiligheidstekort dat hier van toepassing is, binnenwaartse stabiliteit, verder toegelicht. Een veiligheidstekort is het aspect waarop de dijk is afgekeurd. In tabel 1 is per sectie aangegeven op welk veiligheidstekort de dijk is afgekeurd.

 

Onvoldoende binnenwaartse (macro)stabiliteit

Onder macrostabiliteit wordt verstaan de veiligheid van het dijklichaam tegen afschuiving van het talud. In Figuur 4 is dit weergegeven. De macrostabiliteit van de waterkering kan in gevaar komen als de geometrie van het dijklichaam niet in staat is om weerstand te bieden aan de maatgevende hoogwaterstand. Dit kan optreden bij te steile taluds, geërodeerde taluds of een niet draagkrachtige ondergrond. De macrostabiliteit is eveneens in het geding wanneer de sterkte van de dijk is gereduceerd door een van nature hoge grondwaterstand in het dijklichaam of wanneer het dijklichaam verzadigd is met water na zware regenval of storm. Op het moment dat er veel en lang water tegen de dijk aan staat, zal ook de dijk zelf infiltreren met water, wat kan leiden tot instabiliteit van de dijk.

 

Figuur 4 Veiligheidsprobleem macrostabiliteit (ter illustratie)

2.3.2 Toelichting versterkingsoplossingen

Om het veiligheidstekort uit de vorige paragraaf op te lossen zijn diverse versterkingsoplossingen mogelijk. De versterkingsoplossingen zijn grofweg te verdelen in een dijkversterking in grond (klei of zand) of een dijkversterking met een stabiliteit scherm. In deze paragraaf zijn de verschillende versterkingsoplossingen kort toegelicht.

 

Voor VBK Ursem bestaat de dijkversterking uit:

  • Taludverflauwing met grond

  • Grondverbetering

  • Oplossing met een palenrij of een constructie

Taludverflauwing

Hierbij wordt het talud flauwer aangelegd om de stabiliteit van de dijk te verbeteren. Bij deze oplossing wordt de dijk iets breder. Bij deze oplossing wordt de kruin inclusief taluds breder, de dijk zelf wordt niet breder doordat de sloot op de huidige plek blijft liggen. Figuur 5 geeft een impressie van een taludverflauwing.

 

Figuur 5 Voorbeeld taludverflauwing

 

Grondverbetering

Bij de grondverbetering wordt plaatselijk lichte, venige grond verwijderd en nieuwe zwaardere grond aangebracht, waarbij maximaal 90 cm wordt weggehaald. Figuur 6 geeft een impressie van een grondverbetering. De ontgravingsdiepte is, in het kader van cultuurhistorie en archeologie, afgestemd met het bevoegd gezag. Zij heeft aangegeven dat deze diepte akkoord is, mede doordat op deze locatie al eerder graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden bijvoorbeeld voor het aanbrengen van kabels en leidingen.

 

Figuur 6 Voorbeeld grondverbetering

 

Oplossing met een constructie

Als lokaal de ruimte ontbreekt om de dijkversterking in grond uit te voeren kan de dijk constructief worden versterkt. Een constructieve versterking biedt zelfstandig alleen een oplossing voor het veiligheidstekort binnen- of buitenwaartse stabiliteit. Figuur 7 geeft een impressie van een constructieve versterking

 

Figuur 7 Voorbeeld constructieve versterking

 

2.3.2.1 Toelichting maatwerkoplossing

Oplossing met een palenrij

Als de dijk niet afgekeurd is op waterveiligheid, maar het talud op de waterlijn wel afkalft kan een palenrij op de waterlijn worden geplaatst. Figuur 8 geeft een impressie van een palenrij.

 

Figuur 8 Voorbeeld palenrij

2.3.3 Versterking per sectie

In deze paragraaf worden de maatregelen per sectie uitgewerkt. Eerst is er een overzichtskaart opgenomen van de locaties waar de verbeteringsmaatregelen plaatsvinden. Hier zijn de trajecten en de sectie namen aangegeven.

 

In de paragrafen is per sectie een dwarsprofiel aangegeven met een omschrijving van de werkzaamheden.

 

2.3.3.1 MZ01 Oostmijzerdijk , vanaf Sportvereniging Sporting S tot aan de bocht na Oostmijzerdijk 9

De werkzaamheden in sectie MZ01 vinden plaats tussen Sportvereniging Sporting S tot aan de bocht na de Oostmijzerdijk nummer 9. Op deze locatie zijn drie dwarsprofielen uitgewerkt, de werkzaamheden zijn overal gelijk, namelijk het aanbrengen van een palenrij in de teensloot van de dijk.

 

Figuur 9 Overzicht sectie MZ01 met de locaties van de dwarsprofielen

 

Locatie

MZ01 Oostmijzerdijk, vanaf Sportvereniging Sporting S tot aan de bocht na Oostmijzerdijk 9

Dwarsprofiel 1 en 2

 

Maatregelen

  • Aanbrengen Palenrij

 

Locatie

MZ01 Oostmijzerdijk, vanaf Sportvereniging Sporting S tot aan de bocht na Oostmijzerdijk 9

Dwarsprofiel 3

 

Maatregelen

  • Aanbrengen Palenrij

 

2.3.3.2 MZ10.1 tussen Oostmijzerdijk 12 en Vrouwenweg

De werkzaamheden in sectie MZ10.1 vinden plaats tussen Oostmijzerdijk 12 en Vrouwenweg Op deze locatie is één dwarsprofiel uitgewerkt, de werkzaamheden bestaan uit het aanbrengen van een constructie in het talud.

 

Figuur 10 Overzicht sectie MZ10.1 met de locatie van het dwarsprofiel

 

Locatie

MZ10.1 tussen Oostmijzerdijk 12 en Vrouwenweg

Dwarsprofiel 6

 

Maatregelen

  • Aanbrengen Constructie

 

2.3.3.3 MZ10.2 ter plaatse van Oostmijzerdijk 12

De werkzaamheden in sectie MZ10.2 vinden plaats ter plaatse van Oostmijzerdijk 12 Op deze locatie is één dwarsprofiel uitgewerkt, de werkzaamheden bestaan uit het aanbrengen van een constructie in het talud, het verflauwen van het talud en het aanbrengen van een grindkoffer.

 

Figuur 11 Overzicht sectie MZ10.2 met de locatie van het dwarsprofiel

 

Locatie: MZ10.2 ter plaatse van Oostmijzerdijk 12

Dwarsprofiel 7

 

Maatregelen

  • Aanbrengen Constructie

  • Aanbrengen grindkoffer met drainage om wateroverlast te voorkomen

  • Aanbrengen palenrij

 

2.3.3.4 MZ10.3 tussen Oostmijzerdijk 10 en Oostmijzerdijk 12

De werkzaamheden in sectie MZ10.3 vinden plaats tussen Oostmijzerdijk 10 en 12. Op deze locatie is één dwarsprofiel uitgewerkt, de werkzaamheden bestaan het verflauwen van het talud, het ophogen van de berm inclusief het verbeteren van de grond en het aanbrengen van een palenrij.

 

Figuur 12 Overzicht sectie MZ10.3 met de locatie van het dwarsprofiel

 

Locatie

MZ10.3 tussen Oostmijzerdijk 10 en Oostmijzerdijk 12

Dwarsprofiel 8

 

Maatregelen

  • Taludverflauwing

  • Grondverbetering en ophoging van binnenberm

  • Berm aansluiten op bestaande situatie

  • Aanbrengen van een palenrij

 

2.3.3.5 MZ10.5 het eerste perceel dat in het Zuidwesten grenst aan Oostmijzerdijk 10

De werkzaamheden in sectie MZ10.5, het eerste perceel in het Zuidoosten dat grenst aan Oostmijzerdijk 10. Op deze locatie is één dwarsprofiel uitgewerkt, de werkzaamheden bestaan het verflauwen van het talud, het ophogen van de berm inclusief het verbeteren van de grond, en het aanbrengen van een palenrij.

 

Figuur 13 Overzicht sectie MZ10.5 met de locatie van het dwarsprofiel

 

Locatie

MZ10.5 het eerste perceel dat in het Zuidwesten grenst aan Oostmijzerdijk 10

Dwarsprofiel 10

 

Maatregelen

  • Taludverflauwing

  • Grondverbetering en ophoging van binnenberm

  • Berm aansluiten op bestaande situatie

  • Aanbrengen palenrij

 

2.3.3.6 MZ03.d tussen Mijzerdijk 7 tot en met 11

De werkzaamheden in sectie MZ10.3 tussen Mijzerdijk 7 tot en met 11. Op deze locatie zijn twee dwarsprofielen uitgewerkt, de werkzaamheden bestaan uit het aanbrengen van een palenrij aan de boezemzijde van de dijk (in het oostelijk deel van de sectie) en het aan het aanbrengen van een palenrij in de teensloot. In het meest westelijk deel is alleen een palenrij noodzakelijk in de teensloot.

 

Figuur 14 Overzicht sectie MZ03.d, Mijzerdijk met de locaties van het dwarsprofielen

 

Locatie: MZ03.d tussen Mijzerdijk 7 en 8

Dwarsprofiel 4

 

Maatregelen

  • Aanbrengen constructie

  • Aanbrengen palenrij

Locatie: MZ03.d ter plaatse van Mijzerdijk 10

Dwarsprofiel 5

 

Maatregelen

  • Aanbrengen palenrij

 

2.4 Effecten op de omgeving

In dit hoofdstuk zijn de effecten van de activiteiten ten behoeve van dit project beschreven. De effecten zijn zowel voor de gebruiksfase als de uitvoeringsfase bepaald. De gebruiksfase betreft de situatie na de uitvoering van het project.

 

Het totaal aan effecten is opgenomen in de M.e.r.-beoordelingsnotitie (juli 2023) met registratienummer D10061837, Bijlage 2. In dit hoofdstuk zijn alleen relevante mitigerende en compenserende maatregelen benoemd die van toepassing zijn op de werkzaamheden zoals deze beschreven zijn in dit projectplan.

2.4.1 Belanghebbenden

Voor het Plan van Aanpak VBK3 Ursem is afgesproken hoe en op welke wijze belanghebbenden (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen) worden betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het werk. Dit als voorbereiding voor toekomstig werken onder de Omgevingswet, en conform het op 13 april 2022 door HHNK vastgestelde participatiebeleid (21.1046010). In deze paragraaf is beschreven wat er gebeurd is op het gebied van participatie en communicatie. De manier van participatie en communicatie is in onderstaande paragrafen aangegeven.

 

Participatie

Participatie doe je door ingezetenen en belanghebbenden (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen) vroegtijdig te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid, een besluit, een project of activiteit. Een project ter verbetering van boezemkades kan door middel van participatie leiden tot hogere kwaliteit of een grotere maatschappelijke draagkracht.

 

Bepalend voor de wijze van participatie is de mate van impact die het project op belangen in de omgeving en bij stakeholders heeft. Ook speelt een rol in welke mate participatie kan bijdragen aan de vorm van het uit te voeren project en de uitvoering van het project.

 

In het projectteam van HHNK zijn deze belangen, alsmede de mate van flexibiliteit in de te kiezen oplossingen, verkend. Uitgangspunt van het werk is dat de aanpassing van de kade geen nadelen voor huidige gebruikers en belanghebbenden oplevert. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande gebiedskennis en ervaring in vergelijkbare kadeverbeteringsprojecten van HHNK. Bij de eerste verbeterontwerpen voor de kades VBK-3 Ursem werd duidelijk dat de impact op de leefwereld van eigenaren en bewoners, van het landschap en de diverse andere omgevingsaspecten zeer beperkt was. Na diverse ontwerpsessies in het projectteam VBK3 Ursem is het eind 2021 gelukt het benodigde ruimtebeslag van de kadeverbetering te beperkten. Plaatselijk is een beperkte aanpassing van het bestaande profiel van de waterkering noodzakelijk (zie Figuur 2 en Figuur 3). Individuele belangen van enkele stakeholders worden in beperkte mate geraakt, bijvoorbeeld in de vorm van inpassing van opritten of afwatering van het kadelichaam. Deze belangen zijn met de betrokkenen in keukentafelgesprekken besproken.

 

Ontwikkelingen en meekoppelprojecten van andere overheden (beide gemeenten, provincie) of landschapsbeheerders, die invloed kunnen hebben op het project, zijn in deze fase ook verkend en uitgesloten. Daarnaast is tijdens de voorbereiding voor VBK3 Ursem de Provincie Noord-Holland het gebiedsproces Eilandspolder-Mijzen gestart 1 waarvoor inmiddels – medio 2023 – grondaankopen zijn gedaan. HHNK is deelnemer in de projectgroep van dit proces. Voor het ontwerp van de kadeverbetering in de Mijzenpolder zijn geen effecten te verwachten.

 

Communicatie

Begin 2022 was het concept-ontwerp VBK-3 Ursem gereed, in februari 2022 is gestart met communicatie over de benodigde ingreep via onder andere:

  • Keukentafelafspraken met individuele bewoners.

  • Een nieuwsbrief aan direct betrokkenen in het projectgebied.

  • Een overleg met de gemeentes/bevoegde gezagen over mogelijke raakvlakken en de vergunningenprocedure.

  • Een mail aan mogelijk geïnteresseerde maatschappelijke organisaties in het gebied (dorpsraden, historische verenigingen). Met een aantal organisaties is informatief overlegd.

In 2023 wordt het definitieve plan ook via de website officielebekendmakingen.nl gepubliceerd. Ook de nodige vergunningen worden in dezelfde periode aangevraagd. Daarbij zal een bredere kring van mogelijke belanghebbenden worden geïnformeerd, onder andere via:

  • Informatie op de website van HHNK.

  • Mails aan betrokken organisaties (dorpsraad, historische vereniging).

Aan de uitvoerende aannemer worden tijdens de uitvoering voorwaarden voor correcte en tijdige bouwcommunicatie gesteld.

2.4.2 Wonen en werken

De aanliggende percelen aan het projectgebied zijn in het bezit van particuliere eigenaren. Daarnaast bevinden zich onder andere verschillende (agrarische) bedrijven in het plangebied.

 

Uitgangspunt bij de uitvoering is dat de woningen en bedrijven altijd bereikbaar blijven. Na de uitvoering is de bereikbaarheid van woningen en bedrijven weer gelijk aan de huidige situatie.

2.4.3 Verkeer en bereikbaarheid

Uitgangspunt is dat woningen en bedrijven tijdens de uitvoering bereikbaar blijven. Tijdens de uitvoering kan tijdelijk wel enige overlast worden veroorzaakt, bijvoorbeeld door kortdurende verkeersbelemmering of omrijroutes. De aanvoer van de benodigde materialen zoals grond en zand vindt voornamelijk plaats via de hoofdwegen en vaarwegen. Over de wijze van uitvoering wordt door de aannemer vooraf overleg gevoerd met de omliggende perceeleigenaren. Voorafgaand aan het werk wordt afgestemd met weg- en vaarwegbeheerder.

 

De aannemer maakt voor de uitvoering een verkeersplan waarin maatregelen inclusief omrijroutes opgenomen zijn om de verkeershinder zoveel mogelijk te beperken.

2.4.4 Veiligheid

De veiligheid voor de omgeving staat tijdens en na de werkzaamheden centraal. In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de veiligheid voor de omgeving wordt gewaarborgd tijdens en na de werkzaamheden conform de leidraden van het hoogheemraadschap.

 

Verkeer

Mogelijk dat tijdens deze werkzaamheden er kortdurende verkeersbelemmering zijn. De aannemer geeft omrijroutes aan met borden. Bij kortdurende verkeersbelemmeringen wordt mogelijk verkeersregelaars of tijdelijke verkeerslichteninstallaties ingezet.

Tijdens het werk houdt de aannemer de toevoerwegen veilig vrij van obstakels en verontreiniging.

 

V&G plan

Vooraf aan de realisatie wordt een Veiligheids- & Gezondheidsplan Ontwerpfase opgesteld. Op basis van dat plan wordt door de aannemer voor start van het werk een V&G plan Uitvoeringsfase opgesteld. De werkzaamheden vinden plaats volgens de hierin opgenomen veiligheidsmaatregelen.

 

Bepalingen en voorschriften

Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden wordt gewerkt volgens de Standaard RAW Bepalingen 2020 (Standaard 2020), de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) en de Nederlandse normen van de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut (NEN).

 

Boezemkering

De veiligheid (stand zekerheid) van de waterkering wordt tijdens de uitvoering gewaarborgd door uitvoeringstechnische voorwaarden die in het uitvoeringsplan zijn opgenomen. Onder andere de fasering van de aan te brengen ophoogslagen met de voorgeschreven wachttijden, voorwaarden met betrekking tot toegestane belasting op de dijk, beperkingen aan ontgravingen aan de waterkering en het plaatsten van zakbakens die de optredende zetting monitoren ten aanzien van de berekende zettingen.

 

Nulmetingen woningen en wegen

De aannemer heeft een inspanningsverplichting om schade aan weg, waterkering en omliggende bebouwing zo goed mogelijk te voorkomen. Om de veiligheid van bestaande gebouwen ook tijdens de uitvoering te borgen worden voorafgaand aan de werkzaamheden bij de gebouwen die aan het project grenzen bouwkundige vooropnames uitgevoerd door een bureau dat is ingeschreven bij en voldoet aan de Richtlijnen Bouwkundige Opname van het Nederlands Instituut Van Register Experts (NIVRE). Na afloop van de werkzaamheden worden eindopnamen uitgevoerd.

Aan de hand van deze bouwkundige vooropname wordt een analyse gemaakt of aanvullende maatregelen in de uitvoering noodzakelijk zijn om schade aan gebouwen te voorkomen.

 

Van de wegen die gebruikt worden voor transport van materiaal en materieel van en naar het werk wordt een begin en eindopname gemaakt. Schades die door de werkzaamheden ontstaan en de verkeersveiligheid in het geding brengen worden na afloop van de werkzaamheden direct hersteld.

 

Contract en uitvoering

Tijdens de werkzaamheden voert HHNK controlemomenten uit. In het contract met de aannemer worden zogenaamde “stoppunten” opgenomen waarbij HHNK voor ieder kritisch moment een 'go or no-go' heeft. Voorbeelden van deze momenten zijn:

  • Voorafgaand aan te nemen verkeersmaatregelen.

  • Na uitgevoerde nulmeting omgeving.

  • Na beschikbaar komen rapportage bouwkundige vooropname.

  • Na aanbrengen kabel- en leidingmarkeringen en beschermingsmiddelen.

  • Voor start ophoogslag onderberm per verbeteringstraject.

2.4.5 Landbouw en veeteelt etc.

De werkzaamheden vinden niet plaats op landbouwpercelen. Op de betreffende kades is geen sprake van pacht of gebruik door derden.

2.4.6 Recreatie en toerisme

Waar nodig en gewenst wordt tijdens de uitvoering van de verbetermaatregelen een omleidingsroute aangegeven voor fietsers en wandelaars.

2.4.7 Natuur

Bijlage 3 ‘Natuurtoets Dijkverbetering VBK Ursem’ geeft een uitgebreid overzicht van de natuurtoets. Hieronder is overzicht gegeven van de conclusies.

 

Natura 2000

Voor projecten en activiteiten die mogelijk een negatief effect hebben op beschermde natuur - in een Natura 2000-gebied - moet een vergunning aangevraagd worden. Dat is geregeld in de Wet natuurbescherming. Vergunningen worden verleend door Gedeputeerde Staten. Bij het beoordelen van een vergunningaanvraag speelt onder meer het betreffende provinciale beheerplan een rol.

 

Voor aangewezen beschermde natuurgebieden zijn aanwijzingsbesluiten opgesteld, waarin de instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgelegd. Instandhoudingsdoelen richten zich op algemene doelen, habitattypen, habitatsoorten, broedvogels en niet-broedvogels.

 

Met de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden op de Oostmijzerdijk 2, zijn mogelijke significante negatieve gevolgen op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden uit te sluiten. Een verdere Passende Beoordeling (PB) of een vergunningentraject voor het onderdeel gebiedenbescherming van de Wet natuurbescherming is voor de werkzaamheden niet nodig.

 

De werkzaamheden aan de Mijzerdijk3 vallen onder de noemer Ruimtelijke ingreep en daarom zijn mogelijke significante negatieve gevolgen op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden hier niet uit te sluiten. Dit wordt veroorzaakt door stikstofdepositie in de aanlegfase. Deze depositie kan leiden tot negatieve effecten op stikstofgevoelige habitattypen of stikstofgevoelig leefgebied in Natura 2000-gebieden. De hoeveelheid geproduceerde stikstof en de effecten daarvan dienen zijn nader onderzocht met behulp van het rekenprogramma Aerius calculator. Uit deze berekeningen zijn geen resultaten boven de 0,00 mol/ha berekend. Bij de bronnen is verwezen naar de onderliggende documenten. Zie bijlage 7.

 

Natuurnetwerk Nederland

Het Nationaal Natuurnetwerk (NNN) werd vroeger de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) genoemd. Het NNN is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing en de ontwikkeling van dit natuurnetwerk.

Negatieve effecten op aanwezige wezenlijke kenmerken en waarden van NNN-gebied of natuurverbindingen kunnen binnen het plangebied op voorhand worden uitgesloten. Daarnaast is de dijk al een bestaand landschapselement. Het enigszins ophogen hiervan leidt niet tot aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de NNN-gebieden in de omgeving.

 

Soortenbescherming

De Wet natuurbescherming beschermt naast Natura 2000-gebieden ook in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. De soortenbescherming bestaat uit een zorgplicht voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en kent verschillende verbodspalingen. De zorgplicht heeft tot doel dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De verbodsbepalingen zorgen ervoor dat in het wild levende soorten worden beschermd. De Wet natuurbescherming maakt onderscheid in soorten op grond van de Vogelrichtlijn (paragraaf 3.1), soorten op grond van de Habitatrichtlijn (paragraaf 3.2) en overige soorten (paragraaf 3.3). Er geldt als uitgangspunt dat een ontheffing is vereist voor het uitvoeren van werkzaamheden waarbij overtreding van de genoemde verbodsbepalingen optreden, tenzij er sprake is van een vrijstelling op grond van de Gedragscode Flora- en faunawet voor Waterschappen 20194 .

 

Het gebied is onderzocht, de resultaten van deze natuurtoets zijn in Bijlage 3 bij het projectplan gevoegd. Uit deze natuurtoets blijkt dat effecten op de volgende beschermde dier- en plantensoorten kunnen voorkomen.

De effecten en de maatregelen zijn hier kort samengevat.

  • Diverse nesten jaarrond beschermd (o.a. huismus, steenuil, buizerd)

  • Overige vogels (o.a. meerkoet, kievit, houtduif)

  • Grondgebonden zoogdieren (bunzing, hermelijn, wezel, waterspitsmuis, Noordse woelmuis)

  • Vleermuizen (Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger, Meervleermuis, Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis, Tweekleurige vleermuis, Watervleermuis)

  • Ringslang

  • Rugstreeppad

De volgende maatregelen worden genomen om de effecten te beperken of te niet te doen:

  • 1.

    Het voorkomen van het beschadigen of vernietigen van broedgevallen door het project in de periode augustus t/m februari uit te voeren of door broedgevallen in kaart te brengen en deze te mijden.

  • 2.

    Het te allen tijde een vluchtweg voor dieren vrij te houden, zodat deze de werkzaamheden kunnen ontvluchten.

  • 3.

    Voorkomen van continue sterke verlichting van de vaart tussen zonsondergang en zonsopkomst in de periode april t/m oktober.

Weidevogelleefgebieden

Weidevogelleefgebieden kennen, net als het NNN, een bescherming op grond van de Omgevingsverordening van de provincie, welke wordt vertaald in bestemmingsplannen.

 

Het plangebied ligt alleen ter hoogte van locatie 3 voor een klein deel binnen gebieden die zijn aangewezen als kernkwaliteit Habitat voor Weidevogels. Locatie 3 is gelegen ter hoogte van sectie MZ10 (sectie 10.2 t/m 10.5). De werkzaamheden leiden niet tot permanente aantasting van de openheid, stilte, waterpeil of de bodemstructuur binnen deze als BPL aangewezen gebieden. Werkzaamheden op de dijk en de eventuele verhoging en verbreding vallen binnen de verstoringszone van de huidige dijk, waardoor kan worden uitgesloten dat de werkzaamheden de habitat voor weidevogels verkleinen. Er is daarom geen sprake van negatieve effecten op de kernkwaliteit Habitat voor Weidevogels.

2.4.8 Waterkwaliteit

Slootdempingen maken geen onderdeel uit van de werkzaamheden voor de dijkverbetering, er worden ook geen nieuwe sloten gegraven. Mogelijk dat voor het aanbrengen van de palenrij in de teensloot de bestaande bagger wordt verplaatst of verwijderd, dit heeft geen effect op de waterkwaliteit.

2.4.9 Bodem

In het project wordt een geringe hoeveelheid grond ontgraven. Voorafgaand aan de uit te voeren werkzaamheden is een vooronderzoek milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd voor de locaties waar grond vrij zal komen. Er worden nog boringen uitgevoerd in de Mijzenpolder, zoals beschreven in Bijlage 5 ‘Vooronderzoek milieukundig bodemonderzoek Ursem’. De verwachting is dat de uitkomst van deze boringen geen beperkend effect zal hebben op de uitvoerbaarheid van de te treffen maatregelen. Afhankelijk van de milieu hygiënische kwaliteit van de bodem, wordt de ontgraven gebiedseigen grond afgevoerd naar een erkende verwerker of in overleg met aanwonenden lokaal verwerkt. De humeuze toplaag wordt ter plaatse van de bermen en taluds maximaal 0,20 m ontgraven, en na afloop weer verwerkt als toplaag op de versterkte dijk. Hiervoor kan op basis van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente ontgraven worden. Voor de benodigde grondaanvullingen zal schone grond/klei worden toegepast.

2.4.10 Landschap, cultuurhistorie en archeologie

Landschap

Het toetsingskader voor het landschap bestaat onder andere uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de provinciale ruimtelijke verordening en het bestemmingsplan van de gemeente Alkmaar. Uitgangspunt is om het bestaande landschappelijke beeld niet te verslechteren.

 

Bij het analyseren van het gebied is gekeken naar de impact van de uit te voeren maatregelen in relatie tot de cultuurhistorie, het landschap in de polder en de dijk. Hierbij is de inpasbaarheid van de maatregelen geanalyseerd en is een aantal voorstellen om de maatregelen met betrekking tot landschappelijke inpassing, gekoppeld aan het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan, zo passend mogelijk uit te voeren. Er worden weinig landschappelijke beperkingen verwacht.

 

Cultuurhistorie

Gemeenten moeten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening houden met cultuurhistorische waarden. Deze verplichting, die voorkomt uit het rijksbeleid voor modernisering van de monumentenzorg (MoMo), is vanaf 1 januari 2012 vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het doel van deze verplichting is bevorderen dat de cultuurhistorische waarden al bij de start van een planontwikkeling een rol spelen en worden meegewogen in de besluitvorming.

 

De Oostmijzerdijk heeft op dit moment, naast de functie als dijk, een functie als ontsluitingsweg voor enkele binnendijkse woonerven met met woon- of agrarische functie. De dijk met weg vormt op die manier scheiding tussen het boezemwater (Zwet/Beemsterringvaart) en het agrarische veenpolderlandschap. De weilanden van de Mijzenpolder zijn onderdeel van het cultuurhistorische veenlandschap en deel van het cultuurhistorische ensemble Schermer-Beemster. De Mijzenpolder wordt gekenmerkt door zeer onregelmatige veenpolderverkavelingen. Deze (historische) verkavelingen zijn nog vrijwel intact en hebben, afhankelijk van de ontginningsperiode, een stroken- of blokvormige verkaveling. De Mijzenpolder ligt ingeklemd tussen de Schermer- en de Beemsterpolder, die daarentegen worden gekenmerkt door een geometrische verkaveling. Hierdoor ontstaat een groot contrast tussen de landschappelijke eenheden. De dijk van de Mijzenpolder is Historisch-morfologisch van betekenis omdat hij in de loop der tijd hersteld, opgehoogd en afgegraven is. Belangrijk hierbij is de samenstelling van het dijklichaam en de vorm van het profiel daarvan, zoals minimum breedte, taludhelling etc. De dijk vormt een beeldbepalend element in het Noord-Hollandse polderlandschap door de continuïteit en de hoogte van de dijk en de openheid van het landschap. Tenslotte heeft de dijk nog historisch-ruimtelijke betekenis als scheiding tussen oud een veenpolderlandschap (Mijzenpolder) en droogmakerij (Beemster), waardoor hij een essentieel deel uitmaakt van het dijklandschap. Dit cultuurlandschap heeft in de loop der tijd in hoge mate invloed uitgeoefend op de huidige uiterlijke verschijningsvorm van verschillende dijkvakken. Specifiek gaat het om de volgende cultuurhistorisch waardevolle structuren/ elementen:

  • Veenlandschap van de Mijzenpolder en de onregelmatige verkaveling van deze polder.

  • Het dijkprofiel van de Oostmijzerdijk.

  • Contrast tussen het veenlandschap aan de ene kant van de dijk en droogmakerij aan de andere kant.

Archeologie

Door ondertekening van het Verdrag van Malta heeft Nederland zich verplicht om bij de planvorming rekening te houden met archeologische waarden in een gebied. Uitgangspunt daarbij is behoud van archeologische waarden ‘in situ’ (bij behoud in situ blijven de archeologische waarden in de bodem bewaard). De Wet op de archeologische monumentenzorg legt beperkingen op ten aanzien van het grondgebruik. Bij aantasting van archeologische waarden geldt het uitgangspunt dat de verstoorder betaalt. Aangezien het niet is uit te sluiten dat de voorgenomen werkzaamheden archeologische waarden aantasten is het archeologische belang met de vakgroep Erfgoed van de gemeente Alkmaar verkend.

 

Voor het beleid en de verwachtingskaart in het gebied wordt terugvallen op de documenten van de voormalige gemeente Schermer, omdat de huidige fusiegemeente (Alkmaar) deze stukken nog niet heeft geactualiseerd. De werkzaamheden worden uitgevoerd in een gebied dat drie verschillende verwachtingswaarden heeft. Het gaat om een waterbodem, dijk en een veenpoldergebied. Gebaseerd op de bekende archeologische waarnemingen, de geschiedenis en kennis van overige veengebieden in de omgeving, kunnen sporen van landbouw en van bewoning vanaf de late middeleeuwen verwacht worden. Deze kunnen zich reeds binnen enkele decimeters onder de oppervlakte bevinden en kunnen concreet bestaan uit ploegsporen, fundamenten van huizen, ophogingen, afvalkuilen, waterputten, beerputten, paalsporen van huizen, slootvullingen, gebruiksvoorwerpen en gereedschappen. De dijken zijn in de loop van de tijd op diverse manieren verstevigd, verzwaard en verhoogd. In de dijken kan echter nog altijd een kern verwacht worden van de 12e- of 13e-eeuwse dijk, of later als de dijken later zijn aangelegd. Bovendien kan een doorsnede van een dijk informatie opleveren over de verschillende fasen van ophoging van de dijk en de materialen waarmee dat werd gedaan. Dit maakt dijken een belangrijke bron van informatie, vooral omdat nog slechts weinig van deze informatie bekend is. Om de bekende archeologische waarden in beeld te brengen is gebruik gemaakt van Arcgis 3. Hieruit komt naar voren dat er in het gebied waar gewerkt wordt geen bekende waarden aanwezig zijn.

 

De vakgroep Erfgoed van bevoegd gezag Gemeente Alkmaar heeft aangegeven dat er voor de werkzaamheden op dit specifieke tracé van de dijkversterking van de Oostmijzerdijk geen aanvullende archeologische verplichtingen zijn, behalve de wettelijke meldingsplicht bij het doen van toevalsvondsten aan de gemeentelijk archeologen. (zie verder bijlage 4 Adviesmemo effecten op de Westfriese Omringdijk en bijlage A van de MER-beoordelingsnotitie).

2.4.11 Niet gesprongen explosieven

Bij aanvang van het project is gecheckt of vanuit baggerwerken in de vaarten NGE-onderzoeken voor het projectgebied VBK Ursem beschikbaar zijn. Dat blijkt het geval. In 2015 heeft bureau IDDS voor het tracé Rustenburg-Avenhorn-Schermerhorn onderzoek verricht. In 2018 is een NGE-verkenning uitgevoerd voor het deel Ursem-Schermerhorn door bureau REASeuro. Uit de onderzoeken (Bijlage 6) blijkt dat het projectgebied onverdacht is voor niet-gesprongen explosieven. Er is geen reden om aan te nemen dat ontwikkelingen in het gebied of heden ten dage beschikbare nauwkeuriger onderzoeksmethoden de kans op voorkomen van NGE vergroten.

2.4.12 Licht, geluid, luchtkwaliteit en trillingen

Licht

Om het effect van de voorgenomen werkzaamheden met betrekking tot het gebruik van kunstlicht op de omgeving te beperken worden restricties opgelegd aan de uitvoerder voor het gebruik van kunstlicht. Dit wordt gedaan om hinder of verstoring te voorkomen. Er wordt tussen zonsondergang en zonsopkomst niet met sterke verlichting gewerkt. Hierdoor is overlast voor omwonenden en natuur beperkt. In het uitvoeringsplan worden de exacte werktijden en periode benoemd waarbinnen geen gebruik mag worden gemaakt van kunstlicht. Dit uitvoeringsplan zal worden opgesteld door de uitvoerende partij.

 

Geluid

Van een extra geluidsbelasting op de omgeving is alleen sprake tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Grondwerk en het trillen of het heien van constructies kan belastend zijn voor de omgeving. In het door de uitvoerder op te stellen uitvoeringsplan wordt aangegeven wanneer welke werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de reguliere werktijden. Grondkerende constructies worden lokaal toegepast op maatwerklocaties, in afstemming met de perceeleigenaar, waardoor de impact van geluidsoverlast beperkt is.

 

Lucht

De werkzaamheden voor de realisatie van het project worden uitgevoerd met machines die qua milieueisen (uitstoot van gassen en geluid) aan de vigerende wettelijke verplichtingen voldoen. Periodiek worden deze eisen door de overheid gewijzigd of aangescherpt. Het door de opdrachtnemer voor de realisatie te gebruiken materieel (kranen, vrachtauto's, etc.) moet aan deze eisen voldoen. Extra belasting tijdens de uitvoering zal ten opzichte van de bestaande situatie gering zijn.

 

Trillingen

Trillingen kunnen veroorzaakt worden door de wijze van uitvoering, zoals het slaan of intrillen van damwanden of door zwaar bouwverkeer dat langsrijdt.

 

Bij het aanbrengen van verticale constructies kan onder andere een keuze gemaakt worden voor drukken, trillen of heien. Bij het detailleren van het ontwerp door de uitvoerder wordt de verticale constructie nader gespecificeerd, evenals de methode van aanbrengen.

 

Voor werken nabij opstallen wordt vooruitlopend op de uitvoering een bouwkundige opname gemaakt voor het kunnen vaststellen van schade als gevolg van de werkzaamheden, na afloop. Ook worden de risicovolle gebouwen tijdens de werkzaamheden gemonitord op trilling en zetting.

2.4.13 Kabels en leidingen

Voor het plangebied is een KLIC-melding uitgevoerd. De verbeteringswerkzaamheden zijn afgestemd met de nutsbeheerders om de effecten op hun kabels en leidingen te bepalen. Voor de werkzaamheden is het niet noodzakelijk om kabels en leidingen te verleggen.

2.4.14 Ontwikkelingen in de directe omgeving

Er zijn geen ontwikkelingen in de directe omgeving die resulteren in (cumulatieve) effecten op de uitvoering van het project.

 

2.5 Randvoorwaarden en uitgangspunten voor de uitvoering

In onderstaande paragraaf zijn de randvoorwaarden en de uitgangspunten voor de uitvoering verder toegelicht.

2.5.1 Voorgenomen planning

De realisatie is gepland tussen 2024-2026. Op het moment dat de exacte planning van de werkzaamheden bekend zijn communiceert HHNK dit met aanwonenden.

2.5.2 Benodigde toestemmingen, ontheffingen en vergunningen

Onder andere de volgende toestemmingen, ontheffingen en vergunningen zijn benodigd:

  • 1.

    Projectplan Waterwet

  • 2.

    M.e.r.-beoordelingsnotitie

  • 3.

    Omgevingsvergunning (bouw)

  • 4.

    Graafmelding (Klic-melding)

  • 5.

    Ontgrondingenmelding

Diverse vergunningen/meldingen zijn mogelijk van toepassing. Hiervoor is ofwel nadere afstemming met het bevoegd gezag nodig, moet dit blijken uit nader onderzoek, of is dit afhankelijk van de detailleringen en uitvoeringswijze van de aannemer. De werkzaamheden worden altijd uitgevoerd conform vigerende wet- en regelgeving.

2.5.3 Maatregelen ter voorkoming van mogelijke nadelige gevolgen

Tijdens de uitvoering worden maatregelen getroffen ter voorkoming van mogelijke nadelige gevolgen. Zo worden risicovolle gebouwen gemonitord tijdens de realisatie. Als er verontreinigde grond aanwezig is wordt deze afgevoerd. Er worden maatregelen genomen om het verkeer veilig langs het werk te leiden. Verder vinden er geen werkzaamheden plaats in het broedseizoen en wordt er gewerkt conform de zorgplicht.

2.5.4 Beschikbaarheid van de benodigde grond

Alle gronden waar werkzaamheden gepland staan, zijn in eigendom van het hoogheemraadschap. Er zijn dus geen aanvullende maatregelen nodig vanuit grondverwerving.

 

2.6 Afwijkingsmogelijkheden in de uitvoering

Dit projectplan geeft primair duidelijkheid over de functionele eisen van de waterstaatswerken die we gaan uitvoeren. Daarnaast wordt het ruimtebeslag en de maatvoering van deze werken zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Naast dit projectplan zijn echter ook andere vergunningen benodigd, zoals een omgevingsvergunning. In dat geval kan de genoemde uitvoeringsvergunning nadere invulling geven aan constructie, afmeting en uiterlijk van het waterstaatswerk.

 

Inherente afwijkingsmogelijkheden

In bijlage 1 staan de afbeeldingen en de afmetingen van de waterstaatswerken die we gaan wijzigen. Deze maten en de afbeeldingen zijn bepalend voor de wijze waarop het werk zal worden uitgevoerd. Desondanks is niet uit te sluiten dat in de uitvoering kleine afwijkingen ontstaan van de hierboven beschreven maatvoering. Dit is inherent aan de aard van de waterstaatswerken voorkomend uit de praktische en de noodzakelijke grofmazigheid van de uitvoeringswerkzaamheden en –machines.

 

Nadere invulling bij omgevingsvergunning

Dit projectplan geeft primair duidelijkheid over de functionele eisen van de waterstaatswerken die het hoogheemraadschap gaat uitvoeren. Daarnaast wordt het maximale ruimtebeslag en de maatvoering van deze werken zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Voor de aanleg of wijziging van sommige waterstaatswerken (zoals het aanbrengen van een langsconstructie en oeverbeschoeiing) geldt echter dat naast dit plan nog een omgevingsvergunning (bouwvergunning) of andere vergunning of toestemming (ontgrondingenmelding) nodig is. In dat geval kan de genoemde uitvoeringsvergunning nadere invulling geven aan de uiteindelijke constructie, de afmeting en het uiterlijk van het waterstaatswerk.

 

Aandachtspunt conditionerende onderzoeken

Het hoogheemraadschap heeft verschillende onderzoeken uitgevoerd zoals een natuurtoets, waterbodemonderzoek en archeologisch onderzoek. Ondanks de verrichte onderzoeken is niet volledig uit te sluiten dat tijdens de uitvoering onverwachte vondsten worden gedaan en afwijkingen noodzakelijk zijn (zie paragraaf 2.2).

 

2.7 Beheer en onderhoud

Op het moment dat dit projectplan is uitgevoerd, zal het hoogheemraadschap de gerealiseerde werken inmeten en optekenen op revisietekeningen. Vervolgens worden de maten of de functionele eisen in de legger vastgelegd. Deze werkzaamheden vinden binnen de bestaande legger plaats waardoor aanpassing niet nodig is.

 

2.8 Schade en nadeelcompensatie

Bij de voorbereiding van dit projectplan is een verkenning gedaan naar de gevolgen van dit project voor omwonenden of bedrijven. Met direct betrokkenen zijn gesprekken gevoerd. De kans van optreden van (vervolg-) schade en nadeelcompensatie is hiermee geminimaliseerd.

2.8.1 Nadeelcompensatie

Indien een belanghebbende als gevolg van de uitvoering van het projectplan schade lijdt, kan zij bij het hoogheemraadschap een verzoek om een vergoeding indienen. Het hoogheemraadschap keert een schadevergoeding uit voor zover de schade redelijkerwijs niet ten laste van de indiener moet komen en de schade niet al anderszins is verzekerd. Schade die binnen het normaal maatschappelijke risico valt, wordt derhalve niet vergoed. Een belanghebbende kan zijn verzoek indienen tot uiterlijk vijf jaar nadat hij heeft vastgesteld dat hij in een wezenlijk nadeliger positie is komen te verkeren door de uitvoering van het projectplan. Twintig jaar na het afgerond zijn van de werkzaamheden verjaart elke mogelijkheid om nadeelcompensatie te vragen. Bij de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie past het hoogheemraadschap de Verordening nadeelcompensatie 2015 van het hoogheemraadschap toe, die is in te zien op de website www.hhnk.nl. Ook een beheerder of eigenaar die zijn kabel of leiding moet aanpassen vanwege het projectplan, kan het hoogheemraadschap om nadeelcompensatie vragen. De Verordening nadeelcompensatie 2015 van het hoogheemraadschap verklaart de Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten Rijkswaterstaatwerken en Spoorwerken 1999 van overeenkomstige toepassing op deze verzoeken.

2.8.2 Uitvoeringsschade

Tijdens de realisatie van de versterking kan sprake zijn van niet voorziene situaties waarbij als gevolg van werkzaamheden fysieke schade wordt toegebracht aan de eigendommen van derden (doorgaans gebouwen, grondstructuur, gewassen en dergelijke). Als deze schade onverhoopt optreedt en aan de werkzaamheden zijn toe te schrijven, kan het hoogheemraadschap de eigenaar/gebruiker schadeloosstellen.

 

2.9 Rechtsbescherming

Ter voorbereiding van werkzaamheden aan een waterstaatswerk dient de waterbeheerder een projectplan op te stellen. Het hoogheemraadschap is als beheerder van het waterstaatswerk het bevoegd gezag dat het projectplan vaststelt.

 

Dit plan is tot stand gekomen na zorgvuldig onderzoek naar alle relevante belangen en waarden en in afstemming met de kaders vanuit wetgeving en beleid. Toch kan het zijn dat belanghebbenden opmerkingen hebben op dit plan en/of vinden dat hun specifieke belang onvoldoende is meegenomen. De inspraakverordening van HHNK stelt dat voor een projectplan met betrekking tot een waterstaatswerk inspraak wordt verleend overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat eerst de mogelijkheid wordt geboden gedurende zes weken de stukken in te zien en de mogelijkheid zienswijzen naar voren te brengen. Na de bestuurlijke vaststelling is er beroep mogelijk bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op de behandeltermijnen is eveneens de Crisis- en herstelwet van toepassing.

 

Bijlagen  

 

De volgende achtergronddocumenten liggen ten grondslag aan dit projectplan:

 

Ontwerp

  • 1.

    Ontwerptekeningen

    • Dwarsprofielen, Arcadis (2023)

    • Definitief ontwerp (2023)

    • Overzicht maatwerklocaties inclusief details, Arcadis (2023)

Omgevingsonderzoeken

  • 2.

    M.e.r.-beoordelingsnotitie (2023) met referentie D10061837 (Corsa 23.1073171) inclusief bijlagen, deze bijlagen zijn, met uitzondering van het Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven, separaat opgenomen bij dit projectplan

Bijlagen bij m.e.r beoordelingsnotitie, deze zijn – met uitzondering van bijlage 6 – separaat opgenomen bij dit projectplan

  • 3.

    Natuurtoets Dijkverbetering VBK Ursem (oktober 2023), Stichting Waterproef met registratienummer 465845 (Corsa 23.1053602)

  • 4.

    Adviesmemo effecten op de Westfriese Omringdijk (2022; Corsa 23.1073072)

  • 5.

    Vooronderzoek milieukundig bodemonderzoek Ursem (april 2022) met referentie D10053949 (Corsa 23.1073029)

  • 6.

    Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven, IDDS Explosieven (augustus 2015, Corsa 16.0102681); HHNK Boezembaggeren 2018 (RO-180133 versie 1.0) 14 mei 2018 (Corsa 18.0201107). Beide rapportages kunnen worden opgevraagd bij HHNK.

  • 7.

    Onderzoek stikstofdepositie, 2023 (Corsa 23.1073069)

Bijlage Nota beantwoording zienswijzen Verbetering Boezemkade polder Mijzen

 

Deel A: Inleiding

 

1. Samenvatting

Naar aanleiding van het ontwerpprojectplan Verbetering Boezemkade polder Mijzen (verder "projectplan") is één zienswijze ontvangen. De door indiener gestelde vragen over het projectplan zijn opgenomen in de nota van beantwoording. De ingediende vragen geven geen aanleiding tot het aanpassen van het ontwerpprojectplan. Er zijn verder geen ambtshalve aanpassingen in het ontwerp aan te brengen.

 

2. Aanleiding en doelstelling van het project

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is een functionele overheid en heeft onder andere als taak om de waterveiligheid van zijn beheergebied in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal te borgen. In dat kader toetst het hoogheemraadschap periodiek de waterkeringen. In 2019 is een veiligheidstoetsing van de regionale waterkeringen rond de Mijzerpolder uitgevoerd. Uit deze toetsing bleek dat de boezemkade op diverse trajecten verbeterd moet worden.

 

Om te voldoen aan de veiligheidsnormen is de verbetering van de boezemkade op een aantal locaties rondom de polder Mijzen noodzakelijk. Omdat er geen sprake is van onderhoudswerkzaamheden heeft HHNK hiervoor op grond van de Waterwet een projectplan ter inzage gelegd en is een zienswijze ingediend.

 

3. Ontvangen zienswijzen

Het hoogheemraadschap ontving in totaal één zienswijze. De zienswijze is ingediend d.d. 22 januari 2024 en is tijdig ingediend. Daarbij dient degene die een zienswijze indient belanghebbende te zijn. Eén van de voorwaarden voor het zijn van belanghebbende is dat er sprake moet zijn van een persoonlijk belang. Afstand kan hierbij bepalend zijn. De woning van de indiener van de zienswijze, bevindt zich op een afstand van 1600 meter van de dichtstbijzijnde werkzaamheden, die gaan plaatsvinden naar aanleiding van het projectplan.

 

Daarbij is geconstateerd dat, ten aanzien van het onderhavige projectplan, alleen vragen zijn gesteld. De opmerkingen die wel zijn gemaakt gaan over een ander projectplan (projectplan verwijderen gemaal Mijzen). Met het indienen van een zienswijze is het de bedoeling om aan te geven wat de indiener van een zienswijze van het projectplan vindt. Er is niet aangegeven dat er een persoonlijk belang is bij het onderhavige projectplan. Om deze reden zijn wij van mening dat de indiener van de zienswijze geen belanghebbende/ontvankelijk is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het projectplan.

Wij vinden het echter van belang dat er antwoord wordt gegeven op de gestelde vragen.

 

Beantwoording van de vragen geschiedt via voorliggende Nota beantwoording zienswijzen (hierna: Nota beantwoording). De Nota beantwoording die het college naar aanleiding van de zienswijzen opstelt, wordt via de besluitvormingsprocedure openbaar gemaakt. De indiener krijgt deze Nota van beantwoording toegestuurd, waarbij zij tevens worden geïnformeerd over de vervolgprocedure.

 

4. (Vervolg-)procedure

Het ontwerpprojectplan Verbetering boezemkade polder Mijzen is door het afdelingshoofd Vergunningen namens het dagelijks bestuur (verder D&H) op 20 november 2023 (23.1095995) vastgesteld. Vervolgens is het ontwerpprojectplan conform de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb op 11 december 2023 ter inzage gelegd. Voorafgaand hieraan zijn gedurende de voorbereidingsperiode met alle direct betrokkenen eigenaren en organisaties – meestal meerdere – gesprekken gevoerd over mogelijke verbeteringen en aanvullingen op het ontwerpprojectplan.

 

De Nota beantwoording zienswijzen wordt door het afdelingshoofd VIJGH definitief vastgesteld. Tegen het besluit tot vaststelling van het projectplan staat de mogelijkheid tot beroep open bij de Rechtbank Noord-Holland. De Crisis- en herstelwet is van toepassing.

 

Deel B: Beantwoording zienswijzen

 

Zienswijze A: Particuliere eigenaar

Een groot deel van de inhoud van de zienswijze heeft geen betrekking op het ontwerp projectplan, de indiener van de zienswijze krijgt hierop een afzonderlijke schriftelijke reactie van het hoogheemraadschap.

 

  • 1.

    Op kaart (pagina) 45 van uw bijlage 5 (Vooronderzoek milieukundig bodemonderzoek) staat op de plek van de bouw/sloop van het gemaal aangegeven ‘ saneringsactiviteiť . Daartoe bevoegde/gemachtigde personen bij het HHNK hebben ons toen gezegd dat dit alles afmaken tijdens een later (groter) plan zou gaan plaatsvinden. Nu lijkt ons dat dit plan te moeten zijn (is het per ongeluk vergeten, kan het alsnog toegevoegd worden?) of zit er op (korte) termijn nog iets soortgelijks aan te komen?

  • Antwoord: U verwijst naar bijlage 5 van het projectplan verbetering boezemkades polder Mijzen. Het is niet per ongeluk vergeten om de uitstroomkoker te verwijderen, tijdens het opstellen van projectplan verbetering boezemkade Mijzenpolder. Omdat er ter plekke van dit dijkvak (MZ5b) geen verbetermaatregelen nodig zijn in het kader van de dijkveiligheid, heeft het hoogheemraadschap besloten om de uitstroomkoker van het oude gemaal vooralsnog te laten zitten. Vandaar dat u hierover niets terugvindt in het Ontwerp projectplan Boezemkade polder Mijzen. De door u aangegeven "saneringsactiviteit", zoals weergegeven op pagina 45 van het rapport "Vooronderzoek milieukundig bodemonderzoek", is informatie welke is overgenomen vanuit het Bodemloket (www.bodemloket.nl). Dit is een openbare website waarbij u via een viewer-kaart de door u bedoelde “saneringsactiviteit” terugvindt. Via de omgevingsdienst ODNHN kunt u zo nodig de betreffende rapportage opvragen via info@odnhn.nl

  • 2.

    Is de waterkering (MZ 05b) door u beoordeeld of bent u er vanuit gegaan dat omdat het Projectplan gemaal Mijzen hier (gedeeltelijk) ten uitvoer is gebracht dat het hier wel goed zit met de veiligheid van de waterkering de komende 30 jaar?

  • Antwoord: De waterkering is door ons beoordeeld en getoetst op stabiliteit en hoogte. Voor de te nemen verbetermaatregelen heeft het hoogheemraadschap het betreffende ontwerp-projectplan Waterwet opgesteld.

  • 3.

    De waterkering dient volgens onze informatie hier ter plekken (MZ05b) IPO 5 te zijn (programma van eisen: Kunstwerken in de waterkering), de kering heeft uitgaande van uw info (projectplan verbetering boezem Mijzen ) een toetsing gehad volgens IPO 2.

  • Antwoord: De door u genoemde IPO klasse 5 is de afgelopen periode herzien en niet meer van toepassing. De toetsing van de waterkering van polder Mijzen is correct gedaan volgens de vigerende IPO klasse 2. U kunt deze informatie raadplegen via de https://www.hhnk.nl/legger-waterkeringen: Door op de groene button te klikken komt u op de viewerkaart uit waarmee op locatieniveau gezocht kan op de benodigd informatie.

  • 4.

    "Het HHNK heeft tijdens het uitvoeren van het plan (vervangen gemaal Mijzen ) de

  • waterkering eerder verzwakt dan versterkt (de kwelschermen in ringvaart zijn verwijderd recht voor onze woning). Potentiële faalmechanismes ( NWO’s ) zijn niet verwijderd (uitstroom incl. stokoude constructie (kolk) waarin deze zich bevindt, ‘bruggetje’ daaroverheen met kapotte weg, oude gemaal etc.). Walbeschoeiing welke volgens het programma van eisen zou moeten zijn vervangen is dit niet en verkeerd intussen in erbarmelijke staat".

  • Antwoord: U verwijst hierbij wederom naar het projectplan waarbij het gemaal is vervangen.

  • Wij verwijzen u hierbij naar beantwoording onder "vraag 1", over de totstandkoming van het Projectplan Verbetering Boezemkade polder Mijzen.

Deel C

  • 1.

    Wijzigingen naar aanleiding van ingediende zienswijzen

De ingediende zienswijze geeft geen aanleiding het projectplan te wijzigen.

 

  • 2.

    Ambtshalve voorgestelde wijzigingen

Geen.

 

Heerhugowaard, 26 maart 2024

Naar boven