Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Delfland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27258 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoogheemraadschap van Delfland | Waterschapsblad 2024, 27258 | ander besluit van algemene strekking |
Peilbesluit Kralingerpolder-Noord peilgebied 1, thv Laan van Zeestraten
Op 28 november2024 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland, conform art.2.41 van Omgevingswet en art. 7.5 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, de peilbesluiten cluster 2024 vastgesteld.
Deze peilbesluiten hebben betrekking op het diverse gebieden in het beheergebied van Delfland (Delft, Den Haag, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Schiedam, Vlaardingen, Westland en Rotterdam). De ligging van deze gebieden is terug te vinden op de diverse overzichtskaarten van de bekendgemaakte stukken.
In een peilbesluit worden voor een bepaald gebied de waterstanden of bandbreedtes waarbinnen waterstanden kunnen variëren vastgesteld, die gedurende daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd.
Een ontwerppeilbesluit heeft vanaf 12 juli 2024 zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend.
De peilbesluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad of op een in het peilbesluit specifieke aangegeven datum. U kunt het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken vanaf 31 december 2024 raadplegen op internet: https://www.delfland.nl/actueel/bekendmakingen of www.officielebekendmakingen.nl/waterschapsblad/op_organisatie/hoogheemraadschap_van_delfland. Als u de stukken wilt inzien op de locatie van het hoofdkantoor van Delfland, Phoenixstraat 32 te Delft kunt u contact opnemen via onderstaande contactgegevens.
Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijze niet toe in staat waren geweest, kunnen gedurende een periode van zes weken van de eerste dag, volgend op de datum van bekendmaking, in beroep gaan tegen dit besluit. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank te Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Een beroepschrift dient de gronden van beroep en een omschrijving van het besluit tegen welke het zich richt te bevatten. Verder dient het beroepschrift te worden gedateerd en te worden voorzien van naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Indien mogelijk dient het afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.
Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening ter treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het is ook mogelijk digitaal een verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u, op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur, contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC) van Delfland. Het KCC is bereikbaar via één centraal telefoonnummer, namelijk (015) 260 81 08, of via e-mail loket@hhdelfland.nl.
Onderwerp Diverse peilbesluiten Cluster 2024
De verenigde vergadering van Delfland,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 8 oktober 2024, dossiernummer 3208;
gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit en Waterkwaliteit.
de bepalingen in de Omgevingswet, de Waterschapswet, de Waterwet en de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Met inachtneming van het volgende:
de overgang van zomerpeil naar winterpeil zal in de regel plaatsvinden in de loop van de maanden september en oktober, de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maanden maart tot en met mei. Daarbij worden weersgesteldheid en verloop van de freatische grondwaterstand ter plaatse in aanmerking genomen.
In te trekken de peilbesluiten voor de delen die herzien worden en aangegeven zijn op de voornoemde peilenkaarten van de Aalkeet Buitenpolder, vastgesteld 26 september 2013; Babberspolder en polder Vlaardingen-Oost, vastgesteld 23 mei 2013; Delflands Boezem, vastgesteld 26 september 2019; Dijkpolder (Poeldijk), vastgesteld 23 november 2006; Holierhoekse en Zouteveense polder, vastgesteld 29 november 2012; Harnaschpolder en Hooipolder, vastgesteld 25 september 2014; Abtswoude, vastgesteld 29 november 2012; Kralingerpolder, vastgesteld 23 april 2020; Kralingerpolder, vastgesteld 4 juni 2015; Oranjepolder en Steendijkpolder, vastgesteld 23 november 2006; Oude Lierpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Oude Polder van Pijnacker, vastgesteld 15 september 2011; Polder van Nootdorp, vastgesteld 25 september 2014; Poldervaartpolder, vastgesteld 23 mei 2013; Schieveen, vastgesteld 15 september 2011; Wippolder, vastgesteld 4 juni 2015 en Woudse polder, vastgesteld 25 september 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 28 november 2024.
De verenigde vergadering voornoemd,
de secretaris,
ir. P.C. Janssen
de voorzitter,
dr. P.H.W.M. Daverveldt
Toelichting op het peilbesluit Kralingerpolder-Noord peilgebied 1 ter hoogte van Laan van Zeestraten
Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ongeveer 40.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders met circa 700 peilgebieden. Voor elk peilgebied is een waterpeil vastgelegd in een peilbesluit. Voor de Kralingerpolder-Noord, peilgebied 1 wijzigt dit vastgestelde peil vanwege een zogenaamde ambtshalve correctie. Dat houdt in dat voor een klein gebied (1,6 hectare groot) een waterpeil wordt vastgelegd dat al langere tijd wordt aangehouden, geen knelpunt veroorzaakt en waarbij geen maatregelen nodig zijn.
In het oosten van de Kralingerpolder ligt een gebied waar het gehanteerd peil al jaren afwijkt ten opzichte van het vastgestelde peil. Dit betreft de watergangen rondom de Laan van Zeestraten 18-20. Volgens de peilenkaart wordt bij deze watergangen een peil gehanteerd van NAP -2,35 m (als onderdeel van peilbesluit Kralingerpolder peilgebied 1), maar in werkelijkheid wordt een peil gehanteerd van NAP -1,85 m (als onderdeel van Kralingerpolder-Noord peilgebied 1). Dat het waterpeil op deze locatie afwijkt komt doordat het watersysteem middels een open duiker in verbinding staat met peilgebied 1 van de Kralingerpolder-Noord. Dat deze verbinding open is, is gebleken tijdens een nadere analyse van de werking van het watersysteem en vervolgens door middel van een aantal inmetingen bevestigd. Het eigenlijke waterpeil ligt daarmee 50 centimeter hoger dan het peilbesluit.
Aangezien het waterpeil in dit gebied afwijkt van het peilbesluit is voor dit gebied een nieuwe peilafweging noodzakelijk.
Als eerste is onderzocht welke redenen er zijn voor de afwijking van het peil. Er is geconstateerd dat het huidige peil al langere tijd zonder problemen wordt aangehouden. Daarnaast is relevante achtergrondinformatie verzameld. Dit is beschreven in de aanleiding van hoofdstuk 1 en de gebiedsbeschrijving van hoofdstuk 2.
Daarna is in hoofdstuk 3 het peil afgewogen aan de hand van de functies en belangen. Dit leidt tot een onderbouwde peilkeuze. Bij de peilenkeuze hoort een peilenkaart om de begrenzing van het peilgebied aan te geven. Deze peilenkaart is als bijlage aan de toelichting toegevoegd.
Het gebied waar dit nieuwe peilvoorstel voor geldt bevindt zich op de begrenzing tussen gemeente Westland en Midden-Delfland, ter plaatse van de Laan van Zeestraten 18-20. Het gebied beslaat twee agrarische percelen met de bijbehorende omliggende weidegronden. De locatie tussen de watergangen betreft een oude boerderij met bouwjaar 1900. De bodem op de locatie bestaat voornamelijk uit klei op veen.
Het gebied is in het peilbesluit ‘Kralingerpolder’ opgenomen als onderdeel van peilgebied 1. Het peilbesluit is in 2015 vastgesteld. Het waterpeil voor peilgebied 1 is vastgesteld als een vast peil van NAP -2,35 m. Dit is weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1: Gedeelte van de peilenkaart van peilbesluit Kralingerpolder uit 2015
2.2.2 Watersysteem in de praktijk
In de praktijk is het watersysteem in open verbinding met peilgebied 1 van de Kralingerpolder-Noord. De praktijksituatie is weergegeven in Figuur 2. Het peilbesluit van Kralingerpolder-Noord peilgebied 1 is vastgesteld op NAP -1,85 m. Het gebied heeft door de open verbinding dus ook een peil in de praktijk van NAP -1,85 m. Daarmee wijkt het waterpeil structureel 50 cm af van het peilbesluit. Op voorgaande peilenkaarten van peilbesluit ‘Kralingerpolder-Noord’ uit 2013 en peilbesluit ‘Kralingerpolder’ uit 2015 is te zien dat het watersysteem in feite al langere tijd op deze manier functioneert en dat het peil wat gehanteerd wordt al langere tijd op NAP -1,85 m ligt in plaats van NAP -2,35 m.
Het meest dichtstbijzijnde automatisch meetpunt staat bij de stuw Burgersdijk 23. De metingen bij de stuw Burgersdijk zijn weergegeven in Figuur 3. Aan deze metingen is te zien dat het peil goed binnen de beheermarge van het peilbesluit wordt gehouden, de metingen vallen allen grotendeels binnen de marge NAP -1,80 m en NAP -1,90 m. Deze waterstanden zijn ook lokaal bij de boerderij bevestigd door het uitvoeren van lokale peilmetingen.
Figuur 2 – Kaart met de praktijksituatie van de waterhuishouding. Het gebied waarvoor in de praktijk een ander peil wordt gehanteerd is in paars gearceerd.
Figuur 3 - Automatische metingen waterstanden binnen Kralingerpolder peilgebied 1
In het zuidoosten van het watersysteem bevindt zich een duiker met een overstort. De overstort is afgezaagd en heeft een hoogte van NAP -1,85 m. Als het waterpeil stijgt dan stort het water via deze duiker over op een klein afwijkend peilgebied. Juist benedenstrooms van de overstort bevindt zich een dam met een gat op NAP -2,40 m. Het gebied met afwijkend peil heeft dan ook een flexibel peil tot aan NAP -2,40 m. Benedenstrooms van de vaste dam ligt de Dorppolder peilgebied 2 met een peil van NAP -2,65 m. Het beheer van de overstort, het flexibele peilgebied en de vaste dam ligt bij de aanliggende eigenaar.
Figuur 4 - Overstort op de peilgrens tussen Kralingerpolder en Dorppolder op hoogte NAP -1,85 m (links) en keerschot met een gat op NAP -2,40 m juist benedenstrooms van deze peilgrens (rechts).
2.2.3 Waterhuishoudkundige belangen
In het gebied waar de peilafweging voor geldt bevinden zich twee agrarische percelen met bijbehorende gebouwen en omliggende weidegronden. Dankzij het watersysteem kan daarnaast water worden ingelaten in benedenstrooms peilgebied 2 van de Dorppolder met een vast peil van NAP -2,65 m. Er zijn geen andere waterhuishoudkundige belangen in het gebied.
2.2.4 Waterkwaliteit en ecologie
De waterkwaliteit en ecologie van het gebied worden beschreven aan de hand van de Ecologische Sleutelfactoren (lit. 4).
Ecologische Sleutelfactor 1- Productiviteit van het water
Ecologische Sleutelfactoren 4 - habitat-geschiktheid en 5- verspreiding
Het peilgebied voldoet niet als geschikt leefgebied voor vis, aangezien er geen vispassage is tussen het peilgebied en het bovenstrooms gelegen boezemwater. De oevers zijn niet natuurlijk ingericht en de watergangen zijn te ondiep. Daarnaast zijn grote duikers aanwezig onder verschillende glastuinbedrijven door.
Deze peilafweging heeft betrekking op het gedeelte van het watersysteem rondom de Laan van Zeestraten 18-20 binnen de Kralingerpolder-Noord peilgebied 1.
De huidige situatie is al langere tijd aanwezig en gewenst en levert geen knelpunten op, deze voldoet aan de huidige functie in het gebied. Het hogere peil heeft geen nadelige effecten op de functies in de omgeving. De boerderij heeft het bouwjaar 1900 en heeft daardoor vermoedelijk een houten paalfundering. Bij een lager peil is er een risico dat deze fundering droog komt te vallen, wat tot problemen voor de fundering kan zorgen. Het gebied heeft daarbij een hoge archeologische waarde. Het peil wijzigt in de praktijk niet, en daardoor worden eventuele archeologische resten of de fundering van de boerderij niet nadelig beïnvloedt. Daarnaast wordt om die reden de waterkwaliteit en ecologie niet beïnvloed door het instellen van het hogere peil.
Het is niet gewenst dat het waterpeil terug naar het eerder vastgestelde peil gaat want dan vallen de watergangen in delen van het jaar droog en zal niet aan de functie van het gebied worden voldaan. Bovendien kan met een lager peil schade aan eventuele archeologische objecten in de bodem ontstaan.
Gezien de bovenstaande afweging wordt voorgesteld om de peilgebiedsgrens te verleggen conform de situatie in de praktijk. Hiermee wordt voor het watersysteem rondom de Laan van Zeestraten 18-20 het waterpeil vastgesteld op NAP -1,85 m. Het schouwpeil wordt NAP -1,85 m.
Ten opzichte van het vorige peilbesluit wordt het waterpeil 50 cm hoger.
Voor het vaststellen van het peil zijn geen maatregelen nodig.
Beheermarge: Marge rondom het vastgestelde peil waartussen het peil onder regulier peilbeheer schommelt. Het handhaven van het peil gaat onder normale omstandigheden gepaard met peilfluctuaties. Deze fluctuaties zijn het gevolg van de aan- en afvoer van water en weersomstandigheden. Het peil is dus eigenlijk een gemiddelde waarde van de peilfluctuaties.
Peilbesluit: Besluit van het Algemeen Bestuur van een waterschap, waarin de te handhaven peilen van de oppervlaktewateren ten opzichte van het NAP, de ligging van de peilgebieden en plaats van de peilschalen zijn aangegeven. Aan de gemaakte keuze ligt een integrale afweging van belangen en beleid ten grondslag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-27258.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.