Besluit tot wijziging van de Beleidsregels behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 5.2 Werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

 

Op voordracht van de directieraad van 16 oktober 2023;

 

Overwegingen:

 

In de geest van de kamerbrief “Water en bodem sturend” is het wenselijk om een vermindering van de bergingscapaciteit in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal te beperken.

 

Wettelijk kader:

 

Waterschapswet

Keur Waterschap Rivierenland 2014

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de wijziging van Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014.

Artikel I. Wijzigingen

De Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

De beleidsregel 5.2 Werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal conform de tekst zoals opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel II. Overgangsrecht

Aanvragen om watervergunning die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, maar waarop nog geen besluit is genomen, worden in beginsel getoetst aan het beleid dat geldig was op het moment van indienen van de aanvraag. In die gevallen waar toepassen van het toen geldende beleid zou leiden tot het weigeren van de gevraagde vergunning, maar op grond van het nieuwe beleid wel een watervergunning kan worden verleend, zal de aanvraag getoetst worden aan de conform dit besluit gewijzigde beleidsregels.

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

Artikel IV. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van de Beleidsregels behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 5.2 Werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 17 oktober 2023 te Tiel.

de secretaris-directeur, ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf, prof. dr. J.C. Verdaas

Bijlage 1: 5.2 Werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal.

 

5.2 Werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne , Oude Zederik en het Merwedekanaal

 

Kader

 

Keur

 

Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en 3:

 

  • 1.

    Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te leggen, te laten staan, te vervangen, te verwijderen of te vervoeren.

  • 2.

    Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur een waterstaatswerk te wijzigen, te vervangen of te verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur waterkeringen en oppervlaktewaterlichamen(met inbegrip van de daarin gelegen en daartoe ten dienste staande kunstwerken) aan te leggen of te graven met als bedoeling deze te verbinden met bestaande waterstaatswerken.

Hieronder worden ook werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal verstaan.

 

Verklaring van een aantal begrippen

 

Deze beleidsregel geldt voor alle werkzaamheden in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal die:

 

  • -

    tot gevolg hebben dat permanent ruimte in beslag wordt genomen, en

  • -

    waarbij die ruimte op zo'n plek is, dat de waterberging wordt verminderd.

Het gaat hierbij meestal om gebouwen of andere bouwwerken. Maar het kan ook gaan om maaiveldophogingen of opslagterreinen. Op deze terreinen is de opslag meestal wisselend, maar er is gemiddeld wel altijd een bepaalde hoeveelheid materiaal aanwezig.

 

Omdat het winterbed een waterbergende functie heeft, kan er minder water worden geborgen als bebouwing wordt aangebracht. Het verlies aan waterberging dient daarom helemaal te worden gecompenseerd.

 

Bij het bouwen (of opslag) wordt bepaald met hoeveel kubieke meter de waterberging afneemt. Deze kubieke meters moeten worden teruggebracht, bijvoorbeeld door het afgraven van een oever.

 

Voor welke oppervlaktewaterlichamen geldt deze beleidsregel?

 

Voor deze beleidsregel is het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal het gebied tussen de rivier en de dijken en vanaf de stuw Buren en de Julianastuw tot de kanaalsluis in Gorinchem.

 

Als het hard en lang regent of als er om een andere reden veel water afgevoerd moet worden, kan het voorkomen dat de rivieren uit hun oevers treden. Het winterbed zorgt er dan voor dat het teveel aan water tijdelijk kan worden geborgen, totdat de waterstand in de rivier zo ver is gedaald dat het water weer op een normale manier kan worden afgevoerd.

 

Raakvlakken met ander beleid

 

Naast de compensatie van de ingenomen kubieke meters waterberging, moet ook de versnelde afvoer worden gecompenseerd. De regels hiervoor staan in beleidsregel 5.16

 

Voor werkzaamheden in de boezemgebieden in de Alblasserwaard, evenals voor werkzaamheden in waterbergingsgebieden, gelden aparte beleidsregels (nr. 5.3 en 5.4).

 

Doel van het beleid

 

Het doel van deze beleidsregel is het beschermen van de functie van het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal als onderdeel van het totale watersysteem. In dit geval gaat het om de instandhouding van de belangrijke waterbergende functie van het winterbed van deze oppervlaktewaterlichamen.

 

Toelichting op de beleidsregel

 

Waterberging

 

Het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal heeft een zeer belangrijke waterbergende functie. Als de rivieren buiten hun oevers treden, wordt het water geborgen in het winterbed. Het winterbed is dus een noodvoorziening die zijn functie altijd moet behouden. Op die manier wordt voorkomen dat de rivieren overstromen en daarbij grote schade aanrichten in bewoonde gebieden en aan percelen die op verschillende manieren in gebruik zijn.

Bij bouwen in het winterbed wordt gerekend met de berging die daadwerkelijk wordt weggenomen. De ingenomen kubieke meters worden bijvoorbeeld binnen een bepaalde hoogte ten opzichte van NAP bepaald, omdat het waterpeil maar tot deze maximale hoogte kan stijgen.

Voor werkzaamheden onder het maaiveld is wel een vergunning nodig, maar omdat daarbij geen waterbergingsverlies optreedt, is daarvoor geen compensatie nodig.

 

Bij nieuwbouw vindt ook een uitbreiding van het verhard oppervlak plaats. Daardoor is er sprake van een versnelde afvoer van hemelwater. Ook hiervoor moet extra waterberging worden gegraven. Na 2050 zal er nog maar weinig ruimte zijn om extra waterberging in het winterbed mogelijk te maken. Daarom moet in het winterbed van de Linge, de Korne, Oude Zederik en het Merwedekanaal voor compensatie van verhard oppervlak 10% extra waterberging gemaakt te worden bovenop de al vereiste 10% compensatie in verband met het klimaatscenario. Dat betekent dat er in de genoemde gebieden 476 m3 per hectare verhard oppervlak moet worden gecompenseerd.

 

Toetsingscriteria

 

  • 1.

    Aanvragen worden aan de algemene toetsingscriteria getoetst.

Daarnaast gelden de volgende bijzondere criteria.

 

  • 2.

    Er geldt een compensatieplicht voor iedere vorm van ruimtebeslag ten gevolge van activiteiten die in het winterbed van de Linge, de Oude Zederik en het Merwedekanaal, worden uitgevoerd beneden NAP +3,00 meter.

  • 3.

    De compensatieplicht voor maaiveldophogingen, opslagterreinen, gesloten gebouwen en bouwwerken is 100%. Hierbij wordt gerekend vanaf de bovenkant van het oorspronkelijke maaiveldniveau en voor zover het maaiveld zich tussen NAP + 1,00 meter en NAP + 3,00 meter bevindt in het winterbed van de Linge en de Korne en tussen NAP + 0,80 meter en NAP + 1,26 meter in het winterbed van de Oude Zederik en het Merwedekanaal.

  • 4.

    Voor (delen van) gebouwen en bouwwerken die onder maaiveldniveau worden aangebracht, geldt géén compensatieplicht. Wel moet de onder het maaiveld weggenomen grond worden afgevoerd naar een locatie die zich buiten het winterbed van de Linge, Oude Zederik of Merwedekanaal bevindt.

  • 5.

    Compensatie voor de Linge en de Korne moet plaats vinden:

    • -

      in het winterbed van de Linge (of de Korne) tussen NAP +1,00 meter en NAP +3,00 meter, of bovenstrooms van de Julianastuw tot aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit kan alleen worden gerealiseerd als de compensatie binnen hetzelfde peilniveau plaatsvindt (dus tussen dezelfde peilhoogten als waar het ruimtebeslag wordt ingenomen).

  • Compensatie voor de Oude Zederik en het Merwedekanaal moet plaatsvinden:

    • -

      In het winterbed van de Oude Zederik en het Merwedekanaal tussen NAP +0,80 meter en NAP +1,26 meter.

  • 6.

    Bij het compenseren van ingenomen ruimtebeslag geldt per perceel een algemene vrijstelling van de compensatieplicht van 10 m3.

  • Deze vrijstelling is eenmalig. Als er naar het oordeel van het waterschap sprake is van cumulatie van meerdere vormen van nieuwbouw of uitbreidingen op een perceel die ieder op zich een kleinere inhoud dan 10 m3 omvatten, moet wel aan de compensatieplicht worden voldaan, waarbij dan de vrijstelling van 10 m3 wel op het totaal in mindering mag worden gebracht.

  • 7.

    Bij vervanging van bestaande gebouwen, bouwwerken of andere boven het maaiveld aanwezige voorzieningen, is de eis voor compensatie alleen van toepassing op dat deel van de vervanging, dat groter is dan het oorspronkelijke gebouw, bouwwerk of voorziening. Als een bestaand gebouw van 1.000 m3 bij-voorbeeld wordt vervangen door een nieuw gebouw met een volume van 1.500 m3, geldt een compensatieplicht voor 500 m³. Is er nog geen gebruik is gemaakt van de vrijstelling van de compensatieplicht van 10 m3? Dan mag deze vrijstelling op de totale compensatieverplichting in mindering worden gebracht.

  • 8.

    De aanvrager om watervergunning voor voorzieningen die onder deze beleidsregel vallen, is zelf verantwoordelijk voor de compensatie.

Naar boven