Waterschapsblad van Waterschap Vechtstromen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2023, 11962 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2023, 11962 | ander besluit van algemene strekking |
Bekendmaking projectplan waterwet ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’
In de vergadering van 26 september 2023 heeft het dagelijks bestuur het projectplan ‘Realiseren vispasserbaarheid Loodiep’ vastgesteld.
Wat staat er in het projectplan ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’?
Het Loodiep stroomt van Zwinderen (Geeserstroom) naar Coevorden in de Provincie Drenthe. Het Loodiep wordt vispasseerbaar gemaakt zodat vismigratie mogelijk wordt. Dit is nodig om te voldoen aan de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Om het vispasseerbaar maken van het Loodiep juridisch mogelijk te maken, is het projectplan Waterwet vastgesteld en ter inzage gelegd.
Documenten bekijken (ter inzage)
Het projectplan ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’ en de bijhorende documenten kunt u bekijken op de website van Vechtstromen via de volgende link: https://www.vechtstromen.nl/terinzage.
Ook kunt u het projectplan ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’ en de bijhorende documenten tijdens kantooruren bekijken in het waterschapskantoor, Kooikersweg 1 te Almelo. U kunt voor de inzage een afspraak maken via telefoonnummer (088) 220 33 33.
U kunt deze documenten bekijken met ingang van 3 oktober tot en met 14 november 2023.
Bent u het niet eens met het projectplan? U kunt de rechtbank Overijssel (bestuursrechter) tot 15 november 2023 laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan. Dit heet beroep instellen. U kunt beroep instellen als het projectplan uw belangen raakt of tegen uw belangen ingaat. U bent dan een belanghebbende.
Als u de rechtbank wilt laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan, dan moet u dat schriftelijk doen bij de rechtbank Overijssel, afdeling Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:
Op het projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u de rechtbank direct moet laten weten waarom u het niet eens bent met projectplan. Het indienen van een voorlopige reactie (pro forma) en deze later aanvullen is niet mogelijk. U kunt uw reactie niet meer aanvullen na 14 november 2023.
U kunt ook digitaal uw reactie indienen bij de rechtbank via https://mijn.rechtspraak.nl/keuze. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).
Voor meer informatie kunt u de website van de rechtbank bezoeken: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Overijssel. U kunt ook met de rechtbank bellen. Dit kan via het telefoonnummer 088 361 55 55.
Voor het indienen van uw beroep moet u een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).
Als u bij de rechtbank beroep instelt, stopt dit niet de uitvoering van het projectplan. Met een voorlopige voorziening vraagt u een voorlopige beslissing van de rechtbank als u de uitspraak van de rechtbank in de lopende procedure niet kunt afwachten vanwege een spoedeisend belang.
U kunt de voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:
Een voorlopige voorziening kunt u alleen vragen als u al beroep heeft ingesteld tegen het projectplan.
Voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u ook een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).
Voor meer informatie over het projectplan ‘Realiseren vispasseerbaarheid Loodiep’ kunt u ook bellen met het algemene telefoonnummer (088) 2203333.
In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. In deze richtlijn is opgenomen dat in 2015 een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater moet zijn bereikt. Er is de mogelijkheid om deze termijn uit te breiden tot 2027 (onder voorwaarden) waarbij een aantal planperiodes worden onderscheiden (2009-2015, 2016-2021 en 2022-2027). Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Per periode wordt een Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) opgesteld waarin de doelen en maatregelen per waterlichaam zijn opgenomen in factsheets. In het waterlichaam Loodiep zijn tot op heden nog geen maatregelen uitgevoerd.
Het waterlichaam heeft een lengte van 8,9 km, wordt op peil gehouden door 5 stuwen en behoort tot het vismigratienetwerk. Voor het Loodiep is het een KRW-eis om deze stuwen passeerbaar te maken voor vis en andere organismen. De aanleiding voor dit project is daarmee het opheffen van de barrières binnen het waterlichaam. Dit projectplan richt zich op de bovenstroomse 4 stuwen.
Figuur 1 Het Loodiep (licht blauw), vanaf Geeserstroom tot het kanaal Coevorden - Zwinderen. In de cirkels zijn de projectgebieden (de stuwen) weergegeven.
Voorliggend plan is een projectplan volgens de Waterwet. Op grond van artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet wordt voorafgaand aan de aanleg of wijzigingen van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder een projectplan vastgesteld. In het projectplan worden het werk zelf, de uitvoering van de werkzaamheden en de te treffen maatregelen ter voorkoming van eventuele nadelige gevolgen voor de omgeving, beschreven.
In dit projectplan worden de aanpassingen aan een deel van het watersysteem van het Loodiep (toepassen van een ‘Vislift’ bij een viertal stuwen) en de effecten op de omgeving beschreven.
Concreet is de projectdoelstelling als volgt:
Verbeteren van de ecologische kwaliteit van het Loodiep met als doel het behalen van de goede ecologische toestand volgens de KRW. Dit door middel van het opheffen van de migratie barrières in het Loodiep wat bijdraagt aan goede ecologische kwaliteit voor de kwaliteitselementen waterfauna. Met als uiteindelijk doel het verbeteren van de vispasseerbaarheid van het Loodiep.
Dit projectplan bestaat uit drie delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel III geeft tenslotte informatie over de rechtsbescherming en de procedures.
Het waterlichaam Loodiep bevindt zich in de provincie Drenthe, geheel in de gemeente Coevorden en betreft een gekanaliseerde en genormaliseerde, gestuwde beek in agrarisch gebied. Het waterlichaam ontvangt water vanuit het bovenstrooms gelegen Geeserstroom en vanuit de Verlengde Hoogeveensevaart (waterinlaat) en komt uit in het kanaal Coevorden - Zwinderen. Het waterlichaam heeft een lengte van 8,9 km. Om de beek zo goed mogelijk op peil te kunnen houden zijn er een vijftal stuwen aangebracht. Deze hebben een zomer- en een winterpeil.
De voorgenomen werkzaamheden beschreven in onderhavig projectplan richting zich specifiek op vier stuwlocaties, die hieronder nader worden toegelicht. In figuur 1 zijn de locaties weergegeven.
Stuw Zwinderen is gelegen bovenstrooms de duiker onder de Verlengde Hoogeveensevaart. De stuw is reeds voorzien van een vispassage. De passage is gedateerd en afgeschreven.
De stuw is voorzien van een betonnen in- en uitstroomvoorziening.
Stuw Rijksweg 37 is gelegen benedenstrooms de Rijksweg 37.
De stuw is voorzien van een betonnen in- en uitstroomvoorziening.
Locatie C Stuw Broekkampsdijk:
Stuw Broekkampsdijk is gelegen benedenstrooms de Broekkampsdijk.
De stuw is voorzien van een betonnen in- en uitstroomvoorziening.
Stuw Ten Holteweg is gelegen benedenstrooms de Burg Ten Holteweg.
De stuw is voorzien van een betonnen in- en uitstroomvoorziening.
Het Loodiep stroomt door een hoofdzakelijk open agrarisch landschap. Met sporadisch enkele bospercelen aanliggend aan de beek. Met name rond de Rijksweg 37 ligt de beek in een gesloten landschap. De vier stuwlocaties, zoals beschreven in 2.1 liggen behoudens stuw Zwinderen in een open agrarisch landschap. Het Loodiep is op de projectlocaties voorzien van een tweezijdig onderhoudspad ten behoeve van beheer en onderhoud. Stuw Zwinderen ligt in een semi-open landschap, aan de zuidwestzijde is een bosperceel gelegen.
De hoogteligging van de verschillende deellocaties varieert van:
Op de bodemkaart (zie figuur 2) is het Loodiep weergegeven. Het Loodiep stroomt door diverse bodemtype, passend bij een ‘genormaliseerd’ watersysteem. De bodem is gekarteerd als een beekeerdgrond met lemig fijn zand, Madeveengronden op zand zonder humuspodzol, Moerige eerdgronden met een moerige bovengrond op zand. Gezien de aard van de werkzaamheden (ondiepe grondroering in het talud) waarop dit projectplan van toepassing is, blijft de diepere ondergrond ongemoeid.
Het Loodiep stroomde tot midden jaren `70 van het Geeserveld naar Coevorden om daaruit te stromen in de gracht. Midden jaren `70 is Loodiep systeem vergraven, genormaliseerd en van de gracht van Coevorden afgekoppeld. Sinds dien is de natuurlijke loop niet meer zichtbaar, wordt het systeem op peil gehouden door diverse stuwen en stroomt het Loodiep uit in het kanaal Coevorden - Zwinderen.
Het Loodiep heeft een vijftal stuwen die beschikken over een zomer en winterpeil. Het zomerpeil is hoger dan het winterpeil. Dit is een tegennatuurlijke situatie.
Het vispasseerbaar maken van het Loodiep, past bij de opgaven die het waterschap heeft in kader van de Kaderrichtlijn Water en het vismigratienetwerk. Voor het Loodiep geldt dat het KRW-ambitieniveau ‘laag’ is toegekend. In dit hoofdstuk worden de werkzaamheden voor het vispasseerbaar maken van een viertal stuwen nader toegelicht.
In deze paragraaf wordt het ontwerp en de werking van de vispasseerbaarheid beschreven.
Bij de vier stuwen wordt benedenstrooms, linkerkant van figuur 3, een constructie geplaatst waarmee vissen kunnen passeren. Om de bestaande onderhoudspaden te kunnen behouden wordt er binnen het bestaande profiel ruimte gecreëerd. In de bestaande situatie is dit een betonnen uitstroomvoorziening. In kader van ‘Groot Onderhoud Kunstwerken’ worden deze uitstroomvoorzieningen vernieuwd, dit geeft ook ruimte om onderstaand ontwerp te realiseren. Door het talud niet flauw weg te laten lopen maar op te zetten door middel van damwanden ontstaat er ruimte om de constructie te positioneren.
Aan de bovenstroomse zijde, rechterkant van figuur 3, wordt een zogenaamde zwemleiding aangebracht. De vissen kunnen dan via de constructie door de zwemleiding de barrière van de stuw beslechten.
In Bijlage 1 zijn de ontwerpen per stuwlocatie opgenomen.
Figuur 4 Visualisatie ontwerp (figuur 3)
Figuur 5 Voorbeeld van een constructie voor vispasseerbaarheid waterschap Rivierland (foto N. Hoekman)
Figuur 6 De constructie. Bron Vislift.
DE WERKING VAN DE CONSTRUCTIE:
De constructie, zie figuur 6, wordt benedenstrooms van de stuw aangebracht. De vissen voelen een ‘lokstroom’ vanuit de inzwembuis. Dankzij de ‘lokstroom’ zwemmen de vissen de inzwembuis (benedenstrooms) binnen, bereiken de grote rustkamer waar ze kunnen wennen aan de omgeving. Vanuit de rustkamer zwemmen de vissen via ronde bekkens als via een ‘wokkel’ naar boven en zwemmen via een uitzwembuis naar buiten. De vis barrière is opgeheven.
De constructie heeft een waterbesparende functie, indien er geen wateraanvoer is, kan de constructie beperkt of geheel dicht gezet worden. Hierdoor is het peil van de stuw altijd leidend.
Twee van de vier constructies worden voorzien van een monitoringsunit. Hierdoor kan het waterschap zien welke vissen van de vispasseerbaarheid gebruik maken.
Vanwege het verschil in verval van het water over de stuw bij de vier stuwen worden er twee verschillende constructies toegepast.
De effecten van het plan zijn nader beschreven in hoofdstuk 6. De volgende hoofdstukken geven eerst aan in welke mate de gronden beschikbaar zijn en de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd.
Voor het realiseren van de constructies zijn minimale werkzaamheden nodig. Door gezamenlijk op te trekken met de renovatie van de stuwen in kader van ‘Groot onderhoud Kunstwerken’ worden de werkzaamheden gecombineerd. Dit betreft o.a. het vernieuwen van de uitstroomvoorziening, de locatie waar de constructie wordt gepositioneerd. De uitvoering wordt aanbesteed aan een aannemer en het plaatsen van de constructies zal ongeveer 20 werkdagen duren (5 werkdagen per constructie exclusief de werkzaamheden in het kader van ‘Groot Onderhoud Kunstwerken’ die geen onderdeel van dit projectplan uitmaken.
Onderstaand zijn de werkzaamheden beschreven:
Raakvlakken met andere waterschap projecten:
Na het doorlopen van de inspraakprocedure en vaststelling van dit projectplan volgt de verdere voorbereiding van het project. De uitvoering zal naar verwachting vanaf het najaar 2023 plaatsvinden en neemt ongeveer een maand in beslag. Tijdens de uitvoering van het werk worden de gebruikelijke voorwaarden gehanteerd met betrekking tot ecologie, het beperken van overlast voor de omgeving (wegafzettingen, geluid e.d.). Vanzelfsprekend wordt tijdens de uitvoering de veiligheid in acht genomen. Toezicht op de uitvoering vindt plaats door een toezichthouder van waterschap Vechtstromen.
Onderstaand zijn de hydrologische effecten van het plan beschreven.
Het aanbrengen van de constructie voor de vispasseerbaarheid heeft geen significant hydraulisch effect:
De toevoeging van de vispasseerbaarheid aan het systeem heeft geen invloed op de grondwaterstanden. Zoals hierboven beschreven is er geen effect op het watersysteem. Daarmee is het ook uitgesloten dat er invloed is op de grondwaterstanden.
Door het realiseren van dit project wordt het Loodiep (vis)passeerbaar. De ecologische effecten hebben met name betrekking op de vissen en andere organismen, deze kunnen na realisatie migreren tussen de verschillende stuwpanden van het Loodiep en de Geeserstroom bereiken. De werkzaamheden hebben geen effect op de ecologische omstandigheden, de planlocaties betreffen de uitstroomvoorziening van de huidige stuwen en zijn voorzien van beton.
7. Legger, beheer, onderhoud en monitoring
Na uitvoering worden de nieuwe gerealiseerde werken ingemeten en opgetekend in een revisietekening. De legger wordt vervolgens hierop aangepast met een leggerbesluit. Dit besluit wordt voorbereid en ter inzage gelegd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.
In deel 2 wordt het projectplan getoetst aan de regelgeving en het relevante beleid. Er is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van dit projectplan. Wanneer het beleid of een wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop anticipeert.
In deel II wordt het projectplan getoetst aan het relevante beleid. Telkens is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of met de desbetreffende wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van onderhavig projectplan. Wanneer het beleid of de wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop is aangepast.
Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond van artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld. Daarin is opgenomen een beschrijving van het werk, de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de drie doelstellingen van de Waterwet waaronder:
Met onderhavig plan wordt invulling gegeven aan bovenstaande doelstellingen.
Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.
Het Loodiep wordt door deze maatregel (lokaal) migreerbaar, hierdoor zal in het plangebied de ecologische kwaliteit verbeteren.
Ondanks dat het geen hoofddoel van het project is om invulling aan deze doelstelling te geven, is deze doelstelling wel beschouwd. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van het project te verwachten.
De KRW is in 2000 in werking getreden. Voor het waterbeheer is deze richtlijn kaderstellend omdat deze boven het landelijk beleid en de waterwetgeving op Europees niveau staat. De richtlijn beoogt een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Het Loodiep wordt als waterlichaam in het kader van de KRW omschreven als een R20-type: moerasbeek. Voor diverse waterlichamen zijn binnen de KRW-ambitieniveaus bepaald die vervolgens de te nemen maatregelen indiceren. Er zijn drie ambitieniveaus: hoog, midden en laag. Voor het Loodiep geldt het ambitieniveau ‘laag’.
Voor het waterbeheer is deze richtlijn maatgevend. De KRW is opgenomen in de waterwetgeving conform Europese richtlijnen. De 'chemische toestand' wordt beoordeeld aan de hand van 33 Europees vastgestelde prioritaire stoffen. De 'ecologische toestand ' is opgebouwd uit beoordelingen van onder andere de 'biologische kwaliteit' en de 'algemene fysisch-chemische kwaliteit', die in Nederland voornamelijk wordt bepaald door de nutriënten fosfor en stikstof. In de praktijk is de biologische kwaliteit, die bestaat uit maatlatten voor algen, vissen, macrofauna en waterplanten, meestal bepalend voor de ecologische toestand.
Op grond van artikel 3 van de Inspraak- en participatieverordening Waterschap Vechtstromen wordt dit projectplan zes weken ter inzage gelegd. In die periode kunnen belanghebbenden een zienswijze over het ontwerp van het projectplan bij het dagelijks bestuur van het waterschap indienen. Na deze periode wordt het projectplan, met eventueel daarbij gevoegd de zienswijzen en de reactie van het waterschap daarop vastgesteld.
Na vaststelling van het projectplan wordt het plan verder uitgewerkt in een uitvoeringsdocument, zodat het werk aanbesteed en uitgevoerd kan worden. Hieraan voorafgaand worden de benodigde omgevingsvergunningen en ontheffingen aangevraagd.
Op dit projectplan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat een belanghebbende in zijn beroepschrift tegen het besluit tot vaststelling van het projectplan moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken, kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-11962.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.