Wijziging Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014 Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen

Registratie nr.: 2020153040

 

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

 

Op voordracht van de directieraad van 7 december 2020;

 

Overwegingen:

 

Bij het tot stand komen van de nieuwe legger waterkeringen in 2016 is gekozen voor een grotere beschermingszone aan de buitendijkse zijde van de waterkering. Het is daarom wenselijk om beleidsregel 5.23 (Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen), die onderdeel uitmaakt van de geldende Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014, te wijzigen.

 

Wettelijk kader:

 

Waterschapswet

Keur Waterschap Rivierenland 2014

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de wijziging van Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014.

 

 

Artikel I. Wijzigingen

De Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

De beleidsregel 5.23 Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen conform de tekst zoals opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

 

Artikel II. Overgangsrecht

Aanvragen om watervergunning die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, maar waarop nog geen besluit is genomen, worden in beginsel getoetst aan het beleid dat geldig was op het moment van indienen van de aanvraag. In die gevallen waar toepassen van het toen geldende beleid zou leiden tot het weigeren van de gevraagde vergunning, maar op grond van het nieuwe beleid wel een watervergunning kan worden verleend, zal de aanvraag getoetst worden aan de conform dit besluit gewijzigde beleidsregels.

 

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

 

Artikel IV. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van de Beleidsregels behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 Beleidsregel 5.23 Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 15 december 2020 te Tiel.

de secretaris-directeur, ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf, prof. dr. J.C. Verdaas

Bijlage

  • 1.

    5.23 Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen.

 

 

5.23 Afgravingen in de (buiten)beschermingszones van waterkeringen

 

Kader

 

Keur

Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1:

  • 1.

    Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te leggen, te laten staan, te vervangen, te verwijderen of te vervoeren.

Hieronder wordt ook verstaan het uitvoeren van afgravingen (grote ontgrondingen) in de (buiten)beschermingszone.

 

Begrip waterstaatswerk

In de Keur is sprake van het begrip ‘waterstaatswerk’. Hieronder wordt verstaan zowel een waterkering als een oppervlaktewaterlichaam. Voor de leesbaarheid is in deze beleidsregel het begrip ‘waterstaatswerk’ daar waar het van toepassing is, vervangen door ‘waterkering’.

 

Verklaring van een aantal begrippen

Onder afgravingen worden ook ontgrondingen verstaan. Ontgrondingen in buitenbeschermingszones van waterkeringen worden veelal uitgevoerd ten behoeve van zandwinning. Maar ook het maken van een (diepe) parkeerkelder in de beschermingszone valt onder deze beleidsregel.

 

Voor welke waterkeringen geldt deze beleidsregel?

Deze beleidsregel is van toepassing op alle waterkeringen binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland, waarlangs zich buitenbeschermingszones bevinden, zoals in de legger van Waterschap Rivierenland is opgenomen.

 

Raakvlakken met ander beleid

Om voor de ontgrondingsbedrijven uniformiteit in het toetsingskader aan te brengen, sluit Waterschap Rivierenland aan bij de CUR-aanbeveling 'Oeverstabiliteit bij zandwinputten', die is opgesteld voor ontgrondingen.

 

Doel van het beleid

 

Het doel van deze beleidsregel is het beschermen van de functie van waterkeringen als onderdeel van het totale waterstaatkundige systeem. Bij ontgronding is het van belang dat er geen verschuivingen van de oever en/of het dijklichaam optreden, waardoor de stabiliteit en daarmee de waterkerende functie van de waterkering negatief zou kunnen worden beïnvloed.

 

Toelichting op de beleidsregel

 

Waterkerende functie

Ontgrondingen kunnen op een aantal manieren gevaar opleveren voor de waterkering. Het heeft vooral invloed op de stabiliteit van de waterkering. Bij een ontgronding is het mogelijk dat een groot deel van de oever of de wand van een bouwput instort. Als deze instortingen in de buurt van waterkeringen zijn, kunnen ze een negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering.

 

Toetsingscriteria

  • 1.

    Aanvragen worden aan de algemene toetsingscriteria getoetst.

 

Daarnaast gelden de volgende bijzondere toetsingscriteria.

 

  • 2.

    Bij ontgrondingen buitendijks moet de volgende afstand tot de waterkering aangehouden worden:

    • a.

      binnen 50 meter van de buitenteen van de waterkering is geen ontgronding toegestaan;

    • b.

      tussen 50 meter van de buitenteen van de waterkering en het einde van de beschermingszone is alleen een ondiepe ontgronding toegestaan mits de ontgronding boven de gemiddelde zomerwaterstand plaatsvindt en een minimaal kleidek van 1,50 meter aanwezig blijft, of verdicht wordt aangebracht.

 

  • 3.

    In de buitenbeschermingszone zijn (diepe) ontgrondingen alleen toegestaan, als door het hydrologisch en geotechnisch onderzoek is aangetoond dat er geen negatief effect is op de algehele standzekerheid van de waterkering.

 

  • 4.

    Voor alle (diepe) ontgrondingen geldt dat de CUR-aanbeveling 130 gehanteerd wordt bij het ontwerpen en toetsen van de uit te voeren ontgronding.

 

  • 5.

    In de (buiten)beschermingszone zijn ontgravingen alleen toegestaan, nadat uit onderzoek is gebleken of er toename van kwel zal zijn en in het bevestigende geval, nadat die kwel is gecompenseerd.

  •  

Naar boven