Wijziging algemene regel WT18 en vaststelling van algemene regels WT20 en WT21 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

 

Op voordracht van de directieraad van 22 februari 2021;

 

Overwegingen:

 

Actualisering en vaststelling van de algemene regels en gevolge van verruiming van de algemene regels en praktijkervaring.

 

Wettelijk kader:

 

Waterschapswet

Keur Waterschap Rivierenland 2014

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de wijziging van algemene regel WT 18 en vast te stellen algemene regel WT20 en WT21.

Artikel I. Wijzigingen

De algemene regel WT18. behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 als volgt te wijzigen:

 

A

 

De algemene regel WT18. ‘Varen op oppervlaktewaterlichamen’ komt te luiden als de tekst opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel II. Vaststelling

De algemene regel s WT20 en W T 21 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 als volgt vast te stellen:

 

B

 

De algemene regel WT20. ‘Nachtvaart bij evenementen op vaarwegen’ komt te luiden als de tekst opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

 

C

 

De algemene regel WT21. ‘Haaks afmeren’ komt te luiden als de tekst opgenomen in bijlage 3 bij dit besluit.

Artikel III Overgangsrecht

Voor zover er vóór de inwerkingtreding van de algemene regel WT18. ‘Varen op oppervlaktewaterlichamen’ een vergunning is verleend voor het zich op een oppervlaktewaterlichaam bevinden met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht, worden de voorschriften beschouwd als maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.10, derde lid van de keur.

 

Voor de algemene regels WT20. ‘Nachtvaart bij evenementen op vaarwegen’ en WT21. ‘Haaks afmeren’ is geen overgangsrecht van toepassing.

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel IV. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging algemene regel WT 18 en vaststelling van algemene regels WT 20 en WT21 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 2 maart 2021 te Tiel.

de secretaris-directeur, ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf, prof. dr. J.C. Verdaas

Bijlage 1: WT18. Varen op oppervlaktewaterlichamen

 

Artikel 1. Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.2, vierde lid van de keur, voor het zich op een oppervlaktewaterlichaam bevinden met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht, voor zover het betreft:

 

  • 1a.

    het Kanaal van Steenenhoek, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 60,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 7,50 meter;

    • -

      maximale diepgang: 2,50 meter;

  • 1b.

    de gekanaliseerde Linge, inclusief het Kanaal van Steenenhoek vanaf de Merwedesluis tot aan de Gorinchemse Kanaalsluis, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 70 meter;

    • -

      maximale breedte 7,50 meter;

    • -

      maximale diepgang 2,50 meter;

  • 1c.

    de Linge tussen Arkel en de verkeersbrug te Leerdam, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 67 meter;

    • -

      maximale breedte 7,50 meter;

    • -

      maximaal toegestane diepgang 2,50 meter;

  • 1d.

    de Linge bovenstrooms van de verkeersbrug te Leerdam tot 100 meter bovenstrooms van de zwaaikom te Geldermalsen, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 50,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 6,60 meter;

    • -

      maximale diepgang: 1,00 meter meer dan de peilschaal ter plaatse (benedenstrooms) van de sluizen aanwijst;

  • 1e.

    de Linge van 100 meter bovenstrooms van de zwaaikom te Geldermalsen tot de mond van de Korne en de Korne zelf, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 8,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 3,00 meter;

    • -

      maximale diepgang: 0,80 meter;

  • 2a.

    de Lage Boezemwateren van de Nederwaard, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 10,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 3,00 meter;

    • -

      maximale diepgang: 0,80 meter;

  • 2b.

    de Lage Boezemwateren van de Overwaard, alsmede de Buiten-Giessen tussen het perceel gelegen aan de Buitendams 217 en de Damsluis, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 15,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 4,00 meter;

    • -

      maximale diepgang: 0,80 meter;

  • 2c.

    de Buiten-Giessen, tussen de Peulensluis en het perceel gelegen aan de Buitendams 217, de Karnemelksloot, de voormalige Vluchthaven en de watergang ten zuiden van de Apollostraat, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 20,00 meter;

    • -

      maximale breedte: 5,00 meter;

    • -

      maximale diepgang: 1,80 meter;

  • 3.

    het bevaarbare gedeelte van de Bakkerskil;

     

  • 4.

    Merwedekanaal, waarbij wordt opgemerkt dat het vaarwegbeheer van het Merwedekanaal ligt bij de provincie;

     

  • 5.

    de Beuningseplas te Beuningen, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte: 7,00 meter;

    • -

      maakt gebruik van een mechanisch voortbewogen vaartuig met behulp van een verbrandingsmotor of elektrische motor met een door de leverancier opgegeven vermogen van maximaal 2,5 kWatt (= 3,4 Pk);

  • 6.

    het Lingemeer te Buren, mits de volgende maxima niet worden overschreden:

    • -

      maximale lengte 7 meter;

    • -

      maakt gebruik van een mechanisch voortbewogen vaartuig met behulp van een verbrandingsmotor of elektrische motor met een door de leverancier opgegeven vermogen van maximaal 2,5 kWatt (=3,4 Pk);

  • 7.

    het plegen van regulier en/of groot onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen door volgens de legger aangewezen onderhoudsplichtigen.

Artikel 2. Voorwaarden

Diegene die activiteiten uitvoert zoals bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel:

  • 1.

    mag als het spuilicht van de Gorinchemse Kanaalsluis brandt, met een geladen vaartuig de sluis niet passeren zonder toestemming van de bedienaar van de hefbrug van de Gorinchemse Kanaalsluis;

  • 2.

    mag de Gorinchemse Kanaalsluis niet passeren als de stroomsnelheid gemeten in de Gorinchemse Kanaalsluit groter is dan:

     

    Gemeten stroomsnelheid in de Gorinchemse Kanaalsluis

    Maximaal toegestane afmetingen van het vaartuig

    0,65 meter per seconde

    2,35 meter

    0,75 meter per seconde

    2,25 meter

    0,80 meter per seconde

    2,00 meter

 

  • 3.

    houdt rekening met de diepgang van het vaartuig welke afhankelijk is van de waterstand aangegeven op de benedenstroomse peilschaal van de Gorinchemse Kanaalsluis;

     

    Waterstand

    Maximaal toegestane diepgang

    NAP +0,80 meter of hoger

    2,50 meter

    NAP +0,70 meter - +0,80 meter

    2,40 meter

    NAP +0,60 meter - +0,70 meter

    2,30 meter

    NAP +0,50 meter - +0,60 meter

    2,25 meter

 

  • 4.

    moet bij het tewaterlaten en uit het water halen van het vaartuig gebruikmaken van daarvoor ingerichte tewaterlaatplaatsen;

  • 5.

    moet de inzinkingsmerken bestaande uit een rechthoek met een lengte van 0,30 meter en een hoogte van 0,04 meter duidelijk zichtbaar aanbrengen overeenkomstig artikel 4.04 van het Binnenschepenbesluit;

  • 6.

    moet als het schip opgelopen wordt door een ander groot schip zonder bijzondere beperkingen zo volledig mogelijk stoppen om het andere schip voorbij te laten;

  • 7.

    moet zich houden aan de ter plaatse aangeduide vaarsnelheid, tenzij:

    • 1.

      het een beladen schip betreft dat groter is dan 60,00 meter bij 7,50 meter en/of een diepgang groter is dan 2,25 meter. In dit geval mag de snelheid van 6 km/uur niet worden overschreden.

    • 2.

      Het een ongeladen schip betreft dat groter is dan 60,00 meter bij 7,50 meter. In dit geval mag de snelheid van 7,5 km/uur niet worden overschreden.

    • 3.

      Voor de onder criteria 5 en 6 genoemde Beuningseplas en het Lingemeer geldt een maximale vaarsnelheid van 6 km per uur.

Artikel 3. Overgangsrecht

Voor zover er vóór de inwerkingtreding van de algemene regel een vergunning is verleend voor het zich op een oppervlaktewaterlichaam bevinden met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht, worden de voorschriften beschouwd als maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.10, derde lid van de keur.

 

Toelichting

Kader

Op grond van artikel 3.2, vierde lid van de keur, is het verboden zonder watervergunning zich op een oppervlaktewater te bevinden met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht. Op grond van artikel 3.10 van de keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.

 

Het verbod geldt voor alle oppervlaktewateren waarop de Keur van toepassing is. Gelet op de functie en het gebruik is het uitzonderen van dit verbod gewenst. Ten aanzien van het varen is er een onderscheid te maken in de wateren genoemd onder artikel 1.

 

Vaarweg

Zo zijn er wateren die (door de provincie) zijn aangewezen als vaarweg en waarvoor het waterschap het zogenaamde vaarwegbeheer (“bakbeheer”) uitvoert. Deze wateren waaraan een specifieke vaarwegfunctie is toegekend, worden dan ook vrijgesteld van het vaarverbod. In het belang van de functie vaarweg en de functie watersysteem worden voorwaarden gesteld aan afmetingen van de vaartuigen. Het gaat hier om de Linge, de Korne, het Kanaal van Steenenhoek inclusief de Steenenhoekse Kanaalsluis en de toegangsgeul vanuit Rijksvaarwater Merwede. Het vaarwegebeheer van het Merwedekanaal ligt bij de provincie. De provincie kan daaraan beperkingen opleggen.

 

Recreatief medegebruik van watersysteem

Daarnaast zijn er wateren die geen specifieke vaarwegfunctie hebben, maar waar het varen wel is toegestaan. Dit wordt aangemerkt als recreatief medegebruik naast het watersysteembeheer (zogenaamd “meeliften”). Hiervoor is het wenselijk om bij algemene regel onder voorwaarden gemotoriseerde vaartuigen toe te staan. Voor deze wateren worden geen specifieke maatregelen genomen ter bevordering van de bevaarbaarheid, zoals verdiepen. De maatvoering genoemd in de criteria geldt ter bescherming van waterstaatswerken.

 

Voor de wateren met een vaarwegfunctie en voor enkele wateren zonder vaarwegfunctie zoals de boezemwateren is het waterschap tevens aangewezen als nautisch beheerder. Dat wil zeggen dat het waterschap op grond van de Scheepvaartverkeerswet ten behoeve van de daarin genoemde belangen maatregelen mag treffen en verkeersbesluiten mag nemen.

 

Ook wordt recreatief medegebruik toegestaan op de Beuningseplas en het Lingemeer waar het waterschap alleen oppervlaktewaterbeheerder is.

 

Risico’s

Door voor vaartuigen een maatvoering met een eventuele beperking van de vaarsnelheid op te nemen in deze algemene regel, wordt het waterhuishoudkundig en scheepvaartkundig belang (voor wat betreft het zogenoemde bakbeheer) voldoende gewaarborgd. Het nautisch beheer betreft de zorg voor de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en is afdoende geregeld in de vigerende regelgeving op het gebied van scheepvaartverkeer, zoals de Scheepvaartverkeerswet, het daarop gebaseerde Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (Babs).

 

Melding

Voor deze activiteit geldt geen meldingsplicht.

Bijlage 2: WT20. Nachtvaartverbod bij evenementen op vaarwegen

 

Artikel 1. Criteria

In artikel 4.1, eerste lid van de keur is bepaald dat het verboden is om de vaarwegen te bevaren met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht tussen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang (nachtvaarverbod).

 

Dit verbod geldt niet voor het varen op de Linge tussen Arkel en de sluis te Asperen en de gekanaliseerde Linge.

 

Voor de overige vaarwegen wordt vrijstelling van het nachtvaartverbod verleend indien er sprake is van een evenement.

 

Artikel 2. Voorwaarden

Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel:

  • 1.

    maakt gebruik van de vrijstelling van het nachtvaartverbod specifiek voor het traject en het evenement dat wordt gemeld;

  • 2.

    zorgt ervoor dat het overige scheepvaartverkeer niet onnodig wordt gestremd;

  • 3.

    zorgt ervoor dat de terugvaart naar het beginpunt binnen een uur na het einde van het evenement plaatsvindt;

  • 4.

    houdt er rekening mee dat de overige regelgeving onverminderd van kracht blijft.

 

Artikel 3. Melding

  • 1.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt dit tenminste vier weken voor aanvang van het evenement.

  • 2.

    De melding wordt schriftelijk of digitaal gedaan via het Omgevingsloket Online. Daarbij wordt in ieder geval gemeld:

    • a.

      naam, adres en telefoonnummer van de meldingsplichtige;

    • b.

      datum, begin- en eindtijd en omschrijving van het evenement;

    • c.

      het traject waarop gevaren wordt;

    • d.

      gegevens van de (rondvaart)boot waarmee gevaren wordt;

    • e.

      eventueel het kenmerk van de vergunning voor de (rondvaart)boot waarmee gevaren wordt.

Artikel 4. Overgangsrecht

Niet van toepassing

 

Toelichting

Kader

In artikel 4.1, vierde lid van de keur is bepaald dat het verboden is om de vaarwegen te bevaren met een vaartuig voortbewogen door mechanische kracht tussen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang (nachtvaarverbod).

 

Op grond van artikel 3.10 van de keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.

 

Recreatief medegebruik van watersysteem

Boezemwateren hebben geen specifieke vaarwegfunctie, maar varen is hier wel toegestaan. Dit wordt aangemerkt als recreatief medegebruik naast het watersysteembeheer (zogenaamd “meeliften”). Algemene regel WT18 geeft aan onder welke voorwaarden gemotoriseerde vaartuigen worden toegestaan.

 

Voor de wateren met een vaarwegfunctie en voor enkele wateren zonder vaarwegfunctie is het waterschap tevens aangewezen als nautisch beheerder. Dat wil zeggen dat het waterschap op grond van de Scheepvaartverkeerswet en de daarin genoemde belangen verkeersbesluiten mag nemen.

 

Begripsbepaling

De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing op de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:

Evenement: Een speciale, tijd- en plaatsgebonden gebeurtenis, gericht op een publieks- of algemeen belang, die door een initiatiefnemer (individu, groep of organisatie) bewust is gepland en die gericht is op een bepaalde doelgroep om met een bewust gekozen vorm een bepaald doel te realiseren.

 

 

Risico’s

Door een algemene regel in te stellen voor vrijstelling van het nachtvaartverbod voor evenementen, wordt het waterhuishoudkundig en scheepvaartkundig belang voldoende gewaarborgd. Het nautisch beheer betreft de zorg voor de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en is afdoende geregeld in de vigerende regelgeving op het gebied van scheepvaartverkeer, zoals de Scheepvaartverkeerswet, het daarop gebaseerde Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (Babs).

 

Melding

De melding kan digitaal en schriftelijk worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.

Bijlage 3: WT21. Haaks afmeren

 

Artikel 1. Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 4.3, voor het haaks op de lengterichting van de vaarweg af te meren.

 

Artikel 2. Voorwaarden

Diegene die activiteiten uitvoert zoals bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel:

  • 1.

    Neemt alleen een ligplaats in of ankert met een vaartuig (afmeren) op de daarvoor bestemde plaatsen zoals genoemd in de Keur of zijn vastgelegd in het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge.

  • 2.

    Zorgt ervoor dat het vaartuig niet in het doorvaartprofiel (vaargeul) van de vaarweg ligt:

    • a.

      Nederwaard en Overwaard: afmeren is toegestaan waarbij de in algemene regel WT18 genoemde maximaal toegestane breedte van het vaartuig niet wordt overschreden.

    • b.

      Aanvullend geldt voor de Buiten Giessen en gedeelte Binnen-Giessen: afmeren is toegestaan onder voorwaarde dat buiten de vaargeul wordt afgemeerd zoals aangegeven op de bij het Verkeersbesluit afmeerverbod Buiten-Giessen en gedeelte Binnen-Giessen behorende kaarten.

    • c.

      Linge: afmeren is toegestaan binnen de in het vigerende Verkeersbesluit ligplaatsen Linge vastgelegde ligplaatszones.

  • 3.

    Als er een vergunning voor een haakse steiger aan ten grondslag ligt, mag haaks worden afgemeerd waarbij het vaartuig niet verder mag reiken dan de steiger.

Artikel 3. Melding

  • 1.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt dit tenminste twee weken voor aanvang van de activiteiten aan het waterschap;

  • 2.

    De melding wordt schriftelijk of digitaal gedaan via het Omgevingsloket online. Daarbij wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      Naam, adres en telefoonnummer van de meldingsplichtige;

    • b.

      Het adres of locatie waar ligplaats wordt ingenomen;

    • c.

      Een situatietekening waarop duidelijk de locatie van de afmeerlocatie staat aangegeven;

    • d.

      Afmetingen van het vaartuig waarmee ligplaats wordt ingenomen.

  • 3.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt de aanvang van de activiteiten twee werkdagen van tevoren bij de toezichthouder.

  • 4.

    De uitvoering van de toegestane werken start binnen één jaar na dagtekening van de instemmingsbrief van het waterschap. Als dit niet het geval is, vervalt de instemming.

Toelichting

Kader

In artikel 4.3 wordt bepaald dat het verboden is om haaks op de lengterichting van de vaarweg af te meren om te voorkomen dat met het innemen van een ligplaats een vlot verloop van de scheepvaart wordt belemmerd.

Artikel 3.10 van de Keur biedt het bestuur een grondslag om ten aan zien van deze verbodsbepaling algemene regels op te stellen. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt

 

Risico’s

Door een algemene regel in te stellen voor het haaks afmeren op vaarwegen, wordt het waterhuishoudkundig en scheepvaartkundig belang voldoende gewaarborgd. Het nautisch beheer betreft de zorg voor de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en is afdoende geregeld in de vigerende regelgeving op het gebied van scheepvaartverkeer, zoals de Scheepvaartverkeerswet, het daarop gebaseerde Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (Babs).

 

Begripsbepaling

 

Vaargeul: Een vrij te houden vaarstrook voor een vrije doorvaart van schepen.

 

Melding

De melding kan digitaal en schriftelijk worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OLO) worden ingediend. Het OLO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl

Naar boven