Besluit tot wijziging van de Kostentoedelingsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 (5e wijziging)

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 31 augustus 2021 met nummer DMnr.1769631;

gelet op artikel 120 van de Waterschapswet;

 

BESLUIT:

Artikel I

Artikel 2 van de Kostentoedelingsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 (Waterschapsblad 2008/6) wordt als volgt gewijzigd:

“De kosten voor het watersysteembeheer worden als volgt toegedeeld:

  • 41,0% aan de ingezetenen;

  • 7,1% aan de zakelijk gerechtigden van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen;

  • 0,1% aan de zakelijk gerechtigden van natuurterreinen;

  • 51,8% aan de zakelijk gerechtigden van gebouwde onroerende zaken.”

Artikel II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van zijn bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit vindt voor het eerst toepassing op het belastingjaar dat aanvangt op 1 januari 2022.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 oktober 2021.

Voorzitter, J.C.H. Haan

Secretaris, F.H.M. Apeldoorn

Toelichting op besluit tot wijziging van de Kostentoedelingsverordening (5e wijziging)

 

Op basis van onderzoek, uitgevoerd door het hierin gespecialiseerde onderzoeksbureau Tauw, zijn de in 2019 vastgestelde kostentoedelingspercentages herzien aan de hand van geactualiseerde (2020) waardegegevens en oppervlakten. Onderstaande tabel 1 bevat de berekening van de nieuwe kostentoedelingspercentages m.i.v. het belastingjaar 2022 als gevolg van deze actualisatie:

 

Tabel 1 Berekening kostentoedelingspercentages in %

Categorie

Waardeverhouding 2018

Categorale kostentoedeling 2018

Waardeverhouding 2020

Categorale kostentoedeling 2020

Ontwikkeling 2020 / 2018

in %*

Ingezetenen

 

41,0%

 

41,0%

0,0%

Ongebouwd

13,6%

8,0%

12,1%

7,1%

-11,3%

Natuur

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

0,0%

Gebouwd

86,3%

50,9%

87,8%

51,8%

1,8%

*De procentuele ontwikkeling van de aan de categorieën toegerekende kosten. Hierbij is de uitkomst volgens de waardeverhouding (2020) uit het Kostentoedelingsonderzoek 2021 afgezet tegen de verdeling volgens huidige kostentoedelingsverordening.

 

De actualisering van de waardeverhouding leidt tot een andere verdeling over de verschillende belastingcategorieën van de kosten van de watersysteemheffing. De inwonerdichtheid bedraagt 1.066 inwoners per km2 en daardoor blijft het aan de categorie Ingezetenen toe te rekenen kostenaandeel 41,0%. Op basis van veranderde waardeverhouding vindt er tussen de aandelen van de categorieën Gebouwd en Ongebouwd wel een verschuiving plaats. Door de hogere waarde van Gebouwd stijgt de toerekening aan Gebouwd van 50,9% tot 51,8% (een stijging van 0,9%-punt) en daalt de toedeling van Ongebouwd van 8,0% tot 7,1% (een daling van 0,9%-punt). Als procentuele ontwikkeling is de relatieve verandering groter: ten opzichte van de huidige toedelingspercentages stijgt het percentage dat aan Gebouwd wordt toegerekend met 1,8% en daalt het percentage dat aan Ongebouwd wordt toegerekend met 11,3%.

De belangrijkste oorzaak van de verschuiving tussen Gebouwd en Ongebouwd is de stijging van de totale waarde van Gebouwde onroerende zaken tussen 2018 en 2020: van € 115,8 miljard naar € 140,3 miljard, een stijging van 21,1%. Aan deze stijging liggen de gestegen prijzen voor woningen en bedrijfsgebouwen en een toename van de hoeveelheid objecten ten grondslag.

Het aandeel van de categorie Natuur blijft afgerond 0,1%.

 

In tabel 1 is het effect op de kostentoedeling verwerkt van de uit het onderzoek naar voren gekomen waarden en oppervlakten.

De achterliggende gegevens hierbij zijn hierna in de tabellen 2 en 3 opgenomen.

In tabel 2 is de oppervlakte per belangencategorie weergegeven (A1 t/m A4 = Ongebouwd, B = Natuur en C = Gebouwd).

In tabel 3 zijn hieraan de uiteindelijke waarden per categorie toegevoegd. Dit is feitelijk de waardeverhouding die wordt toegepast voor de restererende categorieën na de toebedeling van 41% aan Ingezetenen.

 

Tabel 2 Oppervlakte per belangencategorie (ha), inclusief dienstbaarheden

 

Categorie

2018

2020

A1.1

Autosnelwegen

1.103

1.124

A1.2

Hoofd en regionale wegen

703

704

A1.3

Lokale wegen + bebouwde kom

3.297

3.312

A1.4

Overige verharde wegen

2.208

2.222

A2

Agrarische en overige gronden

46.166

46.258

A3

Openbare spoorwegen

237

236

A4

Bouwpercelen

526

526

B

Natuur

12.014

12.120

C

Gebouwd

16.768

16.518

 

Totaal

83.021

83.021

 

Voor twee categorieën is de richting van de ontwikkeling van de oppervlakte onverwacht: een stijging bij A2 Agrarische en overige gronden en een daling bij C Gebouwd. De afname van Gebouwd wordt vermoedelijk vooral verklaard door het op andere wijze van meetaxeren van het areaal met het object. Door strengere mutatiecontroles uit te voeren en doordat het ongebouwde oppervlakte van dijkwoningen niet meer tot het gebouwd gerekend mag worden is het areaal licht afgenomen (ondanks dat er is bijgebouwd in de afgelopen jaren). Het oppervlak Agrarisch en overige categorieën in de waardeverhouding wordt bepaald als restcategorie door het totaal van de categorieën af te trekken van de totale oppervlakte van het waterschap.

Beide ontwikkelingen zijn daarmee te verklaren door de systematiek die landelijk wordt toegepast.

 

Tabel 3 Vergelijking waardeverhouding in %

Categorie

2018

2020

 

In %

In ha

In kEUR

In %

In ha

In kEUR

Ongebouwd

13,6%

54.239

18.254.928

12,1%

54.383

19.281.761

wegen/spoor

10,6%

7.547

14.261.416

9,6%

7.599

15.373.509

agrarisch/overige gronden

2,1%

46.166

2.768.459

1,7%

46.258

2.659.001

bouwpercelen

0,9%

526

1.225.054

0,8%

526

1.249.250

Natuur

0,1%

12.014

144.091

0,1%

12,120

139.339

Gebouwd

86,3%

16.768

115.845.101

87,8%

16.518

140.309.434

Totaal

100,0%

83.021

134.244.120

100,0%

83.021

159.730.534

 

De volgende wijzigingen ten opzichte van 2018 hebben de grootste gevolgen voor de waardeverhouding:

  • De totale waarde van (Spoor)Wegen stijgt met 7,8%. Dit komt door een lichte stijging van het oppervlak voor wegen en door een stijging van de waarderingsgrondslag voor wegen van 8,3% en voor spoorwegen van 3,5%. Bij het kostentoedelingsonderzoek wordt, zoals voorgeschreven, uitgegaan van vervangingswaarden.

  • De totale waarde van de categorie Gebouwd stijgt met 21,1%. Dit komt door een stijging van de waarde van bedrijfspanden en huizen tussen 2018 en 2020 en door de groei van het areaal.

Het effect van laatstgenoemde is het grootst.

 

Een vergelijking van de berekende waardeverhoudingen laat zien dat er een verschuiving plaatsvindt van het aandeel van Ongebouwd (was 13,6%; wordt 12,1%) naar het aandeel van Gebouwd (was 86,3%; wordt 87,8%). Het aandeel Natuur blijft nagenoeg gelijk. De waardeontwikkelingen werken door in de uiteindelijke kostentoedelingspercentages per belastingcategorie.

Naar boven