Waterschapsblad van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2021, 15001 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2021, 15001 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit tot wijziging van de Kostentoedelingsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 (5e wijziging)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 oktober 2021.
Voorzitter, J.C.H. Haan
Secretaris, F.H.M. Apeldoorn
Op basis van onderzoek, uitgevoerd door het hierin gespecialiseerde onderzoeksbureau Tauw, zijn de in 2019 vastgestelde kostentoedelingspercentages herzien aan de hand van geactualiseerde (2020) waardegegevens en oppervlakten. Onderstaande tabel 1 bevat de berekening van de nieuwe kostentoedelingspercentages m.i.v. het belastingjaar 2022 als gevolg van deze actualisatie:
Tabel 1 Berekening kostentoedelingspercentages in %
*De procentuele ontwikkeling van de aan de categorieën toegerekende kosten. Hierbij is de uitkomst volgens de waardeverhouding (2020) uit het Kostentoedelingsonderzoek 2021 afgezet tegen de verdeling volgens huidige kostentoedelingsverordening.
De actualisering van de waardeverhouding leidt tot een andere verdeling over de verschillende belastingcategorieën van de kosten van de watersysteemheffing. De inwonerdichtheid bedraagt 1.066 inwoners per km2 en daardoor blijft het aan de categorie Ingezetenen toe te rekenen kostenaandeel 41,0%. Op basis van veranderde waardeverhouding vindt er tussen de aandelen van de categorieën Gebouwd en Ongebouwd wel een verschuiving plaats. Door de hogere waarde van Gebouwd stijgt de toerekening aan Gebouwd van 50,9% tot 51,8% (een stijging van 0,9%-punt) en daalt de toedeling van Ongebouwd van 8,0% tot 7,1% (een daling van 0,9%-punt). Als procentuele ontwikkeling is de relatieve verandering groter: ten opzichte van de huidige toedelingspercentages stijgt het percentage dat aan Gebouwd wordt toegerekend met 1,8% en daalt het percentage dat aan Ongebouwd wordt toegerekend met 11,3%.
De belangrijkste oorzaak van de verschuiving tussen Gebouwd en Ongebouwd is de stijging van de totale waarde van Gebouwde onroerende zaken tussen 2018 en 2020: van € 115,8 miljard naar € 140,3 miljard, een stijging van 21,1%. Aan deze stijging liggen de gestegen prijzen voor woningen en bedrijfsgebouwen en een toename van de hoeveelheid objecten ten grondslag.
Het aandeel van de categorie Natuur blijft afgerond 0,1%.
In tabel 1 is het effect op de kostentoedeling verwerkt van de uit het onderzoek naar voren gekomen waarden en oppervlakten.
De achterliggende gegevens hierbij zijn hierna in de tabellen 2 en 3 opgenomen.
In tabel 2 is de oppervlakte per belangencategorie weergegeven (A1 t/m A4 = Ongebouwd, B = Natuur en C = Gebouwd).
In tabel 3 zijn hieraan de uiteindelijke waarden per categorie toegevoegd. Dit is feitelijk de waardeverhouding die wordt toegepast voor de restererende categorieën na de toebedeling van 41% aan Ingezetenen.
Tabel 2 Oppervlakte per belangencategorie (ha), inclusief dienstbaarheden
Voor twee categorieën is de richting van de ontwikkeling van de oppervlakte onverwacht: een stijging bij A2 Agrarische en overige gronden en een daling bij C Gebouwd. De afname van Gebouwd wordt vermoedelijk vooral verklaard door het op andere wijze van meetaxeren van het areaal met het object. Door strengere mutatiecontroles uit te voeren en doordat het ongebouwde oppervlakte van dijkwoningen niet meer tot het gebouwd gerekend mag worden is het areaal licht afgenomen (ondanks dat er is bijgebouwd in de afgelopen jaren). Het oppervlak Agrarisch en overige categorieën in de waardeverhouding wordt bepaald als restcategorie door het totaal van de categorieën af te trekken van de totale oppervlakte van het waterschap.
Beide ontwikkelingen zijn daarmee te verklaren door de systematiek die landelijk wordt toegepast.
Tabel 3 Vergelijking waardeverhouding in %
De volgende wijzigingen ten opzichte van 2018 hebben de grootste gevolgen voor de waardeverhouding:
De totale waarde van (Spoor)Wegen stijgt met 7,8%. Dit komt door een lichte stijging van het oppervlak voor wegen en door een stijging van de waarderingsgrondslag voor wegen van 8,3% en voor spoorwegen van 3,5%. Bij het kostentoedelingsonderzoek wordt, zoals voorgeschreven, uitgegaan van vervangingswaarden.
Het effect van laatstgenoemde is het grootst.
Een vergelijking van de berekende waardeverhoudingen laat zien dat er een verschuiving plaatsvindt van het aandeel van Ongebouwd (was 13,6%; wordt 12,1%) naar het aandeel van Gebouwd (was 86,3%; wordt 87,8%). Het aandeel Natuur blijft nagenoeg gelijk. De waardeontwikkelingen werken door in de uiteindelijke kostentoedelingspercentages per belastingcategorie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2021-15001.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.