Besluit primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta 2020

Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Gelet op het bepaalde in artikel 95 Waterschapswet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat

  • één van de uitgangspunten van de organisatie is het zo laag mogelijk in de organisatie neerleggen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden,

  • dat mandatering van bevoegdheden aan functionarissen van het waterschap een bijdrage kan leveren aan:

    • 1.

      een snelle dienstverlening door het verkorten van procedures;

    • 2.

      het verbeteren van de slagvaardigheid van de ambtelijke organisatie;

    • 3.

      een duidelijke vastlegging van verantwoordelijkheden;

voor de realisering van bovengenoemd uitgangspunt een mandaat- en volmachtregeling noodzakelijk is;

BESLUIT:

tot het vaststellen van de Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta 2020

Hoofdstuk I Algemeen

Artikel 1 Begripsomschijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • c.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de betreffende bevoegdheid heeft verleend;

  • d.

    gemandateerde: degene die de bevoegdheid namens het bestuursorgaan uitoefent;

  • e.

    ondermandaat: de gemandateerde verleent mandaat aan een functionaris;

  • f.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • g.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • h.

    functionaris: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet 2017.

Artikel 2 Beleidskader

Voor zover ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in dit besluit door het algemeen bestuur en/of het dagelijks bestuur beleid is vastgesteld, wordt in het kader van de uitoefening van die bevoegdheden rekening gehouden met dat beleid.

Artikel 3 Reikwijdte mandaat en volmacht

Elk mandaat of volmacht voor het nemen van een besluit of het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling omvat ook alle daarmee samenhangende voorbereidende of uitvoerende

(rechts) handelingen.

Artikel 4 Bevoegdheden door machtiging

Elke functionaris is gemachtigd om feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn voor zover deze handelingen binnen de normale uitoefening van zijn/haar functie vallen.

Artikel 5. Financiële kaders

Indien de uitoefening van het mandaat of volmacht financiële consequenties heeft, dient bij de uitoefening van deze bevoegdheden te worden gehandeld binnen de kaders die daartoe door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur zijn vastgesteld.

Artikel 6 Ondertekening

De ondertekening van de aan de dijkgraaf respectievelijk secretaris-directeur gemandateerde besluiten vindt als volgt plaats:

Artikel 7 Plaatsvervanging

  • 1.

    Daar waar aan functionarissen van het waterschap beneden het niveau van secretaris-directeur bevoegdheden op basis van mandaat of volmacht zijn toegekend, gelden daarvoor in het geval van afwezigheid of verhindering de volgende vervangingsregels, dit voor de duur van de afwezigheid of verhindering:

    • a.

      een programmadirecteur wordt vervangen door een andere programmadirecteur;

    • b.

      een manager wordt vervangen door een andere manager;

    • c.

      een teammanager wordt vervangen door een teammanager van hetzelfde proces, bij afwezigheid van een teammanager van hetzelfde proces wordt de teammanager vervangen door de manager van het betreffende proces;

    • d.

      een projectmanager wordt vervangen door een andere projectmanager binnen hetzelfde proces; onder projectmanager wordt in dit verband verstaan degene die in verband met een specifiek investerings-of exploitatieproject als zodanig is aangewezen;

    • e.

      plaatsvervanging kan eveneens plaatsvinden door de hiërarchisch hogere.

    • f.

      plaatsvervanging vindt ook plaats ten aanzien van de bevoegdheden op het gebied van exploitatie- en investeringsuitgaven.

Hoofdstuk II De dijkgraaf

Artikel 8 Algemeen

  • 1.

    De dijkgraaf is bevoegd om ten aanzien van de aan de dijkgraaf verleende bevoegdheden ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen.

  • 2.

    Bij afwezigheid of verhindering van de dijkgraaf treedt diens plaatsvervanger voor de duur van de afwezigheid of verhindering van de dijkgraaf in diens plaats.

  • 3.

    Bij twijfel of een aangelegenheid onder het mandaat valt dient de dijkgraaf de aangelegenheid voor te leggen aan het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Handhavingsbevoegdheden

  • 1.

    Aan de dijkgraaf worden gemandateerd de bevoegdheden op het werkgebied handhaving:

    • a.

      als bedoeld in de titels 5.3. en 5.4. van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede in dit kader de bevoegdheden zoals bedoeld in titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht (bestuursrechtelijke geldschulden);

    • b.

      als bedoeld in artikel 5.16 van de Waterwet (Bijzondere bepalingen met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen), alsmede in artikel 5.15, tweede lid van de Waterwet in samenhang met de artikelen 30, tweede tot en met vierde lid en artikel 74 van de Wet bodembescherming;

    • c.

      het uitvaardigen van een bestuurlijke strafbeschikking voor milieufeiten en keurfeiten;

    • d.

      het verlenen van een gedoogbeschikking;

    • e.

      het in het kader van de handhaving intrekken van een vergunning of ontheffing;

    • f.

      het doen van een handhavingsverzoek bij andere overheden inzake indirecte lozingen;

    • g.

      het al dan niet instemmen met milieujaarverslagen;

    • h.

      het al dan niet goedkeuren van de wijze van uitvoering van in watervergunningen opgenomen verplichtingen tot bemonstering, meten, analyse e.d.;

  • 2.

    De dijkgraaf houdt de bevoegdheden voor repressief handhavend optreden tegen de eigen organisatie aan zich, dit met uitzondering van het toepassen van bestuursdwang in spoedeisende situaties en het afwijzen van handhavingsverzoeken.

Artikel 10 Behandeling klachten

  • 1.

    Aan de dijkgraaf wordt gemandateerd de bevoegdheid tot behandeling van klachten als bedoeld in titel 9.1. en 9.2. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Indien de klacht zich richt tegen de dijkgraaf, wordt de plaatsvervangend dijkgraaf belast met de bevoegdheid als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    Voor de ambtelijke ondersteuning bij de klachtenafhandeling wordt een functionaris van het proces Bestuur & Communicatie als Klachtcoördinator aangewezen. Deze functionaris onderhoudt het contact met het bureau van de Nationale Ombudsman en rapporteert 1 maal per jaar aan het dagelijks bestuur over de afhandeling van klachten die zijn ingediend tegen bestuursorganen en/of ambtenaren van het waterschap.

Artikel 11 Besluiten op bezwaar

Aan de dijkgraaf wordt gemandateerd de bevoegdheid tot het nemen van een besluit op bezwaar, voor zover het betreft bezwaren ingediend tegen door functionarissen in ondermandaat genomen besluiten.

Artikel 12 Aangaan van rechtsgedingen

  • 1.

    Aan de dijkgraaf wordt de bevoegdheid gemandateerd om in spoedeisende situaties zowel buitengerechtelijke procedures als rechtsgedingen aan te gaan.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, wordt aan de dijkgraaf de bevoegdheid gemandateerd tot het aangaan van mediation.

  • 3.

    De dijkgraaf maakt van het gebruiken van deze bevoegdheid melding in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

Artikel 13 Verlenen van volmacht tot vertegenwoordiging

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verleent hierbij de bevoegdheid aan de dijkgraaf om volmachten te verlenen aan functionarissen en niet functionarissen van het waterschap tot:

    • a.

      het vertegenwoordigen van het dagelijks en algemeen bestuur in het kader van een buitengerechtelijke procedure of rechtsgeding en

    • b.

      het vertegenwoordigen van het waterschap in werkgeversaangelegenheden.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stemt hierbij in met het door de dijkgraaf verlenen van machtiging aan functionarissen van het waterschap en niet functionarissen van het waterschap tot vertegenwoordiging van het waterschap in en buiten rechte, zoals bedoeld in artikel 95 van de Waterschapswet, hieronder worden ook expliciet werkgeversaangelegenheden verstaan.

  • 3.

    De functionaris die volmacht heeft gekregen, is bevoegd om een schriftelijke substitutievolmacht te verlenen.

Artikel 14 Afwijking van aanbestedingsbeleid

Aan de dijkgraaf wordt de bevoegdheid gemandateerd om in spoedeisende situaties op basis van een gemotiveerd voorstel te besluiten tot afwijking van het vastgestelde aanbestedingsbeleid als bedoeld in de nota aanbestedingsbeleid van het waterschap.

Artikel 15 Calamiteit; Onttrekkingsverbod, verbod aan- en afvoer, beperken of stremmen scheepvaart

Aan de dijkgraaf worden gemandateerd de bevoegdheden in het kader van een calamiteit:

  • 1.

    de bevoegdheid tot het instellen en opheffen van een verbod om water af te voeren naar en/of aan te voeren uit oppervlaktelichamen, water te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen, grondwater te onttrekken of water te infiltreren als bedoeld in de Keur waterschap Brabantse Delta.

  • 2.

    de bevoegdheid om te besluiten tot het tijdelijk beperken of stremmen van de scheepvaart alsmede tot het tijdelijk aanpassen van de maximale vaarsnelheid, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals bedoeld in de Keur waterschap Brabantse Delta.

  • 3.

    de bevoegdheid om de eigenaren van in waterstaatswerken voorkomende coupures, sluizen en andere (afsluitbare) ondersteunende kunstwerken te verplichten deze terstond te sluiten, zoals bedoeld in de Keur waterschap Brabantse Delta.

Hoofdstuk III De secretaris-directeur

Artikel 16 Algemeen

  • 1.

    De secretaris-directeur is bevoegd om ten aanzien van de aan hem verleende bevoegdheden ondermandaat te verlenen.

  • 2.

    Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-directeur treedt zijn plaatsvervanger voor de duur van de verhindering of afwezigheid in zijn plaats.

  • 3.

    Bij twijfel of een aangelegenheid onder het mandaat valt dient de secretaris-directeur de aangelegenheid voor te leggen aan het dagelijks bestuur.

Artikel 17 Gemandateerde bevoegdheden

  • 1.

    Aan de secretaris-directeur wordt, onverminderd de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het namens het dagelijks bestuur nemen van besluiten en /of beslissingen ter uitoefening van de aan het dagelijks bestuur toekomende bevoegdheden, met uitzondering van:

    • a.

      de door het dagelijks bestuur aan de dijkgraaf gemandateerde bevoegdheden en de bevoegdheid tot het geven van volmacht en machtiging, opgenomen in hoofdstuk II van dit besluit;

    • b.

      de bevoegdheden ingevolge de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta en de Controleverordening Waterschap Brabantse Delta;

    • c.

      de in de Waterschapswet toegekende bevoegdheden aan het dagelijks bestuur op het gebied van waterschapsbelastingen;

    • d.

      het vaststellen van leggers;

    • e.

      het vaststellen van beleidsregels;

    • f.

      het vaststellen van waterakkoorden;

    • g.

      het aangaan van convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten;

    • h.

      het besluiten op verzoeken om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • i.

      de bevoegdheid om in het kader van een dijkverbeteringsplan over te gaan tot aankoop, vervreemding of ruiling van onroerende zaken van het waterschap;

    • j.

      de bevoegdheid om onroerende zaken te ruilen, waarbij de waarde van de in de ruiling betrokken onroerende zaken, in totaal (cumulatief) € 1.000.000,- of meer bedraagt;

    • k.

      het beslissen over het opzeggen (eenzijdig beëindigen) van een arbeidsovereenkomst door de werkgever (het waterschap) bedoeld in artikel 7:669 Burgerlijk Wetboek;

    • l.

      het beslissen over het vaststellen van nadere regels, instructies, beleid, beleidsregels, plannen en budgetten die betrekking hebben op werkgeversaangelegenheden;

    • m.

      het beslissen over het opleggen van een disciplinaire straf aan een functionaris van het waterschap;

    • n.

      voordrachten van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur;

    • o.

      het vaststellen van het advies in het kader van de watertoets met betrekking tot buitendijks bouwen.

  • 2.

    De secretaris-directeur handelt bij de uitoefening van de aan hem toegekende bevoegdheden die het dagelijks bestuur heeft in het kader van de voorbereiding en uitvoering van besluiten van het algemeen bestuur tot uitvoering van investeringsprojecten, binnen de kaders die daartoe door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur zijn of worden gesteld.

Artikel 18 Verantwoording

  • 1.

    De secretaris-directeur stelt het dagelijks bestuur in kennis van die besluiten die hij krachtens mandaat heeft genomen, waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze voor het dagelijks bestuur van belang zijn om voldoende geïnformeerd te zijn.

  • 2.

    De secretaris-directeur rapporteert omtrent het gebruik van de bevoegdheden die aan de secretaris-directeur zijn verleend, indien het dagelijks bestuur hierom verzoekt.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 19 Intrekking

Het besluit Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta, vastgesteld bij besluit

van 3 december 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 21 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta 2020’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 10 december 2019,

Het dagelijks bestuur,

De dijkgraaf

drs. C.J.G.M. de Vet

De secretaris-directeur

dr. A.F.M. Meuleman

Naar boven