Waterschapsblad van Waterschap Rijn en IJssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2017, 11246 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2017, 11246 | Verordeningen |
Tekstplaatsing: Bekendmaking besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009: het leggen, verlengen en behouden van een dam met duiker in een watergang en het leggen, vervangen en behouden van een brug over een watergang.
Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 31 augustus 2015, met kenmerk Gemeenteblad 2017, 6908, geplaatst.
Het waterschap streeft naar beperking van regelgeving tot een noodzakelijk minimum. Voor de meest voorkomende werkzaamheden langs watergangen is op dit moment nog een watervergunning vereist. Er zijn echter veel voorkomende werkzaamheden die onder voorwaarden kunnen worden toegestaan zonder watervergunning. Het waterschap wil deze werkzaamheden zo veel mogelijk reguleren via algemene regels. Hiermee worden tijdrovende en onnodige vergunningprocedures voorkomen.
De algemene regels behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 hebben als doel de regeldruk te verminderen. De volgende algemene regels zijn vastgesteld:
1. het leggen, verlengen en behouden van een dam met duiker in een watergang;
2. het leggen, vervangen en behouden van een brug over een watergang.
Het besluit tot wijziging van deze algemene regels is op 18 augustus 2015 vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel en is hieronder digitaal te raadplegen. De algemene regels zijn ook te raadplegen via www.wrij.nl/thema'/actueel/bekendmakingen.
Geen mogelijkheid tot instellen beroep
Tegen de definitieve vaststelling van de algemene regels is geen beroep bij de rechtbank mogelijk.
Voor meer informatie over de algemene regels, kunt u contact opnemen met
mevrouw J. Polman, 0314-369732 of mevrouw A. Jaakke, 0314-369776.
Besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009
Het college van dijkgraaf en heemraden;
gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c, artikel 3.8 en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;
heeft het besluit genomen tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.
De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op 17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:
In afdeling ll wordt een nieuw artikel 8 (inclusief toelichting) gevoegd, luidende:
Het leggen, verlengen en behouden van een dam met duiker in een watergang
Artikel 8 Vrijstelling vergunningplicht
Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c van de keur, voor het aanleggen, verlengen en/of behouden van een dam met duiker in een watergang voor zover:
inwendige doorsnede/ diameter duiker
Beton of een materiaal dat gezien sterkte en levensduur gelijkwaardig is
Degene die een dam met duiker legt, verlengt of behoudt als bedoeld in artikel 8:
1. Indien voor een bestaande dam met duiker, bedoeld in artikel 8, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning krachtens artikel 3.1 van de Keur is verleend, dan blijft deze vergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort in stand;
2. Indien voor een dam met duiker, bedoeld in artikel 8, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beslist, wordt die aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in artikel 8b.
Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, is het verboden zonder watervergunning gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen, werkzaamheden te verrichten, of stoffen of voorwerpen te brengen of te hebben op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen. Op grond van artikel 3.13 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.
De begrippen die zijn gedefinieerd in de Keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:
Duiker: een kokervormige constructie die is bedoeld om watergangen met elkaar te verbinden.
Deze algemene regel geldt voor het leggen, verlengen en behouden van een dam met duiker in een watergang. Het leggen, verlengen of behouden van een dam met duiker in een watergang betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig en veel voorkomend werk. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in dit geval voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Indien een duiker wordt verlegd of vervangen, gelden deze regel voor de aanleg. Voor het verwijderen van (of een gedeelte van) een bestaande duiker, gelden de algemene regels voor verwijderen van (kunst)werken, objecten en beplanting.
De algemene regel voor het leggen, verlengen of behouden van een dam met duiker geldt voor de relatief kleine watergangen, waarvan de maatgevende afvoer minder dan of gelijk is aan 50 liter per seconde (l/s). Om belemmeringen in de afvoer van de watergang te voorkomen, is de maximale lengte van de te realiseren duiker met dam 10 meter met een diameter van 0,50 meter.
Daarbij is de bodembreedte van de watergang kleiner of gelijk aan 1,00 meter. Dit aanvullende criterium selecteert mede de relatief kleine watergangen waarin een duiker met diameter van 0,50 meter geen belemmering in de afvoer oplevert.
Prioritaire watergangen behoren tot het zogenoemde hoofdwatersysteem. Deze watergangen hebben een belangrijke functie met betrekking tot afwatering of waterinlaat. In deze watergangen blijft het aanleggen, verlengen of behouden van duikers vergunningplichtig. De prioritaire watergangen van het waterschap zijn aangegeven in de maaikaart van het waterschap.
Het leggen, verlengen of behouden van een dam met duiker valt bovendien niet onder deze algemene regel, indien het een watergang betreft met een natuurfunctie (HEN/SED/ natte EVZ of essentiële watergang), zoals is aangegeven in het Waterbeheerplan Rijn en IJssel. Bij deze wateren moet ruimte blijven voor toekomstige ontwikkelingen zoals de aanleg van een plas-drasoever of (her)meandering. Deze ontwikkelingen kunnen belemmerd worden door de aanwezigheid van (dammen met) duikers. Voor deze watergangen blijft dan ook de vergunningplicht gelden.
In stedelijk gebied (binnen de bebouwde kom) hebben watergangen vaak aanvullende functies naast het afvoeren van water, bijvoorbeeld kijk- of speelwater. Om ook deze functies te kunnen waarborgen en inzicht te behouden in aanleg, verlenging of behoud van duikers, vallen de watergangen in stedelijk gebied buiten deze algemene regel. Watergangen die grenzen aan het stedelijk gebied, binnen een bufferzone van 100 meter van het stedelijk gebied, zijn tevens uitgesloten van deze algemene regel.
Bij het leggen, verlengen en behouden van een dam met duiker moet tevens rekening worden gehouden met andere wet- en regelgeving, zoals de Flora- en faunawet en het Besluit bodemkwaliteit.
Artikel 8a voorschriften Indien de werkzaamheden vallen onder de criteria van deze algemene regel, dan zijn hieraan een aantal voorschriften verbonden. Deze voorschriften schrijven voor hoe de dam met duiker moet worden uitgevoerd. Ingevolge deze algemene regels, is het toegestaan om meerdere dammen met duikers aan te leggen per kadastraal perceel (mits aan de criteria en voorschriften is voldaan). Omdat deze algemene regel geldt voor de relatief kleine watergangen met een maatgevende afvoer minder dan of gelijk is aan 50 l/s, is de invloed van de dam met duiker op de waterhuishouding gering. Bij een watergang met een grotere maatgevende afvoer, zijn er wel nadelige gevolgen voor de waterhuishouding. Bovendien is deze algemene regel alleen van toepassing op watergangen die niet in stedelijk gebied zijn gelegen. De overige criteria en voorschriften, zoals de maximale lengte van de duiker, de diameter van de duiker (0,50 meter) en de afstand tussen twee duikers (10,00 meter), zorgen ervoor dat er weinig tot geen nadelige gevolgen zullen zijn voor de waterhuishouding. Daarom kan, in afwijking van het beleid voor watergangen met een maatgevende afvoer groter dan 50 l/s, meer dan één dam dan met duiker per kadastraal perceel worden toegestaan.
Indien een dam met duiker dient als veepad, dan moet de dam worden voorzien van een afrastering om te voorkomen dat vee het onderhoudspad op kan. Deze afrastering moet toegankelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud(machines) door of vanwege het waterschap en zijn voorzien van poortgrepen, welke geïsoleerd moeten zijn indien het gaat om schikdraad.
Het is van belang dat de ingrepen in het waterstaatswerk goed worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de uitgevoerde werkzaamheden. Om deze reden is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijk belanghebbenden, voorafgaand aan de werkzaamheden, daarvan in kennis te stellen.
De melding kan digitaal en schriftelijk (zolang de wet digitaal indienen niet verplicht) worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.
Besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009
Het college van dijkgraaf en heemraden;
gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c, artikel 3.8 en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;
heeft het besluit genomen tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.
De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op 17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:
In afdeling ll wordt een nieuw artikel 9 (inclusief toelichting) gevoegd, luidende:
Het leggen, vervangen en behouden van een brug over een watergang
Artikel 9 Vrijstelling vergunningplicht
Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c van de keur, voor het aanleggen, vervangen en/of behouden van een brug voor zover:
Watergang met varend onderhoud
Doorvaarthoogte (onderkant brugdek tot het waterpeil 1 te weten het zomerpeil)
Watergang met varend onderhoud
Doorstroomprofiel moet behouden blijven
Degene die een brug aanlegt, vervangt en/of behoudt over een watergang als bedoeld in artikel 9:
Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, is het verboden zonder watervergunning gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen, werkzaamheden te verrichten, of stoffen of voorwerpen te brengen of te hebben op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen. Op grond van artikel 3.13 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.
De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:
Brug: werk over een watergang dat bedoeld is voor de doorgang van een perceel aan de ene kant van de watergang naar een perceel aan de andere kant van de watergang
Landhoofd/brughoofd: steunpunt van de brug in de oever.
Pijler: het verticale ondersteunende deel van de brug op plaatsen vaar de brug niet op een landhoofd rust.
Insteek: het knikpunt tussen het talud van een watergang en het aangrenzende maaiveld.
Waterpeil: hoogte van de waterstand in de desbetreffende watergang met maatgevende omstandigheden.
Stroomprofiel watergang: het watervoerende deel van de watergang, inclusief de taluds.
Het leggen, vervangen en/of behouden van (bijvoorbeeld) fiets- en voetgangersbruggen over de watergang met een maximale breedte van 2,5 meter en maximale lengte van 15 meter, betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig werk. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in dit geval voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Voor het leggen, vervangen en/of behouden van bruggen voor auto’s en/of landbouw- en vrachtverkeer of bruggen met een grotere overspanning dan 15 meter en breedte van 2,5 meter, blijft maatwerk noodzakelijk. Het aanleggen van een brug over een dergelijke watergang valt dan ook niet onder deze algemene regel.
Indien de watergang op het moment van aanleg van de brug recreatief wordt bevaren, mag de brug geen belemmering vormen voor dit gebruik (m.n. doorvaarthoogte). Indien de brug een belemmering vormt voor varend recreatief medegebruik, dan valt de aanleg van de brug niet onder deze algemene regel. Er moet een watervergunning worden aangevraagd.
Er moet rekening worden gehouden met andere wet- en regelgeving, zoals de Flora- en faunawet, het Besluit bodemkwaliteit en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De algemene regel geldt niet indien de brug wordt aangelegd binnen de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade. Bruggen moeten in verband met risico’s voor de veiligheid van de waterkering en kade zoveel mogelijk worden voorkomen. In deze gevallen geldt altijd de vergunningplicht.
Indien de werkzaamheden vallen onder de criteria van deze algemene regel, dan zijn hieraan een aantal voorschriften verbonden. Om te voorkomen dat het waterschap hinder heeft bij onderhoudswerkzaamheden aan de watergang, moeten bruggen die worden aangelegd over een watergang die varend wordt onderhouden, voldoen aan de minimale doorvaarthoogte van 0,7 meter, gerekend vanaf de onderkant brug tot het maatgevende waterpeil van de watergang. In het geval de watergang varend wordt onderhouden, wordt het waterpeil in de ontvangstbevestiging op de melding aangegeven aan de melder.
Voor watergangen waar geen varend onderhoud plaatsvindt, moet de onderkant van het brugdek worden aangelegd op maaiveldniveau (ter plaatse). Het doorstroomprofiel mag met de aanleg van de brug niet worden versmald, door bijvoorbeeld het plaatsen van pijlers in de watergang of taluds. Daarnaast moeten onderhoudspaden die zijn gelegen langs de watergang vrij blijven van obstakels zoals uitstekende delen van de brug.
Tevens moet voor watergangen waar geen varend onderhoud plaatsvindt, taludverdediging worden aangebracht onder de brug, omdat de maaikorven van de onderhoudsmachines niet reiken tot onder de brug. De taludverdediging moet worden aangebracht op de schuine taluds onder de brug, doorlopend tot de bodem van de watergang en tot 1 meter uitstekend aan weerszijden van de brug. De taludverdediging moet onderhoudsvriendelijk zijn en om die reden bestaan uit betonmatten op Geotextiel of geruwd beton met een dikte van 0,15 meter.
Voor het aanbrengen van de taludverdediging moet, afhankelijk van de watergang en waterstand, de watergang tijdelijk worden afgedamd. Om wateroverlast te voorkomen moet tijdens het afdammen de doorstroming van de watergang geborgd zijn.
De melder is verplicht op verzakkingen en schade aan de watergang en taluds te herstellen, die zijn ontstaan binnen een jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden. Deze verplichting geldt één jaar, zodat het waterschap kan beoordelen of het werk onder alle seizoenen onveranderd blijft. Voor het bepalen van de datum van gereedkomen van de werkzaamheden, wordt uitgegaan van de gegevens zoals zijn aangegeven in de melding.
Het is van belang dat de ingrepen in de watergang goed worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de uitgevoerde werkzaamheden. Om deze reden is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijke belanghebbende, voorafgaand aan de werkzaamheden, daarvan in kennis te stellen.
De melding kan digitaal en schriftelijk (zolang de wet digitaal indienen niet verplicht) worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2017-11246.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.