De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Nederland via internationale verdragen verplicht is, het uitsterven
van soorten binnen Nederland te voorkomen en via Europese verdragen verslechtering
van Europese natuurwaarden te voorkomen;
constaterende, dat 80% van de Nederlandse natuur in een ongunstige staat verkeert,
waarbij het tegengaan van verdere verslechtering volgens het Planbureau voor de Leefomgeving
al niet gewaarborgd is en het realiseren van herstel al helemaal onzeker is;
constaterende, dat de al jaren veel te hoge neerslag van stikstof een van de grootste
bedreigingen vormt voor het behoud van waardevolle natuur en een krimp van de veestapel
de enige oplossing is voor dit probleem;
constaterende, dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) het stikstofprobleem niet
bij de bron aanpakt;
constaterende, dat veehouderijen verplicht moeten investeren in emissiebeperkende
maatregelen, terwijl er geen enkele zekerheid bestaat over de juridische houdbaarheid
van de PAS, de toegezegde uitbreidingsmogelijkheden en de gevolgen voor de individuele
boer, zeker niet na 2017;
concluderende, dat de huidige Programmatische Aanpak Stikstof van de regering gedoemd
is te mislukken en dat de gevolgen voor de natuur, de boeren en de belastingbetaler
zeer ernstig zullen zijn;
wijst de huidige Programmatische Aanpak Stikstof af;
roept de regering op te komen tot een stikstofaanpak die wel zorgt voor een gezonde
natuur en duidelijkheid voor de boeren, zonder grote juridische en financiële onzekerheden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand