21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1906 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad

Buitenlandse Zaken Handel van 4 en 5 oktober 2018. Zoals gebruikelijk ontvangt u bij de geannoteerde agenda ook de voortgangsrapportage met de stand van zaken van de lopende onderhandelingen over handels- en investeringsakkoorden van de EU.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 4 EN 5 OKTOBER 2018

Op 4 en 5 oktober 2018 vindt onder Oostenrijks Voorzitterschap de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Innsbruck. Op de agenda staan de modernisering van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO) en de stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en de Verenigde Staten (VS). Tevens zal de Europese Commissie de stand van zaken met betrekking tot de lopende onderhandelingen over handelsakkoorden toelichten. Hierover is geen inhoudelijke discussie voorzien.

WTO Modernisering

De Raad zal over de modernisering van de WTO spreken. De WTO stond de afgelopen maanden in het teken van handelsspanningen door unilaterale handelsmaatregelen van de VS. Het blijkt dat het multilaterale handelsstelsel op sommige beleidsterreinen onvoldoende soelaas biedt om deze spanningen snel, effectief en duurzaam op te lossen. Deels kan dit worden toegeschreven aan de impasse in de onderhandelingen omtrent de Doha Ontwikkelingsagenda (DDA) en deels aan het feit dat er sinds de oprichting van de WTO in 1995 nauwelijks nieuwe regels zijn gesteld voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van digitale handel. De Europese Unie (EU) hecht aan het multilaterale handelssysteem en wil een proactieve rol spelen in de modernisering ervan. Hiertoe heeft de Europese Commissie aan lidstaten een aantal voorstellen1 voorgelegd. Sommige voorstellen zijn slechts ideeën die de komende tijd nader uitgewerkt dienen te worden, andere kunnen wanneer opportuun ingebracht worden in WTO-verband. De voorstellen moeten worden gezien als initiatieven bovenop de bestaande plurilaterale besprekingen, bijvoorbeeld op het gebied van e-commerce. De moderniseringsvoorstellen raken de WTO op drie kernonderdelen: nieuwe regels, monitoring en geschillenbeslechting.

Hieronder volgt een appreciatie van de voorstellen van de Europese Commissie voor hervorming van de WTO. Hierbij wordt ook nader ingegaan op het voorstel dat beoogt een mogelijkheid te creëren om sancties op te leggen aan WTO-leden die bewust en herhaaldelijk notificatieverplichtingen niet naleven. Deze appreciatie komt tegemoet aan het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 september 2018.

Allereerst stelt de Europese Commissie voor om werk te maken van onderhandelingen over regels gericht op het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken. De Commissie wenst een regelgevend kader voor industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven en zet in op het beperken van belemmeringen voor diensten, buitenlandse investeringen en digitale handel. Ook stelt de Commissie voor om ideeën te ontwikkelen over hoe handelspolitieke afspraken kunnen bijdragen aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG’s).

Ten tweede ziet de Europese Commissie ruimte om de monitoringsfunctie van de WTO te verbeteren. Het monitoren van de implementatie van de WTO-regels en de naleving van de notificatieverplichtingen die nationaal handelsbeleid transparant maken is één van de kerntaken van de WTO. Op dit moment notificeren een groot aantal WTO-leden onvoldoende. Hierdoor blijft handelsbeleid van deze WTO-leden ondoorzichtig, hetgeen het onmogelijk maakt om naleving van de WTO-regels te monitoren. De Commissie stelt verschillende maatregelen voor ter verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van notificaties. Eén van de voorstellen ziet toe op het creëren van de mogelijkheid om nader te ontwikkelen sancties op te leggen aan WTO-leden die willens en wetens herhaaldelijk in gebreke blijven ten aanzien van hun notificatieverplichtingen. Gedacht kan worden aan naming and shaming of het uitsluiten van deze leden voor voorzitterschapsposities van WTO-comités.

Ten slotte ziet de Europese Commissie de blokkade door de Verenigde Staten van het beroepslichaam (Appellate Body) van de WTO als de meest acute kwestie. Inmiddels zijn slechts drie van de gebruikelijke zeven rechters operationeel. De situatie wordt steeds zorgelijker, omdat er minimaal drie rechters nodig zijn om een beroepszaak te behandelen. De Europese Commissie heeft vijftien voorstellen ontwikkeld die tegemoet moeten komen aan de zorgen die de Verenigde Staten heeft bij het functioneren van het beroepslichaam. Het betreft oplossingen die voornamelijk procedureel van aard zijn en die geen afbreuk doen aan de onafhankelijke en juridische bindende aard van geschillenbeslechting.

De Raad is eensgezind in haar steun voor de moderniseringsvoorstellen van de Commissie. Het kabinet zal het belang van inclusiviteit in de onderhandelingen, en daarmee breder draagvlak onder het gehele WTO-lidmaatschap, benadrukken.

EU-VS Handelsbetrekkingen

Op 25 juli 2018 hebben de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker en de Amerikaanse president Donald Trump afgesproken om een nieuwe fase van de onderlinge handelsrelatie in te luiden (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2878). Om deze verklaring uit te werken, is een werkgroep opgezet onder leiding van Eurocommissaris Cecilia Malmström en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger (United States Trade Representative, USTR) Robert Lighthizer. Op 10 september 2018 was de eerste bijeenkomst van deze werkgroep op politiek niveau. Dit was een constructief gesprek. In oktober 2018 wordt op technisch niveau verder gesproken. Eind november volgt de volgende politieke bijeenkomst van Malmström en Lighthizer met als doel de resultaten van de verkenningen in deze werkgroep te presenteren. De focus zal op korte termijn vooral liggen op vrijwillige samenwerking op gebied van technische handelsbelemmeringen. Conform de eerdere toezegging in het Algemeen Overleg Handelsbevordering van 5 september 2018 wordt uw Kamer op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in deze werkgroep.

Tijdens de Raad zal de Commissie een terugkoppeling geven van de gevoerde gesprekken en een vooruitblik bieden naar de aankomende ontmoetingen tussen Malmström en Lighthizer. Het kabinet heeft altijd ingezet op voortzetting van de dialoog gericht op verbetering van de onderlinge handelsrelatie tussen de EU en de VS. Het kabinet verwelkomt deze dialoog dan ook als een constructieve stap voorwaarts. Het is echter zeer zorgelijk dat Amerikaanse tarieven op staal- en aluminiumimport uit de EU nog steeds van kracht zijn. Het kabinet blijft van mening dat Europese staal- en aluminiumproducten op geen enkele wijze een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid van de VS. Daarom moeten deze tarieven zo snel mogelijk van tafel.

De handelspolitieke relatie tussen de EU en de VS staat niet op zichzelf en wordt beïnvloed door wereldwijde ontwikkelingen, zoals de handelsrelatie tussen China en de VS en de ontwikkelingen in de WTO. Conform de toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg over de handelsmaatregelen van de VS van 6 juni 2018, volgt hierbij een overzicht van de ontwikkelingen op dit dossier (Kamerstuk 33 625, nr. 260). De ontwikkelingen met betrekking tot de WTO zijn hierboven beschreven. Het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank hebben onderzoek gedaan naar de effecten van deze ontwikkelingen op de Europese en Nederlandse economie.2 Zowel het CPB, als het DNB concludeert dat escalatie van de huidige handelsconflicten tot een diepere handelsoorlog alleen maar tot verliezers leidt. Het DNB schat in dat dit voor Nederland kan leiden tot een gemiddeld 0,5% lagere bbp-groei per jaar.

EU-VS en productuitzonderingen

Op 23 mei 2018 heeft de Amerikaanse Secretary of Commerce Wilbur Ross aangekondigd een onderzoek uit te voeren naar de effecten van importen van auto’s en auto-onderdelen op de nationale veiligheid van de VS. Dit onderzoek is gebaseerd op sectie 232 van de Amerikaanse Trade Expansion Act uit 1962. De huidige staal- en aluminiumtarieven zijn ook genomen op basis van deze wet. Het 232-onderzoek naar auto’s en auto-onderdelen loopt nog en kan leiden tot tarieven op de EU-automotive export. Na de gesprekken in de werkgroep tussen Malmström en Lighthizer lijken mogelijke additionele tarieven voor de EU voorlopig van de baan. De situatie blijft echter onvoorspelbaar.

Op 19 juli 2018 is de VS, in het verlengde van de onderzoeken op staal, aluminium en auto’s, een soortgelijk onderzoek gestart naar de effecten van uranium importen op de nationale veiligheid. Dit onderzoek loopt ook nog.

Zowel de Amerikaanse tarieven op staal- en aluminium, als de EU rebalancerende maatregelen zijn nog altijd van kracht en de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven zijn voelbaar. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft samen met VNO-NCW en MKB-Nederland op 4 juli 2018 een bijeenkomst met het bedrijfsleven georganiseerd over de gevolgen van de staal- en aluminiumheffingen. Hier is onder andere gesproken over de mogelijkheid voor Amerikaanse importeurs om individuele uitzonderingen aan te vragen op deze heffingen. Dit proces verloopt nog steeds moeizaam. Ook afnemers van Nederlandse bedrijven ervaren hier knelpunten, onder andere vanwege gebrek aan capaciteit bij de Amerikaanse autoriteiten om aanvragen te beoordelen, het hoge detailniveau van informatie die moet worden aangeleverd en het gebrek aan garanties ten aanzien van vertrouwelijkheid van deze bedrijfsgevoelige informatie. Binnen de VS zwelt de kritiek over dit proces aan. In antwoord daarop, hebben de Amerikaanse autoriteiten begin september 2018 de procedure voor het verkrijgen van dergelijke uitzonderingen herzien. Dit betrof onder andere de implementatie van hoor- en wederhoor wanneer bezwaar tegen de aanvraag voor individuele uitzondering wordt ingediend. Ook worden aanvragen waartegen geen bezwaar is ingediend, sneller geëffectueerd. Het is nog te vroeg om te constateren of deze herziening tot grote verbeteringen zal leiden. Het Ministerie van Buitenlandse zaken blijft hierover doorlopend in gesprek met relevante Nederlandse bedrijven en brancheverenigingen, zoals VNO-NCW, TATA Steel Nederland, Metaalunie en FME conform de motie van de leden Alkaya en Becker (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1879).

Vrijwaringsmaatregelen

Als onderdeel van de drieledige reactie van de EU op de VS-tarieven op staal en aluminium, heeft de Europese Commissie op 19 juli 2018 voorlopige vrijwaringsmaatregelen geïntroduceerd voor staal.3 Het doel van deze maatregelen is te voorkomen dat staal dat bestemd was voor de VS, maar daar door de extra invoerheffingen niet kan worden afgezet, nu op de Europese markt wordt afgezet en daarmee de Europese markt verstoort. Deze maatregelen zijn vormgegeven als tariefquotum. Dit houdt in dat er een plafond voor de hoeveelheid geïmporteerde goederen is ingesteld. Boven dit plafond geldt een extra invoerrecht van 25%. Het plafond is vastgesteld op de gemiddelde invoerwaarde over de jaren 2014–2017. De voorlopige maatregelen gelden voor 23 verschillende categorieën staalproducten, variërend van warmgewalst staal tot walsdraad. De voorlopige vrijwaringsmaatregelen blijven maximaal 200 dagen van kracht. Het onderzoek naar definitieve maatregelen loopt nog. Naar verwachting zal de Europese Commissie eind dit jaar een voorstel doen om definitieve vrijwaringsmaatregelen in te stellen.

VS-China

De handelspolitieke spanningen tussen China en de VS zijn afgelopen zomer verder opgelopen. De pogingen van de VS en China om te onderhandelen over een akkoord hebben tot nu toe geen resultaat gehad. Ondertussen hebben beide landen additionele tarieven ingesteld op een groot deel van de handel. De VS heeft besloten om, naar aanleiding van het eerdere onderzoek van USTR Lighthizer naar oneerlijke Chinese handelspraktijken uit maart 2018, tarieven van 25% op 50 miljard dollar aan Chinese goederen in te stellen. China heeft deze maatregelen gespiegeld. Op 17 september 2018 kondigde de VS additionele heffingen aan op 5.746 Chinese goederen met een exportwaarde van 200 miljard dollar. Op deze producten is per 24 september 2018 een tarief toegepast van 10%. Per 1 januari 2019 wordt dit tarief naar 25% verhoogd. China heeft in reactie hierop heffingen ingesteld van 5% tot 10% op circa 5.200 Amerikaanse goederen ter waarde van 60 miljard dollar. Door deze maatregelen wordt nu ruim de helft van de goederenhandel tussen China en de VS geraakt door additionele importheffingen.

Overige

Brexit voorbereidingen

Lid Amhaouch (CDA) vroeg tijdens het AO Handelsbevordering van 5 september 2018 (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 4) naar de voorbereidingen van Nederland om ook na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU («Brexit») de functie van Gateway naar Europa te kunnen vervullen. Op 7 september 2018 heeft het kabinet een brief aan uw Kamer verzonden met in de bijlage de laatste stand van zaken van de voorbereidingen in het kader van contingency planning en preparedness op nationaal en EU-niveau (Kamerstuk 23 987, nr. 261). Hierin is het kabinet onder meer uitvoerig ingegaan op de organisatie van de contingency-voorbereidingen, toekomstige grenscontroleprocessen (inclusief diegene die opgezet moeten worden op de Nederlandse mainports) en de luchtvaart. In aanvulling hierop volgt op 10 oktober 2018 een besloten technische briefing over deze voorbereidingen.

Nota nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen

Tijdens de procedurevergadering d.d. 20 september 2018 verzocht de Tweede Kamer Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om een voorlopige kabinetsappreciatie van mededeling COM(2018)643 inzake nota nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen op te nemen in de geannoteerde agenda voor de informele Raad.

Op 12 september 2018 publiceerde de Europese Commissie een Mededeling4 waarin een versterking van het EU partnerschap met Afrika wordt voorgesteld, gericht op duurzame economische ontwikkeling en het creëren van banen. De focus ligt op het genereren van meer investeringen en het betrekken van de private sector. De Commissie stelt voor om haar huidige inzet, onder andere via het Externe Investeringsplan, te intensiveren. De Commissie verwijst in het voorstel ook naar het belang van ondersteuning en versterking van de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent. Op de lange termijn stelt de Commissie zich een algehele intercontinentale vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Afrika voor.

Het kabinet verwelkomt de EU-inzet op een versterkt EU-Afrika partnerschap, waarmee de Commissie zich in toenemende mate wil richten op het stimuleren van private investeringen en het creëren van werkgelegenheid. Deze inzet is van belang om te investeren in perspectief in Afrika, vooral voor de jeugdige bevolking, in lijn met de BHOS nota5. Voor een uitgebreidere appreciatie van de Mededeling over een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie, verwijs ik naar het BNC-fiche dat uw Kamer binnen de termijn toe zal gaan.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – september 2018

Deze bijlage bevat EU-handelsakkoorden die nog niet in werking zijn getreden en waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een Milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zicht op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (landing zones) geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot in december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.6 Het doel van het akkoord is onder meer afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21ste onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.7 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Een interim-EPA is beperkt in reikwijdte (vaak alleen bepalingen over goederen en ontwikkelingssamenwerking en is gericht op een beperkt aantal landen in de regio) terwijl een volledige EPA doorgaans betrekking heeft op meerdere onderwerpen, waaronder handel in goederen en diensten, investeringen, intellectueel eigendom, duurzaamheid en aanbestedingen, en een gehele regio beslaat.

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In Centraal Afrika zijn de onderhandelingen over een volledige EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Kameroen op dit moment een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 16 landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de ECOWAS) over een EPA. De juridische revisie van de uitkomst is door beide partijen afgerond en de EPA dient nog door Nigeria en Mauritanië ondertekend te worden. Gambia heeft op 8 augustus 2018 ondertekend. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer de ECOWAS-lidstaten het akkoord allemaal getekend hebben en wanneer minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In afwachting van een volledige EPA, zijn de reeds bestaande interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust in september 2016 tot stand gekomen. Beide interim-EPA’s worden voorlopig toegepast (Ivoorkust per 3 september 2016 en Ghana per 15 december 2016).

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 5 landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. De EPA wacht nu op ondertekening door de EAC-landen, waarna het akkoord geratificeerd dient te worden. Tanzania heeft tot op heden echter aangegeven nog niet klaar te zijn om te tekenen, omdat het land eerst meer informatie wil over de gevolgen van Brexit op het EPA-proces. Daarom wordt zowel in EAC-verband als tussen de EU en Tanzania overleg gepleegd om de impasse te doorbreken. Na ratificatie door de EAC-lidstaten zal het akkoord na goedkeuring van het Europees Parlement voorlopig toegepast worden.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

Na bijna 15 jaar onderhandelen is er eind 2014 een akkoord bereikt met de 6 landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio (de Southern African Development Community, SADC) over een EPA. De EPA is in juni 2016 tot stand gekomen en wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. In de EU-lidstaten zal, aangezien het een gemengd akkoord betreft, de nationale goedkeuringsprocedure worden opgestart.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvatte diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking voor landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013. Er is geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. In oktober 2012 trad daarnaast een separaat akkoord in werking op het gebied van landbouw en visserij. Op 21 december 2016 heeft het EU-Hof geoordeeld dat het associatieakkoord géén betrekking heeft op producten uit de Westelijke Sahara. De Commissie heeft op 11 juni 2018 voorstellen aan de Raad voorgelegd voor Raadsbesluiten tot ondertekening en sluiting van een briefwisseling met Marokko, waarmee de geografische reikwijdte van twee protocollen (import, oorsprongsregels) bij het associatieakkoord met Marokko wordt uitgebreid naar de Westelijke Sahara. De Raad heeft op 16 juli 2018 het besluit tot ondertekening namens de Unie vastgesteld en is nog in afwachting van de vereiste goedkeuring door het Europees Parlement om het besluit tot sluiting van het akkoord vast te kunnen stellen.

Daarnaast hebben onderhandelingen plaatsgevonden over een nieuw EU-visserijprotocol met Marokko en wijziging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, zodat deze tevens van toepassing is op de wateren grenzend aan de Westelijke Sahara. Dit was nodig omdat het EU-hof heeft geoordeeld dat de visserijpartnerschapsovereenkomst niet van toepassing is op de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara. Naar verwachting zal de Europese Commissie de voorstellen voor Raadsbesluiten tot ondertekening en sluiting van de gewijzigde partnerschapsovereenkomst en het protocol in het najaar aan de Raad voorleggen.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. EU-tekstvoorstellen zijn online te vinden.8 Dit geldt tevens voor de resultaten van een consultatie met belanghebbenden.9 Een eerste volledige onderhandelingsronde vond plaats in april 2016. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.10 De volgende onderhandelingsronde vindt naar verwachting plaats rond eind mei of begin juni.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen begonnen tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)11 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN- mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om verder te gaan op de weg van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober 2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang van investeringen en transparantie, duurzaamheidsafspraken te maken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand EU-investeringsakkoord. De 18e onderhandelingsronde vond plaats op 12 en 13 juli in Brussel. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd op haar website.12 De volgende ronde staat tentatief gepland voor 29 en 30 oktober 2018 in Beijing.

De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen over een Partnership and Cooperation Agreement. Onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege het verschil in de verwachtingen tussen beide partijen.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.13 Op dit moment is nog geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

EU en IND onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-IND FTA onderhandelingen te heropenen is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 9 tot 13 juli 2018 in Brussel. Het verslag van deze ronde is online gepubliceerd.14 De EU en Indonesië hebben tijdens deze ronde een eerste markttoegangsaanbod uitgewisseld. Daarnaast is onder andere voortgang geboekt op gebied van handel en duurzame ontwikkeling en handel in diensten.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet hebben afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Japan (EU-Japan Economic Partnership Agreement):

De EU en Japan hebben vanaf 2013 onderhandeld over een handelsakkoord. Op 8 december 2017 zijn die onderhandelingen afgerond. Op 18 april 2018 heeft de Europese Commissie voorstellen aan de Raad voorgelegd ter sluiting en ondertekening van het handelsakkoord. Ondertekening van het verdrag heeft op 17 juli 2018 plaatsgevonden tijdens de EU-Japan top. Het verdrag moet thans door het Europees Parlement en door het Japanse Lagerhuis en Hogerhuis goedgekeurd worden. Daarna zal het verdrag inwerking treden. Over het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten is tussen Japan en de EU (nog) geen overeenstemming bereikt.

Naar aanleiding van het EU-Japan EPA is de Europese Commissie op 5 september 2018 formeel gestart met de procedure voor het nemen van een «adequacy decision» waarmee wordt erkend dat in Japan een vergelijkbaar niveau van bescherming van persoonsgegevens en van privacy geldt als in de EU. In Japan is een vergelijkbare procedure gaande. Met die besluiten zal de grootste ruimte ter wereld voor vrij verkeer van data ontstaan.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van 12 jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig nog geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie (samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Momenteel wordt dit advies verwerkt in de memorie van toelichting en vervolgens zal de memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

Kirgizië (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië ligt vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Samenwerking omvat drie pilaren: politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het APS+-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. Kirgizië is geen lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Ten aanzien van handel stelt de Commissie in het mandaat voor om enkele principes uit het WTO-kader, zoals meest-begunstigde-behandeling, tevens van toepassing te verklaren op de handel tussen de EU en Kirgizië. De tekst is gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan. Er is geen sprake van tariefliberalisatie omdat daarover alleen met de Euraziatische Unie als geheel onderhandeld kan worden. De onderhandelingen met Kirgizië over de modernisering van het PCA zijn in december 2017 gestart met eerst een politieke ronde. Tot nu toe hebben twee handelsonderhandelingsrondes plaatsgevonden in februari en juni 2018. De volgende onderhandelingsronde staat gepland voor 23-25 oktober 2018.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

De onderhandelingen over het handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. De Europese Commissie en Maleisië verkennen momenteel de mogelijkheid om een nieuwe onderhandelingsronde te plannen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.15 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

De Europese Commissie heeft het akkoord gesplitst in een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Het investeringsakkoord bevat de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming, waaronder het Investment Court System. De concept-raadsbesluiten ter goedkeuring en sluiting van beide akkoorden zijn voorgelegd aan de Raad. Ondertekening door lidstaten zal en marge van de AGRIFISH Raad plaatsvinden op 15 oktober. De planning is om de akkoorden, na instemming van de Raad, te ondertekenen tijdens de ASEM top op 18/19 oktober 2018. Het handelsakkoord moet daarna nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement voordat het in werking kan treden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden moet het akkoord naast het Europees Parlement worden goedgekeurd door de nationale parlementen van de EU-lidstaten. Onderhandelingen tussen de EU en Singapore zijn begin 2010 gestart, nadat besloten was de regionale onderhandelingen tussen EU en ASEAN voorlopig stil te leggen. De basis van de onderhandelingen ligt dan ook in het ASEAN-mandaat uit 2007. De onderhandelingen voor een handelsakkoord zijn in oktober 2014 afgerond. In juli 2015 heeft de Europese Commissie een adviesverzoek ingediend bij het Europees Hof van Justitie over het karakter (EU-only of gemengd) van het handelsakkoord tussen de EU en Singapore. Op 16 mei 2017 heeft het Europees Hof van Justitie hierover uitspraak gedaan. In zijn advies bepaalt het EU-Hof dat de afspraken op het terrein van indirecte investeringen en het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten buiten de exclusieve EU-bevoegdheden vallen. Overige onderdelen van het EU-Singapore handelsakkoord vallen wel onder de exclusieve EU-bevoegdheid.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Nu Thailand heeft aangekondigd in november 2018 weer verkiezingen te zullen houden, inventariseert de EU de mogelijkheid om de onderhandelingen te heropenen. Conform de Raadsconclusies van 2017 mogen de onderhandelingen slechts heropend worden op het moment dat er een democratisch gekozen regering is.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. In juni 2012 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Vietnam gestart. Eind 2015 zijn de onderhandelingen over het EU-Vietnam handelsakkoord formeel afgerond. Op 1 februari 2016 zijn de teksten gepubliceerd.16 De juridische fase heeft enige tijd in beslag genomen vanwege de heronderhandeling van investeringsbescherming, het opsplitsen van het akkoord in een handels- en een investeringsakkoord en de politieke afspraken over arbeidsstandaarden. De EU heeft steeds benadrukt dat er aan Vietnamese zijde een duidelijk commitment moet zijn om de kern ILO conventies ook daadwerkelijk te implementeren in de Vietnamese rechtsorde en praktijk. Momenteel wordt het FTA vertaald. De Europese Commissie wil het EU-Vietnam FTA nog voor de Europese verkiezingen (mei 2019) in werking laten treden. De Europese Commissie heeft daarom als doel om het FTA uiterlijk eind oktober ter goedkeuring voor te leggen aan de Raad, zodat het akkoord nog voor het eind van 2018 ondertekend kan worden. Het EP steunt deze hoge ambities: de MEP rapporteur heeft verzocht de fast track procedure in te zetten.

Het Investment Protection Agreement (IPA) moet – in tegenstelling tot het FTA – wel door de EU-lidstaten afzonderlijk geratificeerd worden. Vanwege de nationale ratificatieprocedures zal de inwerkingtreding van het IPA langer op zich laten wachten dan de inwerkingtreding van het FTA.

Inhoudelijk lijkt de IPA sterk op de IPA van EU-Singapore. Dit betekent dat de IPA de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (één of meerdere Association Agreements):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in bij voorkeur één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De afgelopen onderhandelingsronde vond plaats op 2 tot en met 5 juli 2018. Hierbij is op bilaterale basis met de verschillende microstaten over de belangrijkste nog openstaande hoofdstukken gesproken. T.a.v. Monaco is onder meer gesproken over milieu en het vrij verkeer van werknemers. Met San Marino is onder andere gesproken over sociale zekerheid, arbeid & gezondheid en gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Staatssteun en concurrentie stond bij alle drie de microstaten op de agenda. Grootste uitdaging voor een akkoord met Andorra betreft afspraken over tabak. Monaco heeft moeite om in te stemmen met het volledige vrij verkeer van vestiging. Nederland is voorstander van een zo groot mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt, bij voorkeur door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie microstaten gezamenlijk. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Deze CEPA komt in plaats van het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de Europese Unie hadden als onderdeel van een Associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane- unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizstan en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk de afspraken uit het DCFTA in stand te laten.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking is getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De volgende onderhandelingsronde zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2018 plaatsvinden. Azerbeidzjan is op dit moment nog geen lid van de WTO. De WTO-toetredingsonderhandelingen zijn gaande.

Noorwegen (Bilateral Agreement on Trade in Basic Agricultural Products)

De EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn onderdeel van de Europese Economische Ruimte (EER). Dit betekent een interne markt voor goederen, diensten, kapitaal en werknemers. Handel in landbouwgoederen is echter uitgezonderd van de EER. Op grond van artikel 19 paragraaf 4 van de EER-overeenkomst dienen de partijen iedere twee jaar de handel in landbouwgoederen te evalueren, met als doel op termijn volledige marktintegratie. Op 18 november 2014 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie om met Noorwegen te onderhandelen over nieuwe tariefliberalisaties. Op 5 april 2017 is een principeovereenkomst bereikt tussen de EU en Noorwegen. Hierin is afgesproken dat de EU en Noorwegen voor 36 productcategorieën, bijvoorbeeld maïs voor diervoeder, diverse bessen en cider, hun wederzijdse invoerheffingen volledig afschaffen. Voor vlees, zuivelproducten, granen, groenten en sierplanten zal Noorwegen de EU additionele tariefcontingenten toekennen, bijvoorbeeld een aanvullend quotum van 1.600 ton voor runderen en 1.200 ton voor kaas. De EU zal Noorwegen onder meer een 700 ton quotum toekennen voor verschillende soorten kippenvlees. Het akkoord zal worden geformaliseerd door een briefwisseling. Op 17 oktober 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Raadsbesluit gedaan. Op 20 november 2017 heeft de Raad het Raadsbesluit 2017/2182 vastgesteld, waarmee de Raad haar akkoord geeft met deze briefwisseling. Op 17 april 2018 is ook het Europese Parlement akkoord gegaan. Op dit moment wordt er gewacht op formele goedkeuring door Noorwegen, waarna de tariefliberalisaties op korte termijn van kracht kunnen worden.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland en het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad over vaststelling van het mandaat wordt bereikt. Voor Nederland is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat in Turkije hand in hand gaan.

Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as part of a close partnership)

Op 23 maart 2018 heeft de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) richtsnoeren vastgesteld (EUCO XT 20001/18) voor gesprekken tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) over het kader van de toekomstige betrekkingen na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie («Brexit»). De richtsnoeren zij gelijk na aanname gepubliceerd. Deze richtsnoeren geven in algemene termen een beeld van de mogelijkheden voor de nieuwe, toekomstige relatie op basis van de huidige «rode lijnen» van het VK en de eigen uitgangspunten van de EU. De nieuwe relatie zal een breed scala aan onderwerpen bevatten, van handel tot andere sociaaleconomische onderwerpen zoals luchtvaart, visserij, en interne en externe veiligheid. Conform de Nederlandse inzet koppelen de richtsnoeren de ambitie voor de nieuwe handelsrelatie aan garanties voor een gelijk speelveld. Ook stellen de richtsnoeren helder dat de EU bereid is haar aanbod te heroverwegen als de positie van het VK zich ontwikkelt.

Op 12 juli 2018 heeft het VK een beleidsdocument over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK (White Paper) gepubliceerd. Het kabinet heeft het White Paper verwelkomd, omdat hiermee de onderhandelingspositie van het VK eindelijk is verduidelijkt. Uit het White Paper blijkt echter dat het VK wenst dat goederen uit het VK een interne marktbehandeling genieten, zonder dat het VK hoeft te voldoen aan alle relevante EU-regelgeving voor goederen. Het VK lijkt bereid te zijn alleen die EU-regelgeving te volgen die nodig is om grenscontroles onnodig te maken (productstandaarden), maar niet EU-regelgeving over arbeid, milieu en dierenwelzijn (productiestandaarden). Daarmee zijn deze voorstellen van het VK in hun huidige vorm niet in het Europese en Nederlandse belang omdat hiermee het gelijk speelveld wordt ondergraven en het VK een oneerlijk concurrentievoordeel zou krijgen. Ook uw Kamer heeft bij herhaling het belang van gelijk speelveld onderschreven. De VK-voorstellen voldoen daarnaast niet aan de EU-randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in de ER-richtsnoeren. Belangrijke randvoorwaarden zijn de integriteit van de interne markt – en dus geen sectorale deelname daaraan, en de ondeelbaarheid van de vier vrijheden – en dus geen cherry picking daarbinnen. De interne markt is de grootste verworvenheid van de Europese Unie en het is juist ook voor Nederland zeer schadelijk als we die zouden verzwakken.

Doel van de besprekingen is te komen tot een politieke verklaring bij het terugtrekkingsakkoord. Deze politieke verklaring zal bij het terugtrekkingsakkoord worden gevoegd en hiernaar zal in dat akkoord worden verwezen. Over een vrijhandelsovereenkomst kan pas worden onderhandeld als het Verenigd Koninkrijk geen EU-lidstaat meer is en derde land is geworden, in beginsel vanaf 30 maart 2019. Dit vergt een additioneel mandaat voor de Europese Commissie. De gesprekken tussen de Commissie en het Verenigd Koninkrijk over de politieke verklaring blijven vooralsnog voornamelijk beperkt tot het uitwisselen van standpunten. Gezien de economische verwevenheid is het voor het kabinet van groot belang dat de Europese Unie en het VK ambitieuze afspraken maken over de toekomstige relatie.

C.4 Noord-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

In 2009 zijn onderhandelingen tussen de Europese Unie en Canada over een handelsakkoord gestart. Het mandaat voor de onderhandelingen is in 2009 vastgesteld en in 2011 aangepast om onderhandelingen over investeringsbescherming mogelijk te maken. In 2014 is een onderhandelingsovereenkomst bereikt tussen beide partijen. In overeenstemming met Canada is het investeringshoofdstuk – met name de bepalingen op het gebied van investeringsbescherming – vervolgens in lijn gebracht met de nieuwe EU-inzet op dit gebied. Op 28 oktober 2016 heeft de Raad de besluiten over ondertekening en voorlopige toepassing vastgesteld. CETA is vervolgens op 30 oktober 2016 ondertekend tijdens een EU-Canada Top. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement ingestemd met het akkoord. Per 21 september 2017 wordt het akkoord gedeeltelijk voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. Het kabinet heeft de goedkeuringswet voor advies naar de Raad van State gestuurd. CETA treedt pas volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de 28 EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. In 2008 zijn de onderhandelingen over de Cariforum-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart. De EPA wordt sinds 2008 voorlopig toegepast en Nederland heeft dit akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd.

Mexico Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 21 april is er een politiek akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. Er wordt nu onderhandelt over de laatste openstaande punten en verdere «finetuning» van de tekst. Daarna breekt de laatste fase, juridische revisie van de tekst aan. De verwachting dat eind dit jaar nog een finaal akkoord kan worden gesloten tussen de Commissie en Mexico lijkt niet langer realistisch, eerder moet gedacht worden aan de eerste helft 2019. Het betreft een «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom worden voorgelegd aan de EU-lidstaten ter ratificatie.

Het handels- en investeringsdeel van Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, als zuivel, pluimvee, eierproducten, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de Europese Unie voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten (Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP)):

De EU en de Verenigde Staten zijn TTIP-onderhandelingen in juli 2013 gestart, nadat de Raad in juni 2013 het mandaat aan de Europese Commissie heeft verleend. Tijdens de informele RBZ Handel op 23 september 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1669) heeft de Europese Commissie vastgesteld dat afronding van de onderhandelingen in 2016 niet meer mogelijk is. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de onderhandelingen is geboekt.17 De onderhandelingen liggen stil: er is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

C.5 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

In november 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Australië de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectenbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.18 De Raad heeft het mandaat op 22 mei 2018 vastgesteld. De eerste onderhandelingsronde vond plaats van 2-6 juli in Brussel. De Commissie heeft het verslag van de besprekingen gepubliceerd op haar website19. De volgende onderhandelingsronde is voorzien in November.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Op 29 oktober 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Nieuw-Zeeland de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.20 De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 22 mei vastgesteld. De eerste onderhandelingsronde vond plaats van 16 tot en met 20 juli jl. De Commissie heeft een verslag van de onderhandelingen gepubliceerd op haar website21. De inzet is om een volgende ronde van onderhandelingen aankomende herfst te voeren.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd bezig. Voor Papoea-Nieuw-Guinea en Fiji is, in afwachting van een volledige EPA, een interim-EPA van kracht. Samoa heeft aangegeven toe te willen treden tot deze interim-EPA met Papoea-Nieuw-Guinea en Fiji. Dit toetredingsverzoek dient te worden goedgekeurd door alle partijen.

Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.22 Er hebben tot nu toe drie onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waarvan de laatste in juni.23 De onderhandelingen verlopen voorspoedig, de verwachting is volgend jaar tot overeenstemming te komen.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijenovereenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013.

De Europese Commissie publiceert jaarlijks een rapport over de implementatie van het handelsakkoord.24 De EU heeft in 2014, op verzoek van Ecuador, onderhandelingen met het land gevoerd over aansluiting bij het EU- Colombia/Peru handelsakkoord. Deze onderhandelingen zijn in 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.25 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Inmiddels is duidelijk geworden dat er geen akkoord meer zal worden gesloten voor de Braziliaanse verkiezingen in oktober 2018. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes staan online.26


X Noot
3

De drieledige reactie van de Europese Commissie bestaat uit het starten van een WTO-zaak tegen de VS-heffingen, balancerende maatregelen in reactie op de VS-heffingen in de vorm van extra invoerheffingen op onder andere voertuigen, kleding en gedistilleerde dranken en vrijwaringsmaatregelen ter bescherming van de EU staalmarkt tegen omleiding voor staal dat bestemd is voor de VS.

X Noot
10

Het verslag van deze ronde is beschikbaar via: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/april/tradoc_154466.pdf.

X Noot
11

De volgende landen zijn lid van ASEAM: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
23

Het verslag van de laatste onderhandelingsronde en de EU tekstvoorstellen zijn beschikbaar op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/countries/chile/.

X Noot
25

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

Naar boven