12 (2020) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo;

’s-Gravenhage, 17 september 2020

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 012824 in de Verdragenbank.

C. VERTALING


Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Republiek Kosovo,

hierna te noemen „de verdragsluitende partijen”;

Geleid door de wens hun wederzijdse samenwerking op het gebied van sociale zekerheid te bevorderen, met name om ervoor zorg te dragen dat er regelingen zijn voor de verificatie van de rechtmatigheid van wettelijke ouderdomsuitkeringen geëxporteerd door het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

    a. „grondgebied”:

    voor Nederland, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; en

    voor de Republiek Kosovo, het grondgebied van de Republiek Kosovo;

    b. „bevoegde autoriteit”:

    voor Nederland, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; en,

    voor de Republiek Kosovo, de minister van Arbeid en Sociaal Welzijn;

    c. „bevoegd orgaan”:

    voor Nederland, de Sociale Verzekeringsbank en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen of elke andere instantie aangewezen door de bovengenoemde minister; en,

    voor de Republiek Kosovo, de minister van Arbeid en Sociaal Welzijn: Afdeling Pensioenen – Divisie Buitenlandse pensioenen;

    d. „relevante organisatie”:

    elke organisatie die betrokken is bij de toepassing van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, belastingautoriteiten, kadasterregisters, kamers van koophandel, politie, gevangeniswezen, immigratiediensten en databases;

    e. „uitkering”:

    elke ouderdomsuitkering ingevolge de wetgeving zoals omschreven in artikel 2;

    f. „uitkeringsgerechtigde”:

    een persoon die een wettelijke ouderdomsuitkering aanvraagt of recht heeft op een wettelijke ouderdomsuitkering;

    g. „echtgenoot/echtgenote”:

    de persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de van toepassing zijnde wetgeving.

  • 2. De andere termen die in dit Verdrag worden gebruikt hebben de betekenis die daaraan respectievelijk in de wetgeving van elk van de verdragsluitende partijen wordt toegekend.

Artikel 2 Materiële werkingssfeer

  • 1. Dit Verdrag is van toepassing op socialezekerheidswetgeving inzake:

    • a. voor Nederland: ouderdomspensioenen en, uitsluitend voor de toepassing van de artikelen 7, 9 en 13, ook sociale bijstand;

    • b. voor de Republiek Kosovo: wettelijke uitkeringen ingevolge pensioenuitkeringen.

  • 2. Dit Verdrag is tevens van toepassing op toekomstige wetgeving van een verdragsluitende partij inzake wettelijke ouderdomsuitkeringen.

Artikel 3 Personele werkingssfeer

Tenzij anders is bepaald, is dit Verdrag zowel van toepassing op een uitkeringsgerechtigde als op een lid van zijn gezin voor zover de uitkeringsgerechtigde of het gezinslid woont op het grondgebied van een van de verdragsluitende partijen.

Artikel 4 Export van uitkeringen

  • 1. Tenzij anders voorzien in dit Verdrag zijn de bepalingen van de wetgeving van een verdragsluitende partij die het recht op of de betaling van een uitkering beperken voor personen die buiten het grondgebied van die verdragsluitende partij wonen niet van toepassing op personen die wonen op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij.

  • 2. Het eerste lid laat onverlet de toepassing van wetgeving tot invoering van beperkingen ten aanzien van het recht op of de betaling van ouderdomsuitkeringen met betrekking tot personen die wonen buiten het grondgebied van de verdragsluitende partij of die de betaling daarvan uitsluiten.

  • 3. De verdragsluitende partijen brengen elkaar tijdig op de hoogte van dergelijke wijzigingen. Indien het tweede lid van dit artikel van toepassing is, blijft elk recht op een uitkering hieraan voorafgaand verworven door een persoon op grond van dit Verdrag bestaan, op voorwaarde dat deze persoon blijft wonen op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij en zonder onderbreking recht blijft hebben op de uitkering.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op de Nederlandse wetgeving inzake sociale bijstand.

Artikel 5 Identificatie

  • 1. Teneinde het recht op een uitkering en de rechtmatigheid van betalingen ingevolge de wetgeving van de verdragsluitende partij vast te stellen, is een uitkeringsgerechtigde of zijn/haar echtgeno(o)t(e) verplicht zich te identificeren door overlegging van een officieel identiteitsbewijs aan het bevoegde orgaan van de verdragsluitende partij op het grondgebied waarvan hij of zij woont. Een officieel identiteitsbewijs betekent een paspoort of enig ander geldig identiteitsbewijs dat is afgegeven door de autoriteiten op het grondgebied waarvan deze persoon woont.

  • 2. Het bevoegde orgaan van de verdragsluitende partij op het grondgebied waarvan de betrokken persoon woont zal de uitkeringsgerechtigde of zijn/haar echtgeno(o)t(e) identificeren aan de hand van dit identiteitsbewijs. Het betrokken bevoegde orgaan stelt het bevoegde orgaan van de andere verdragsluitende partij door toezending van een gewaarmerkt en gelegaliseerd afschrift van het identiteitsbewijs ervan in kennis dat de identiteit van de uitkeringsgerechtigde of zijn/haar echtgeno(o)t(e) is geverifieerd.

Artikel 6 Verificatie van aanvragen en betalingen

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „informatie”: onder andere gegevens betreffende identiteit, adres, huidige gezinssituatie, inkomen, overlijden, beëindiging van betalingen en hechtenis.

  • 2. Met betrekking tot de aanvraag om of de rechtmatigheid van de betaling van uitkeringen, verifieert het bevoegde orgaan van een verdragsluitende partij, op verzoek van het bevoegde orgaan van de andere verdragsluitende partij, de informatie aangaande de uitkeringsgerechtigde of zijn/haar echtgeno(o)t(e). Indien nodig wordt de juistheid van de informatie gecontroleerd bij de relevante organisaties. Het bevoegde orgaan van de eerste verdragsluitende partij doet een verklaring inzake verificatie tezamen met gewaarmerkte en gelegaliseerde afschriften van de relevante stukken toekomen aan het bevoegde orgaan van de laatste verdragsluitende partij.

  • 3. Onverminderd het tweede lid stelt het bevoegde orgaan van een verdragsluitende partij, zonder voorafgaand verzoek en voor zover mogelijk, het bevoegde orgaan van de andere verdragsluitende partij in kennis van wijzigingen in de informatie aangaande een uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn gezin of huishouden.

  • 4. Onverminderd het tweede lid kunnen de bevoegde organen van de verdragsluitende partijen zich rechtstreeks wenden tot zowel elkaar of elkaars relevante organisaties, als tot de uitkeringsgerechtigden, hun echtgenoten/echtgenotes of vertegenwoordigers.

  • 5. Onverminderd het tweede lid is het diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers en de bevoegde organen van een verdragsluitende partij toegestaan zich rechtstreeks in verbinding te stellen met de bevoegde instanties van de andere verdragsluitende partij of hun bevoegde vertegenwoordigers, de relevante organisaties, uitkeringsgerechtigden, hun echtgenoten/echtgenotes of vertegenwoordigers, teneinde het recht op een uitkering of de rechtmatigheid van betalingen aan de uitkeringsgerechtigden te verifiëren.

  • 6. Voor de toepassing van dit Verdrag zijn de relevante organisaties elkaar behulpzaam en handelen zij als betrof het de toepassing van hun eigen wetgeving. De administratieve bijstand die door de desbetreffende organisaties wordt verleend is kosteloos. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen echter overeenkomen dat bepaalde kosten worden vergoed.

Artikel 7 Verificatie van sociale bijstand

  • 1. Ten einde het recht op sociale bijstand in Nederland vast te stellen, verstrekt of verifieert het bevoegde orgaan in Kosovo op verzoek van het bevoegde orgaan in Nederland de noodzakelijke informatie. Het bevoegde orgaan doet een verklaring inzake verificatie tezamen met afschriften van de relevante documenten, indien beschikbaar, toekomen aan het bevoegde orgaan in Nederland.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „informatie”: gegevens omtrent inkomen, bezittingen of andere gegevens die relevant zijn voor het vaststellen van het recht op sociale bijstand in Nederland. Dit omvat informatie omtrent onroerende zaken afkomstig van organisaties als kadasterregisters of kamers van koophandel.

  • 3. Onverminderd het eerste lid hebben diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers en de bevoegde organen van een verdragsluitende partij de bevoegdheid om zich rechtstreeks in verbinding te stellen met de relevante organen van de andere verdragsluitende partij teneinde het recht op sociale bijstand in Nederland te verifiëren.

Artikel 8 Erkenning van bestuursrechtelijke besluiten

  • 1. Ieder bestuursrechtelijk besluit inzake de terugvordering van onverschuldigde betaling van socialezekerheidsuitkeringen of administratieve boeten uit hoofde van de toepasselijke wetgeving genomen door een bevoegd orgaan in de ene verdragsluitende partij waartegen geen rechtsmiddelen meer openstaan wordt door de andere verdragsluitende partij erkend.

  • 2. Een bestuursrechtelijk besluit zoals bedoeld in het eerste lid kan mogelijk niet worden erkend door de verdragsluitende partij waar om erkenning wordt verzocht indien een dergelijke erkenning in strijd is met het nationale rechtsstelsel.

  • 3. Voor tenuitvoerlegging vatbare bestuursrechtelijke besluiten die zijn erkend in overeenstemming met het eerste lid worden door de andere verdragsluitende partij ten uitvoer gelegd in overeenstemming met wettelijke bepalingen inzake de tenuitvoerlegging van soortgelijke bestuursrechtelijke besluiten. De uitvoerbaarverklaring dient te worden vermeld op het gewaarmerkte en gelegaliseerde afschrift van dat besluit. De andere verdragsluitende partij wordt schriftelijk in kennis gesteld van de bevestiging dat een besluit ten uitvoer is gelegd.

Artikel 9 Uitwisseling van informatie en wederzijdse bijstand

  • 1. De bevoegde autoriteiten en bevoegde organen die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van dit Verdrag verstrekken elkaar alle informatie die relevant is voor de toepassing van dit Verdrag, in overeenstemming met hun relevante nationale wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

  • 2. De informatie en bijstand bedoeld in het eerste lid worden kosteloos verstrekt, tenzij de bevoegde organen anders overeenkomen.

  • 3. De door de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen te hanteren voertaal is het Engels.

Artikel 10 Uitvoering van het Verdrag

De bevoegde organen van beide verdragsluitende partijen zullen door middel van aanvullende regelingen maatregelen vaststellen voor de toepassing van dit Verdrag.

Artikel 11 Beslechting van geschillen

  • 1. Geschillen tussen de verdragsluitende partijen inzake de interpretatie of toepassing van dit Verdrag worden geregeld door middel van onderhandelingen en overleg tussen de bevoegde autoriteiten of bevoegde organen van de verdragsluitende partijen.

  • 2. Geschillen waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in overeenstemming met het eerste lid, worden langs diplomatieke weg geregeld.

Artikel 12 Bescherming van gegevens

  • 1. Wanneer, voor de toepassing dit Verdrag, de bevoegde autoriteiten, hun bevoegde vertegenwoordigers of de bevoegde organen van een verdragsluitende partij persoonsgegevens mededelen aan de bevoegde autoriteiten, hun bevoegde vertegenwoordigers of bevoegde organen van de andere verdragsluitende partij, is die mededeling onderworpen aan de door de verdragsluitende partij die de gegevens verstrekt vastgestelde wettelijke bepalingen inzake de bescherming van gegevens.

  • 2. Persoonsgegevens bedoeld in het eerste lid van dit artikel kunnen slechts worden gebruikt voor de toepassing van dit Verdrag.

  • 3. Elke verdere verwerking van de gegevens is onderworpen aan de bepalingen van de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van de ontvangende verdragsluitende partij, op voorwaarde dat deze verdragsluitende partij een passend niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgt.

Artikel 13 Duur van het Verdrag

  • 1. Dit Verdrag blijft voor een periode van tien (10) jaar van kracht vanaf de datum waarop het in werking treedt. Vervolgens blijft het van kracht voor opeenvolgende periodes van tien (10) jaar tenzij partijen schriftelijk langs diplomatieke weg overeenkomen dit te beëindigen, uiterlijk twaalf (12) maanden voor het verstrijken van een dergelijke periode van tien (10) jaar.

  • 2. Onverminderd het eerste lid van dit artikel kan een verdragsluitende partij dit Verdrag te allen tijde beëindigen door middel van een schriftelijke kennisgeving ten minste twaalf (12) maanden van tevoren langs diplomatieke weg, aan de andere verdragsluitende partij.

  • 3. In het geval dit Verdrag afloopt of wordt beëindigd, blijft een persoon recht houden op een uitkering die deze persoon reeds krachtens dit Verdrag had verworven voor de beëindiging ervan en zolang deze persoon, zonder onderbreking, blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op de uitkering en blijft wonen in de andere verdragsluitende partij.

Artikel 14 Inwerkingtreding van dit Verdrag

  • 1. De verdragsluitende partijen stellen elkaar schriftelijk langs diplomatieke weg in kennis van de voltooiing van hun onderscheiden wettelijke of grondwettelijke procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van dit Verdrag.

  • 2. Het Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na de datum van de laatste kennisgeving.

  • 3. Het eerste lid van artikel 4 van dit Verdrag treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2020.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te ’s-Gravenhage op 17 september 2020, in tweevoud, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, STEF BLOK

Voor de Republiek Kosovo, MELIZA HARADINAJ-STUBLLA


Uitgegeven de achtste oktober 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven