69 (1960) Nr. 2

A. TITEL

Briefwisseling houdende een verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens (met Bijlage);

Washington, 18 augustus 1960

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 013550 en 013554 in de Verdragenbank.

C. VERTALING

Nr. I

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Washington, 18 augustus 1960

CONFIDENTIEEL

Mijnheer,

Ik verwijs naar de recente gesprekken tussen vertegenwoordigers van onze respectieve regeringen over de wenselijkheid op alle gerubriceerde gegevens die tussen onze beide regeringen worden uitgewisseld dezelfde beginselen toe te passen die onze regeringen volgens afspraak toepassen op de beveiliging van gerubriceerde gegevens die vallen onder de Security Agreement by the Parties to the North Atlantic Treaty, die op 6 januari 1950 door de Noord-Atlantische Raad is goedgekeurd, en de Basic Principles and Minimum Standards of Security, die op 2 maart 1955 door de Raad zijn goedgekeurd (NAVO-document C-M (55)15(Final)).

Ik stel derhalve voor dat alle gerubriceerde gegevens die direct of indirect tussen onze beide regeringen worden gecommuniceerd, worden beveiligd in overeenstemming met deze beginselen. Dit houdt in dat de ontvanger:

  • a. de gegevens niet vrijgeeft voor een derde regering zonder de toestemming van de regering die de gegevens heeft verstrekt;

  • b. zich ertoe verplicht de gegevens in wezen dezelfde graad van beveiliging toe te kennen die de verstrekkende regering heeft toegekend;

  • c. de gegevens niet voor een ander dan het aangegeven doel gebruikt;

  • d. private rechten, zoals octrooien, auteursrechten, of handelsgeheimen die met de gegevens samenhangen respecteert, met dien verstande dat met betrekking tot octrooirechten en technische inlichtingen voor defensiedoeleinden de Overeenkomst ter bevordering van de uitwisseling van octrooirechten en technische inlichtingen voor defensiedoeleinden die op 29 april 1955 tussen onze beide regeringen is gesloten, van toepassing is.

Deze regeling zou van toepassing zijn op alle gegevens die door de regering van de Verenigde Staten worden verstrekt met de rubricering „Confidential”, „Secret”, of „Top Secret” en op de gegevens die uw regering heeft aangewezen als vallende onder de reikwijdte van deze regeling. Zij zou evenwel niet van toepassing zijn op gegevens waarvoor bijzondere overeenkomsten nodig kunnen zijn, zoals gegevens over kernenergie die de Verenigde Staten als „Restricted Data” aanmerkt.

Erkennende dat de beveiliging van gerubriceerde gegevens die uit hoofde hiervan worden uitgewisseld, met name op het gebied van onderzoek naar en ontwikkeling en productie van defensiemateriaal van wezenlijk belang is voor de nationale veiligheid en bescherming van onze beide landen, zouden de algemene procedures voor de beveiliging van gegevens gelden zoals die zijn vervat in de Bijlage hierbij.

De details betreffende communicatiekanalen en de toepassing van de voornoemde beginselen zouden onderwerp moeten zijn van technische overeenkomsten tussen de desbetreffende organen van onze respectieve regeringen.

Indien het bovenstaande voorstel voor uw regering aanvaardbaar is, stel ik voor dat deze nota en uw bevestigende antwoordnota, waarin de typen gegevens staan vermeld die uw regering onder dit verdrag wil laten vallen, een verdrag vormen dat in werking treedt op de datum van uw antwoordnota.

Gelief, mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

Voor de waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken: IVAN B. WHITE

Bijlage: Bijlage met Algemene Veiligheidsprocedures.

De geachte heer

E.L.C. Schiff

Chargé d’Affaires ad interim of the Netherlands



Bijlage met Algemene Veiligheidsprocedures

  • 1. Officiële gegevens die van een van onze beide regeringen of in onderlinge overeenstemming tussen onze twee regeringen een rubricering hebben gekregen en door een van de regeringen langs officiële kanalen aan de andere regering worden verstrekt, krijgen door de desbetreffende autoriteiten van de ontvangende regering een rubriceringsniveau toegekend dat een mate van beveiliging waarborgt die gelijk is aan of hoger is dan door de regering die de gegevens verstrekt, wordt verlangd.

  • 2. De ontvangende regering gebruikt deze gegevens niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze zijn verstrekt en geeft de gegevens niet vrij aan een derde regering zonder de voorafgaande toestemming van de regering die de gegevens heeft verstrekt.

  • 3. Met betrekking tot gegevens verstrekt in verband met contracten die een van de regeringen, haar organen, of particuliere entiteiten of individuen op haar grondgebied, sluit met de andere regering, haar organen, of particuliere entiteiten of individuen op haar grondgebied, neemt de regering van het land waarin het contract ten uitvoer wordt gelegd de verantwoordelijkheid op zich voor het uitvoeren van de beschermingsmaatregelen voor het beveiligen van deze gerubriceerde gegevens in overeenstemming met de normen en vereisten die door die regering worden toegepast in het geval van contractuele afspraken waaruit gegevens voorvloeien met dezelfde rubricering. Voorafgaand aan het vrijgeven van gegevens met de rubricering Stg. CONFIDENTIEEL of hoger aan een opdrachtnemer of potentiële opdrachtnemer, verplicht de regering die overweegt de gegevens vrij te geven zich ertoe te waarborgen dat deze opdrachtnemer of potentiële opdrachtnemer en zijn bedrijfslocatie over de mogelijkheden beschikken de gerubriceerde gegevens adequaat te beveiligen, geeft zij de passende bedrijfslocatie hiertoe toestemming, en verleent zij, in overeenstemming met de nationale praktijk, de passende veiligheidsmachtigingen aan alle personeelsleden met taken die toegang tot gerubriceerde gegevens zouden vereisen.

  • 4. De ontvangende regering:

    • a. waarborgt tevens dat alle personen die toegang hebben tot dergelijke gerubriceerde gegevens op de hoogte worden gesteld van hun verantwoordelijkheid de gegevens te beveiligen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving;

    • b. zal beveiligingsinspecties uitvoeren van faciliteiten op haar grondgebied die contracten uitvoeren waarbij dergelijke gerubriceerde gegevens worden gebruikt;

    • c. waarborgt dat toegang tot dergelijke gerubriceerde gegevens op bedrijfslocaties genoemd in subparagaaf b wordt beperkt tot die personen die deze voor officiële doeleinden nodig hebben. In dit verband wordt een verzoek om autorisatie voor het bezoeken van een dergelijke bedrijfslocatie, wanneer toegang tot gerubriceerde gegevens wordt verkregen, ingediend bij het desbetreffende ministerie of de overheidsinstantie van de regering waar de bedrijfslocatie zich bevindt door een instantie die daartoe door de andere regering is aangewezen. Het verzoek omvat een verklaring omtrent de veiligheidsmachtiging en officiële status van de bezoeker en omtrent de noodzaak van het verzoek. Er kan een algemene toestemming voor bezoeken gedurende een langere tijd worden afgegeven. De regering waarbij het verzoek wordt ingediend is verantwoordelijk voor het op de hoogte stellen van de opdrachtnemer van het voorgenomen bezoek en voor het verlenen van toestemming voor het verzoek.

  • 5. Kosten gemaakt bij het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken of -inspecties die uit hoofde hiervan vereist zijn, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. Gerubriceerde gegevens en materialen worden uitsluitend van regering op regering overgedragen.

  • 7. De regering die de ontvanger is van het uit hoofde van het contract geproduceerde materiaal op het grondgebied van de andere regering verbindt zich ertoe de daarin vervatte gerubriceerde gegevens op dezelfde wijze te beschermen als zij haar eigen gerubriceerde gegevens beschermt.


Nr. II

AMBASSADE VAN NEDERLAND

Washington, 18 augustus 1960

Mijnheer,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw nota van 18 augustus 1960, met Bijlage met Algemene Veiligheidsprocedures, inzake de beveiliging van alle gerubriceerde gegevens die tussen onze beide regeringen wordt uitgewisseld, welke nota luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I, met Bijlage)

In antwoord hierop heb ik de eer te bevestigen dat de regeling zoals vervat in uw nota en de Bijlage erbij aanvaardbaar is voor de Nederlandse regering. Op haar beurt verklaart de Nederlandse regering dat alle gerubriceerde gegevens die aangemerkt worden als „Staatsgeheim CONFIDENTIEEL”, „Staatsgeheim GEHEIM” of „Staatsgeheim ZEER GEHEIM” onder de reikwijdte van deze afspraak vallen.

De Nederlandse regering stemt er voorts mee in dat uw nota en deze antwoordnota een Verdrag zullen vormen tussen onze beide regeringen inzake dit onderwerp, dat per vandaag van kracht wordt.

Gelief, mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

E.L.C. SCHIFF Chargé d’Affaires ad interim

Zijne Excellentie

De waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken


De Nederlandse vertaling van het op 6 april 1981 bij notawisseling tot stand gekomen verdrag tot wijziging van de Briefwisseling van 18 augustus 1960 luidt als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

Den Haag, 4 maart 1981

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Nr. 22

De ambassade van de Verenigde Staten van Amerika biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het Verdrag van 18 augustus 1960 inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens tussen onze beide regeringen. De ambassade stelt voor dat de Bijlage met Algemene Veiligheidsprocedures bij het Verdrag wordt gewijzigd door de toevoeging van de volgende paragrafen vier en vijf.

  • 4. Elke regering staat toe dat veiligheidsdeskundigen van de andere regering periodiek haar grondgebied bezoeken, op een voor beide partijen geschikt moment, teneinde met haar veiligheidsautoriteiten te spreken over haar procedures en faciliteiten voor de beveiliging van gerubriceerde militaire gegevens die door de andere regering aan haar zijn verstrekt. Elke regering verleent dergelijke deskundigen bijstand bij het vaststellen of dergelijke door de andere regering aan haar verstrekte gegevens adequaat worden beveiligd.

  • 5. De ontvangende regering onderzoekt alle gevallen waarin bekend is dat of waarin er gronden zijn om te vermoeden dat gerubriceerde militaire gegevens uit het land van oorsprong verloren zijn gegaan of aan onbevoegde personen bekend zijn gemaakt. De verantwoordelijke regeringsinstantie van het land van oorsprong wordt onverwijld volledig op de hoogte gesteld van dergelijke voorvallen en van de uiteindelijke bevindingen en ondernomen maatregelen om herhaling te voorkomen.

Indien het voorgaande voor uw regering aanvaardbaar is, stelt de ambassade voor dat deze nota en uw bevestigende antwoordnota een wijziging van de Bijlage bij het Verdrag vormen die in werking treedt op de datum van uw antwoordnota.

De ambassade van de Verenigde Staten van Amerika maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 6 april 1981

DVE/VV-NA 1681

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken biedt de ambassade van de Verenigde Staten van Amerika zijn complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar het Verdrag van 18 augustus 1960 inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens, de ontvangst te bevestigen van nota 22 van de ambassade van 4 maart 1981, die luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

Het Ministerie wenst te bevestigen dat het voorstel vervat in bovengenoemde nota aanvaardbaar is voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, en dat de nota van de ambassade, tezamen met deze nota, een wijziging van de Bijlage bij het Verdrag vormen die in werking treedt op de datum van deze nota.

Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika


Uitgegeven de zestiende maart 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven