80 (2005) Nr. 6

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving;

Ankara, 18 augustus 2005

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2005, 275. Voor een correctie zie Trb. 2006, 5.

De Engelse tekst van het in nota’s vervatte verdrag van 1 april 2014 is geplaatst in Trb. 2014, 109.

C. VERTALING

Zie Trb. 2006, 5.


De vertaling van de op 1 april 2014 te Ankara tot stand gekomen notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake de uitbreiding van het Verdrag tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten luidt als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Ankara, 16 januari 2013

Nr. ANK/PA/002/14

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving, ondertekend te Ankara op 18 augustus 2005 (hierna te noemen „het Verdrag van 2005”).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor dat, in overeenstemming met artikel 19, tweede en derde lid, van het Verdrag van 2005, de toepassing van het Verdrag van 2005 wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met inachtneming van het volgende:

  • 1. Voor het Koninkrijk der Nederlanden, wordt, wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder de uitdrukking „douane-administratie” in artikel 1, eerste lid, van het Verdrag van 2005 verstaan de respectieve centrale administraties die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de douanewetgeving.

  • 2. Artikel 2, vijfde lid, van het Verdrag van 2005 is uitsluitend van toepassing op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, naargelang van het geval, voor zover de daarin bedoelde overeenkomsten van toepassing zijn op deze respectieve delen van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 3. De vereisten van de nationale wetgeving in de zin van de artikelen 14 en 15 van het Verdrag van 2005 vallen wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder het bereik van de toepasselijke wetgeving van respectievelijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Turkije, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije dat in werking zal treden op eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije

Ankara


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE REPUBLIEK TURKIJE

Ankara, 1 april 2014

2014/26835889-EIGY/4273201

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota nr. ANK/PA/002/14 van de Ambassade d.d. 16 januari 2014 inzake het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op douanewetgeving, ondertekend te Ankara op 18 augustus 2005.

De tekst van voornoemde nota luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

Het Ministerie bevestigt dat het bovengenoemde voorstel voor de Regering van de Republiek Turkije aanvaardbaar is en dat de nota van de Ambassade en deze antwoordnota een verdrag zullen vormen tussen de Republiek Turkije en het Koninkrijk der Nederlanden dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Ankara


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2011, 207 HERDRUK, Trb. 2012, 33 en Trb. 2014, 109.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2011, 207 HERDRUK, Trb. 2012, 33 en Trb. 2014, 109.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2005, 275 en Trb. 2012, 33.

Uitgegeven de zesde augustus 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS

Naar boven