12 (1974) Nr. 8

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen;

(met Protocol)

Praag, 4 maart 1974

B. TEKST

De Engelse en de Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Protocol, zijn geplaatst in Trb. 1974, 98.

De Engelse en de Nederlandse tekst van het wijzigingsprotocol van 16 februari 1996 zijn geplaatst in Trb. 1996, 90.

De Engelse en de Nederlandse tekst van het Protocol van 26 juni 1996 tot nadere wijziging van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 1996, 209.

De Engelse en de Nederlandse tekst van het Protocol van 7 juni 2010 tot nadere wijziging van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 2010, 202.

De Engelse tekst van het Protocol van 15 oktober 2012 tot nadere wijzing van de Overeenkomst, met Protocol, is geplaatst in Trb. 2012, 216.

C. VERTALING

De vertaling van het Protocol van 15 oktober 2012 luidt als volgt:


Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Tsjechische Republiek;

Geleid door de wens een Protocol te sluiten tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Praag op 4 maart 1974, waarvan het Protocol ondertekend te Praag op 4 maart 1974 en het Protocol ondertekend te Praag op 26 juni 1996 een integrerend onderdeel uitmaken (in dit Protocol genoemd „de Overeenkomst”),

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

De bepalingen van artikel 19 van de Overeenkomst worden gewijzigd door de woorden „artikel 20, eerste lid,” te vervangen door de woorden „artikel 20, tweede lid,”.

Artikel 2

Artikel 20 van de Overeenkomst wordt vervangen door het volgende artikel:

„Artikel 20 Overheidsfuncties
  • 1.

    • a) Salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen, betaald door een van de Staten of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten verleend aan die Staat of dat onderdeel of dat publiekrechtelijke lichaam, mogen in die Staat worden belast.

    • b) Deze salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen zijn echter slechts in de andere Staat belastbaar, indien de diensten in die Staat worden verleend en de natuurlijke persoon een inwoner is van die Staat die:

      • (i) onderdaan is van die Staat; of

      • (ii) niet uitsluitend voor het verlenen van de diensten inwoner van die Staat werd.

  • 2.

    • a) Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid mogen pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald door, of uit fondsen in het leven geroepen door, een van de Staten of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten verleend aan die Staat of dat onderdeel of dat publiekrechtelijke lichaam, in die Staat worden belast.

    • b) Deze pensioenen en andere soortgelijke beloningen zijn echter slechts in de andere Staat belastbaar, indien de natuurlijke persoon inwoner en onderdaan is van die Staat.

  • 3. De bepalingen van de artikelen 16, 17 en 19 zijn van toepassing op salarissen, lonen, pensioenen en andere soortgelijke beloningen ter zake van diensten verleend in het kader van een op winst gericht bedrijf, uitgeoefend door een Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.”

Artikel 3

1. De bepalingen van artikel 25, onderdeel A, tweede lid, van de Overeenkomst worden gewijzigd door vervanging van de woorden „artikel 20” door de woorden „artikel 20, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel a,”

2. De bepalingen van artikel 25, onderdeel B, eerste, tweede en derde lid, van de Overeenkomst worden vervangen door de volgende twee leden:

  • „1. Met inachtneming van de bepalingen van het nationale recht tot het vermijden van dubbele belasting, mogen de bestanddelen van het inkomen of van het vermogen die volgens de bepalingen van deze Overeenkomst ook in Nederland mogen worden belast, bij het heffen van belastingen van inwoners, worden begrepen in de belastinggrondslag waarover deze belastingen worden geheven, maar het is toegestaan van de op grond daarvan berekende belasting een bedrag af te trekken dat gelijk is aan de belasting betaald in Nederland. Deze aftrek is echter niet hoger dan het deel van de nationale belasting, zoals is berekend voordat de aftrek is verleend, dat is toe te rekenen aan de inkomsten die of het vermogen dat in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst in Nederland mogen of mag worden belast.

  • 2. Indien in overeenstemming met een bepaling van de Overeenkomst inkomsten verworven door of vermogen in het bezit van een inwoner hier is vrijgesteld van belasting, kan het vrijgestelde inkomen of vermogen niettemin in aanmerking worden genomen bij het berekenen van het bedrag aan belasting over het resterende inkomen of vermogen van die inwoner.”

Artikel 4

Clausule IV van het Protocol ondertekend te Praag op 4 maart 1974 komt te vervallen en artikel 28 van de Overeenkomst wordt vervangen door het volgende artikel:

„Artikel 28 Uitwisseling van informatie
  • 1. De bevoegde autoriteiten van de Staten wisselen de informatie uit die naar verwachting van belang is voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de handhaving van de nationale wetgeving betreffende belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van de Staten, of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van informatie wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2.

  • 2. Alle uit hoofde van het eerste lid door een Staat ontvangen informatie wordt op dezelfde wijze geheim gehouden als informatie die volgens de nationale wetgeving van die Staat is verkregen en wordt alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke en bestuursrechtelijke instanties) die betrokken zijn bij de vaststelling of invordering van, de handhaving of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de in het eerste lid bedoelde belastingen, of het toezicht daarop. Deze personen of autoriteiten mogen alleen voor deze doeleinden van de informatie gebruikmaken. Zij mogen de informatie bekendmaken in openbare rechtszittingen of in gerechtelijke beslissingen.

  • 3. In geen geval worden de bepalingen van de voorgaande leden zo uitgelegd dat zij een Staat de verplichting opleggen:

    • a) bestuurlijke maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving of de bestuursrechtelijke praktijk van die of van de andere Staat;

    • b) informatie te verstrekken die niet verkrijgbaar is volgens de wetgeving of in de normale gang van zaken in het bestuur van die of van de andere Staat;

    • c) informatie te verstrekken die een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim of een handelsproces zou onthullen, dan wel informatie waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).

  • 4. Indien informatie wordt verzocht door een Staat in overeenstemming met dit artikel, wendt de andere Staat zijn maatregelen inzake het verzamelen van informatie aan om de verzochte informatie te verkrijgen, ongeacht het feit dat de andere Staat ten behoeve van zijn eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie behoeft te beschikken. Op de in de vorige volzin vervatte verplichting zijn de beperkingen van het derde lid van toepassing, maar deze beperkingen mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Staat toegestaan is uitsluitend op grond van het feit dat hij geen nationaal belang heeft bij dergelijke informatie te weigeren informatie te verstrekken.

  • 5. De bepalingen van het derde lid mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Staat toegestaan is het verschaffen van informatie te weigeren uitsluitend op grond van het feit dat de informatie berust bij een bank, een andere financiële instelling, een gevolmachtigde, of een persoon die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreedt, dan wel omdat deze betrekking heeft op eigendomsbelangen in een persoon.”

Artikel 5

Dit Protocol, dat een integrerend onderdeel vormt van de Overeenkomst, treedt in werking op de laatste dag van de maand na de laatste van de data waarop de onderscheiden Regeringen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld, dat de in hun onderscheiden Staten grondwettelijk vereiste formaliteiten zijn vervuld, en de bepalingen ervan worden in de betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tsjechische Republiek van toepassing voor de belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin dit Protocol in werking is getreden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Praag op 15 oktober 2012, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, HOEKS

Voor de Tsjechische Republiek, M. KALOUSEK


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1974, 207, Trb. 2011, 12 en Trb. 2012, 216.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1974, 207, Trb. 1995, 34, Trb. 2011, 12 en Trb. 2012, 216.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en overige verdragsgegevens Trb. 1995, 34, Trb. 1996, 357 en Trb. 2012, 216.

Uitgegeven de veertiende januari 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS

Naar boven