19 (2010) Nr. 3

A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht inzake de registratie van stagiairs;

’s-Gravenhage, 18 mei 2010

B. TEKST

De Engelse tekst van het in nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2010, 214.

C. VERTALING

Zie Trb. 2010, 269.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 10 november 2010 (Kamerstukken II 2010/2011, 32448) is het in de nota’s vervatte verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de de Minister van Buitenlandse Zaken U. ROSENTHAL.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 19 december 2010.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het in de nota’s vervatte verdrag, die vanaf 18 mei 2010 voorlopig werden toegepast, zijn ingevolge het gestelde in de op één na laatste alinea van de nota’s Nr. I en Nr. II op 29 februari 2012 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het in de nota’s vervatte verdrag alleen voor Nederland (het Europese deel).

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2010, 214

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2010, 214.

Titel

:

Statuut van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht;

‘s-Gravenhage, 31 oktober 1951

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 199

Uitgegeven de derde april 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL

Naar boven