25 (1994) Nr. 3

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Maldiven inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden;

(met Bijlage)

’s-Gravenhage, 23 juni 1994

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag, met Bijlage, is geplaatst in Trb. 1994, 147.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1995, 6.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie rubriek G van Trb. 1994, 147.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1995, 6.


Op 21 september 2006 is te Brussel de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten tot stand gekomen. De bepalingen van deze Overeenkomst zijn op 15 april 2008 in werking getreden. Door de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt het te ’s-Gravenhage gesloten bilaterale Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Republiek der Maldiven, met Bijlage, van 23 juni 1994, als volgt gewijzigd.

Ingevolge artikel 1, tweede lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 zal, wanneer in de Engelse tekst van het bilaterale Verdrag, met Bijlage, wordt verwezen naar „nationals” van het Koninkrijk der Nederlanden, dit worden begrepen als een verwijzing naar „nationals” van de lidstaten van de Europese Unie.

Ingevolge artikel 1, derde lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 zal, wanneer in de Engelse tekst van het bilaterale Verdrag, met Bijlage, wordt verwezen naar „air carriers or airlines” van het Koninkrijk der Nederlanden, dit worden begrepen als een verwijzing naar de door het Koninkrijk der Nederlanden aangewezen „air carriers or airlines”.

Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 hebben de bepalingen van artikel 2, tweede en derde lid, van deze Overeenkomst voorrang op de overeenkomstige bepalingen van respectievelijk de artikelen 4 en 5 van het bilaterale Verdrag.

Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 vormen de bepalingen van artikel 3, tweede lid, van deze Overeenkomst een aanvulling op de desbetreffende bepalingen van artikel 14 van het bilaterale Verdrag.

Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 vormen de bepalingen van artikel 4, tweede lid, van deze Overeenkomst een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van artikel 10 van het bilaterale Verdrag.

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 vormen de bepalingen van artikel 5, tweede lid, van deze Overeenkomst een aanvulling op de desbetreffende bepalingen van artikel 6 van het bilaterale Verdrag.

Ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Overeenkomst van 21 september 2006 worden de bepalingen van artikel 6, tweede tot en met vijfde lid, van het bilaterale Verdrag geschrapt en zijn niet langer van toepassing.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1994, 147.

Verbanden

Het Verdrag, met Bijlage, is aangevuld door:

Titel

:

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten;

Brussel, 21 september 2006

Tekst

:

Pb. EU L 286 van 17 oktober 2006, blz. 20-26

Overige verwijzingen

Titel

:

Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;

Chicago, 7 december 1944

Laatste Trb.

:

Trb. 2012, 126

     

Titel

:

Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen;

Tokio, 14 september 1963

Laatste Trb.

:

Trb. 1995, 203

     

Titel

:

Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen;

’s-Gravenhage, 16 december 1970

Laatste Trb.

:

Trb. 1995, 204

     

Titel

:

Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart;

Montreal, 23 september 1971

Laatste Trb.

:

Trb. 1995, 205

Uitgegeven de twintigste september 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL

Naar boven