Tractatenblad 2010, 252

70 (1994) Nr. 4

A. TITEL

Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel;

New York, 9 december 1994

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1996, 62.

Zie voor de Engelse en de Franse tekst van het Facultatief Protocol van 8 december 2005 bij het Verdrag, Trb. 2006, 211.

C. VERTALING

Zie Trb.  1996, 62 en Trb.  2006, 211.

D. PARLEMENT

Zie Trb.  2002, 61.

---

Bij brieven van 9 mei 2007 (Kamerstukken II 2006/2007, 31054 (R1827), nr. 1) is het Facultatief Protocol bij het Verdrag, in overeenstemming met artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken M. J. M. VERHAGEN en de Minister van Justitie E. M. H. HIRSCH BALLIN.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 23 juni 2007.

E. PARTIJGEGEVENS

Verdrag

Zie de rubrieken E en F van Trb.  2002, 61.

Partij	Onder tekening	Ratificatie	Type^*	In werking	Opzegging	Buiten werking
Albanië		30-03-01	T	29-04-01
Argentinië	15-12-94	06-01-97	R	15-01-99
Australië	22-12-95	04-12-00	R	03-01-01
Azerbeidzjan		03-08-00	T	02-09-00
Bangladesh	21-12-94	22-09-99	R	22-10-99
Belarus	23-10-95	29-11-00	R	29-12-00
België	21-12-95	19-02-02	R	21-03-02
Bolivia	17-08-95	22-12-04	R	21-01-05
Bosnië en Herzegovina		11-08-03	T	10-09-03
Botswana		01-03-00	T	31-03-00
Brazilië	03-02-95	06-09-00	R	06-10-00
Brunei		20-03-02	T	19-04-02
Bulgarije		04-06-98	T	15-01-99
Burkina Faso		27-10-08	T	26-11-08
Canada	15-12-94	03-04-02	R	03-05-02
Chili		27-08-97	T	15-01-99
China		22-09-04	T	22-10-04
Costa Rica		17-10-00	T	16-11-00
Cyprus		01-07-03	T	31-07-03
Denemarken	15-12-94	11-04-95	R	15-01-99
Duitsland	01-02-95	22-04-97	R	15-01-99
Ecuador		28-12-00	T	27-01-01
Estland		08-03-06	T	07-04-06
Fiji-eilanden	25-10-95	01-04-99	R	01-05-99
Filipijnen, de	27-02-95	17-06-97	R	15-01-99
Finland	15-12-94	05-01-01	R	04-02-01
Frankrijk	12-01-95	09-06-00	R	09-07-00
Griekenland		03-08-00	T	02-09-00
Guatemala		23-09-08	T	23-10-08
Guinee		07-09-00	T	07-10-00
Guyana		21-05-04	T	20-06-04
Haïti	19-12-94
Honduras	17-05-95
Hongarije		13-07-99	T	12-08-99
Ierland		28-03-02	T	27-04-02
IJsland		10-05-01	T	09-06-01
Italië	16-12-94	05-04-99	R	05-05-99
Ivoorkust		13-03-02	T	12-04-02
Jamaica		08-09-00	T	08-10-00
Japan	06-06-95	06-06-95	R	15-01-99
Kenia		19-10-04	T	18-11-04
Koeweit		19-07-04	T	18-08-04
Kroatië		27-03-00	T	26-04-00
Laos		22-08-02	T	21-09-02
Lesotho		06-09-00	T	06-10-00
Libanon		25-09-03	T	25-10-03
Liberia		22-09-04	T	22-10-04
Libië		22-09-00	T	22-10-00
Liechtenstein	16-10-95	11-12-00	R	10-01-01
Litouwen		08-09-00	T	08-10-00
Luxemburg	31-05-95	30-07-01	R	29-08-01
Macedonië, Voormalige Joegoslavische Republiek		06-03-02	T	05-04-02
Malawi		07-10-09	T	06-11-09
Mali		02-01-08	T	01-02-08
Malta	16-03-95
Monaco		05-03-99	T	04-04-99
Mongolië		25-02-04	T	26-03-04
Montenegro		23-10-06	VG	03-06-06
Nauru		12-11-01	T	12-12-01
Nederlanden, het Koninkrijk der	22-12-95
– Nederland		07-02-02	R	09-03-02
– Ned. Antillen		07-02-02	R	09-03-02
– Aruba		07-02-02	R	09-03-02
Nepal		08-09-00	T	08-10-00
Nieuw-Zeeland	15-12-94	16-12-98	R	15-01-99
Noord-Korea		08-10-03	T	07-11-03
Noorwegen	15-12-94	03-07-95	R	15-01-99
Oekraïne	15-12-94	17-08-95	R	15-01-99
Oezbekistan		03-07-96	T	15-01-99
Oostenrijk		06-09-00	T	06-10-00
Pakistan	08-03-95
Panama	15-12-94	04-04-96	R	15-01-99
Paraguay		30-12-08	T	29-01-09
Polen	17-03-95	22-05-00	R	21-06-00
Portugal	15-12-94	14-10-98	R	15-01-99
Roemenië	27-09-95	29-12-97	R	15-01-99
Russische Federatie	26-09-95	25-06-01	R	25-07-01
Samoa	16-01-95	19-08-05	R	18-09-05
Saudi-Arabië		22-03-10	T	21-04-10
Senegal	21-02-95	09-06-99	R	09-07-99
Servië		31-07-03	T	30-08-03
Sierra Leone	13-02-95
Singapore		26-03-96	T	15-01-99
Slovenië		21-01-04	T	20-02-04
Slowakije	28-12-95	26-06-96	R	15-01-99
Spanje	19-12-94	13-01-98	R	15-01-99
Sri Lanka		23-09-03	T	23-10-03
Togo	22-12-95	21-04-08	R	21-05-08
Tsjechië	27-12-95	13-06-97	R	15-01-99
Tunesië	22-02-95	12-09-00	R	12-10-00
Turkije		09-08-04	T	08-09-04
Turkmenistan		29-09-98	T	15-01-99
Uruguay	17-11-95	03-09-99	R	03-10-99
Verenigd Koninkrijk, het	19-12-95	06-05-98	R	15-01-99
Verenigde Staten van Amerika, de	19-12-94
Zuid-Korea		08-12-97	T	15-01-99
Zweden	15-12-94	25-06-96	R	15-01-99
Zwitserland		09-11-07	T	09-12-07
^* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Uitbreidingen

China

Uitgebreid tot	In werking	Buiten werking
Hongkong SAR	22-10-2004
Macau SAR	22-10-2004

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

België, 19 februari 2002

The Belgian Government declares the following: article 9, paragraph 1 (c), only covers cases where the threat is credible.

China, 22 september 2004

The People's Republic of China makes a reservation with regard to Article 22, paragraph 1 of the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel and is not bound by the provisions of Article 22, paragraph 1.

China, 27 juli 2007

Pursuant to article 10, paragraph 2 of the Convention, the Hong Kong Special Administrative Region of the People's Republic of China has established its jurisdiction referred to in article 10, paragraph 2 (a) of the Convention over the crimes set out in article 9 of the Convention.

Costa Rica, 17 oktober 2000

The Government of the Republic enters a reservation to article 2, paragraph 2, of the Convention, to the effect that limiting the scope of application of the Convention is contrary to the pacifist thinking of our country and, accordingly, that, in the event of conflicts with the application of the Convention, Costa Rica will, where necessary, give precedence to humanitarian law.

Duitsland, 22 april 1997

In accordance with German law, the authorities of the Federal Republic of Germany will communicate information on alleged offenders, victims and circumstances of the crime (personal data) directly to the states concerned and, in parallel with this, will inform the Secretary-General of the United Nations that such information has been communicated.

Estland, 8 maart 2006

In accordance with paragraph 2 of Article 10 of the Convention the Republic of Estonia establishes her jurisdiction over any such crime when it is committed with respect to a national of Estonia.

Koeweit, 19 juli 2004

… with a reservation in respect of article 22 (1), in accordance with article 22 (2) of the Convention.

Laos, 22 augustus 2002

In accordance with paragraph 2, Article 22 of the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel, the Lao People's Democratic Republic does not consider itself bound by paragraph 1, article 22 of the present Convention. The Lao People's Democratic Republic declares that to refer dispute relating to interpretation and application of the present Convention to arbitration or International Court of Justice, the agreement of all parties concerned in the dispute is necessary.

Nederlanden, het Koninkrijk der, 7 februari 2002

The Kingdom of the Netherlands understands Article 14 of the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel states that the competent national authorities must decide on a case submitted to them in accordance with national law and in the same manner as they would decide on ordinary offences of a grave nature. Consequently, the Kingdom of the Netherlands understands this provision to include the right of its competent judicial authorities to decide not to prosecute a person alleged to have committed a crime as referred to in Article 9, paragraph 1, if, in the opinion of the competent judicial authorities, grave considerations of procedural law indicate that effective prosecution would be impossible.

Nepal, 8 september 2000

[The Government of Nepal] avails itself of the provisions of article 22, paragraph 2, and declares that it does not consider itself bound by the provisions of paragraph 1 of the said article under which any dispute between two or more States Parties concerning the interpretation or application of this Convention shall at the request of one of them, be submitted to arbitration or referred to the International Court of Justice, and states that in each individual case, prior consent of all parties to such a dispute is necessary for the submission of the dispute to arbitration or to the International Court of Justice.

Noord-Korea, 8 oktober 2003

The Government of the Democratic People's Republic of Korea does not consider itself bound by all of paragraph 1 of Article 22 of the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel.

Saudi-Arabië, 22 maart 2010

… the Government of the Kingdom of Saudi Arabia does not consider itself obligated to paragraph 1 of Article 22.

Slowakije, 26 juni 1996

If a dispute concerning the interpretation or application of the Convention is not settled by negotiation, the Slovak Republic prefers its submission to the International Court of Justice in accordance with article 22, paragraph 1 of the Convention. Therefore a dispute, to which the Slovak Republic might be a Party can be submitted to arbitration only with the explicit consent of the Slovak Republic.

Tunesië, 12 september 2000

The Tunisian Republic declares that it does not consider itself bound by the provisions of article 22, paragraph 1, of the Convention and that disputes concerning the interpretation or application of the Convention may be submitted to arbitration or to the International Court of Justice only with the prior consent of all the parties concerned.

Turkije, 9 augustus 2004

• I. The Republic of Turkey declares that it will implement the provisions of the Convention only to the State Parties with which it has diplomatic relations.

• II. The Republic of Turkey declares that this Convention is ratified exclusively with regard to the national territory where the Constitution and legal and administrative order of the Republic of Turkey are applied.

• III. The Republic of Turkey declares that, in accordance with article 22, paragraph 2 of the Convention, Turkey does not consider itself bound by article 22, paragraph 1 of this Convention. The explicit consent of the Republic of Turkey is necessary in each individual case before any dispute to which the Republic of Turkey is party concerning the interpretation or application of this Convention may be referred to the International Court of Justice.

In connection with Article 20, paragraph 1 of the Convention, concerning the applicability of international humanitarian law, the Republic of Turkey is not a party to the Protocols I and II, dated 8 June 1977, Additional to the Geneva Conventions of 12 August 1949, and therefore will not be bound by the provisions of the said Protocols.

Bezwaar door Cyprus, 7 december 2004

The Government of the Republic of Cyprus has examined the declarations made by the Republic of Turkey upon ratification of the Convention on the Safety of the United Nations and Associated Personnel.

The Republic of Turkey declares that it will implement the provisions of the Convention only to the States with which it has diplomatic relations.

In view of the Government of the Republic of Cyprus this declaration in fact amounts to a reservation. The reservation makes it unclear to what extent the Republic of Turkey considers itself bound by the obligations arising from the Convention. In the absence of further clarification, this reservation creates uncertainty as to the States Parties in respect of which Turkey is undertaking the obligations in the Convention, and raises doubt as to the commitment of the Republic of Turkey to the object and purpose of the Convention.

The Republic of Turkey furthermore declares that the Convention is ratified exclusively with regard to the national territory where the Constitution and the legal and administrative order of the Republic of Turkey are applied.

In the view of the Republic of Cyprus, this declaration in fact amounts to a reservation. This reservation is contrary to the letter and the spirit of Article 10 of the Convention. It should be recalled that the duty to establish jurisdiction over the crimes set out in the Convention is mandatory upon States Parties when the crime is committed in the territory of that State or on board a ship or aircraft registered in that State and when the alleged offender is a national of that State. A limitation to the national territory is contrary to the obligations of States Parties in this regard and therefore incompatible with the object and purpose of the Convention.

The Republic of Turkey also makes a reservation that in connection with Article 20, paragraph 1 of the Convention, concerning the applicability of international humanitarian law, the Republic of Turkey is not a party to the Protocols I and II, dated 8 June 1977, Additional to the Geneva Convention of 12 August 1949, and therefore will not be bound by the provisions of the said Protocols.

The Republic of Cyprus considers this reservation to be contrary to the letter and spirit of Article 20 (1) of the Convention, which states that nothing shall affect the applicability of international humanitarian law as contained in international instruments in relation to the protection of United Nations operations and United Nations and Associated Personnel. Accordingly, this reservation is prohibited by the Convention.

For these reasons, the Government of the Republic of Cyprus objects to the aforesaid reservations made by the Republic of Turkey to the Convention on the Safety of the United Nations and Associated Personnel.

This objection shall not preclude the entry into force of the Convention between the Republic of Cyprus and the Republic of Turkey. The Convention, therefore, enters into force between the two States without the Republic of Turkey benefiting from these reservations.

Bezwaar door Griekenland, 21 juli 2005

The Government of the Hellenic Republic has examined the declarations made by the Republic of Turkey upon ratification of the 1994 Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel.

In the view of the Government of the Hellenic Republic, paragraph 1 of these declarations amounts to a reservation which raises concerns as to the commitment of Turkey to implement core provisions of the Convention and in particular those pertaining to the prevention and suppression of crimes against United Nations and Associated Personnel. The reservation may also lead to a discriminatory application of the Convention.

In connection with paragraph II of the declarations, the Government of the Hellenic Republic is of the view that it also amounts to a reservation as it raises the same concerns as above. Furthermore, it raises doubts as to whether Turkey fully undertakes the obligations incumbent upon it by virtue of Article 10 of the Convention. The Government of the Hellenic Republic, therefore, considers that the above reservations are incompatible with the object and purpose of the Convention.

Regarding the reservation made by the Republic of Turkey in connection with Article 20 par. 1 of the Convention, the Government of the Hellenic Republic considers that, in so far as the instruments referred to in the reservation are reflective of customary international law, they are universally binding and cannot be exempted from by a reservation.

For these reasons, the Government of the Hellenic Republic objects to the above reservations made by the Republic of Turkey to the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel. This objection shall not preclude the entry into force of the Convention between the Hellenic Republic and the Republic of Turkey. The Convention, therefore, enters into force between the two States without taking into account the abovementioned reservations.

Verklaring van Portugal, 15 december 2005

The Government of the Portuguese Republic has carefully examined the declarations and reservations made by the Republic of Turkey upon the ratification of the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel.

The Government of Portugal considers that paragraph I of the declarations amounts to a reservation which raises concerns as to the commitment of Turkey to implement core provisions of the Convention and in particular those concerning the prevention and suppression of crimes against United Nations and Associated personnel. This reservation may also lead to a discriminatory application of the Convention.

Portugal considers that paragraph II of the declaration also amounts to a reservation which is contrary to the object and purpose of the Convention, namely to its Article 10 which requires that each State party shall take such measures as may be necessary to establish its jurisdiction over the crimes against Untied Nations and Associate personnel in the case of crimes committed in the territory of that State.

With regard to the reservation made by Turkey in connection with article 20, paragraph 1 of the Convention, Portugal considers that in so far as the instruments referred to in a reservation are reflective of customary international law, they are universally binding and cannot be exempted from by a reservation.

The Government of the Portugese Republic, therefore objects to the above reservations made by the Republic of Turkey to the Convention on the Safety of Untied Nations and Associate Personnel.

This objection shall not preclude the entry into force o the Convention between Portugal and Turkey.

Bezwaar door Verenigd Koninkrijk, het, 16 augustus 2005

The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland has examined the declaration made by the Republic of Turkey upon ratification of the 1994 Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel.

The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland is concerned that paragraph 1 of the declaration may amount to a reservation of indeterminate scope. Diplomatic relations between Turkey and other States are capable of being established and terminated at will, and without the other State Parties to the Convention knowing of their status. It would offend the legal certainty of treaty relations to attempt to make these contingent upon the existence of diplomatic relations.

As regards paragraph II of the declaration, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland is of the view that it raises doubts as to whether Turkey fully undertakes the obligations incumbent upon it by virtue of Article 10 of the Convention. As well as providing that a State Party shall establish its jurisdiction over crimes committed within its national territory, or on board a ship or aircraft registered in that State, Article 10 also provides that a State shall take measures to assume jurisdiction where the alleged offender is a national of that State. Paragraph II, in attempting to ratify the Convention solely with regard to the national territory of Turkey, appears to be contrary to Article 10 (1) (b).

The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, therefore, considers that the above paragraphs of the declaration constitute reservations which are incompatible with the object and purpose of the Convention.

Regarding the reservation made by the Republic of Turkey in connection with Article 20 (1) of the Convention, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland considers that, in so far as the instruments referred to in the reservation are reflective of customary international law, they are universally binding and cannot be derogated from.

For these reasons, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland objects to the above reservations made by the Republic of Turkey to the Convention on the Safety of United Nations and Associated Personnel.

This objection shall not preclude the entry into force of the Convention between the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the Republic of Turkey. The Convention, therefore, enters into force between the two States without taking into account the above-mentioned reservations.

Facultatief Protocol

Zie Trb.  2006, 211.

Partij	Onder tekening	Ratificatie	Type^*	In werking	Opzegging	Buiten werking
Australië	19-09-06
Azerbeidzjan	26-09-06	18-03-10	R	19-08-10
België	15-09-06
Bolivia	03-08-06
Bosnië en Herzegovina		01-10-09	T	19-08-10
Botswana		13-06-07	T	19-08-10
Bulgarije	20-09-06
Centraal Afrikaanse Republiek	27-02-06
Chili	15-09-06
Cyprus	13-09-06
Duitsland	13-09-06	17-12-07	R	19-08-10
Finland	15-01-07
Frankrijk		08-08-08	T	19-08-10
Guatemala		11-11-08	T	19-08-10
Jamaica		05-05-09	T	19-08-10
Kenia	12-01-07	12-01-07	R	19-08-10
Libanon	14-03-06
Liberia	21-09-06
Liechtenstein	16-01-06	04-05-07	R	19-08-10
Luxemburg	16-01-06
Mali	05-01-07	05-11-09	R	19-08-10
Monaco		19-04-07	T	19-08-10
Nederlanden, het Koninkrijk der	19-09-06
– Nederland		12-09-07	R	19-08-10
– Ned. Antillen		–		–
– Aruba		–		–
Nieuw-Zeeland	20-09-06
Noorwegen	20-01-06	24-02-06	R	19-08-10
Oekraïne	19-09-06
Oostenrijk	14-03-06	01-10-07	R	19-08-10
Polen	15-09-06
Roemenië	20-09-06
Senegal	17-01-06
Sierra Leone	21-09-06
Slovenië	13-10-06	20-04-09	R	19-08-10
Slowakije	22-09-06	07-05-07	R	19-08-10
Spanje	19-09-06	27-09-07	R	19-08-10
Tsjechië	20-09-06	23-09-08	R	19-08-10
Tunesië	19-09-06	31-01-08	R	19-08-10
Uruguay	15-09-06
Verenigd Koninkrijk, het		20-07-10	T	19-08-10
Zuid-Korea	20-09-06
Zweden	07-07-06	30-08-06	R	19-08-10
Zwitserland	19-09-06	09-11-07	R	19-08-10
^* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2002, 61.

---

De bepalingen van het Facultatief Protocol zijn ingevolge zijn artikel VI, eerste lid, op 19 augustus 2010 in werking getreden.

Voor de staten die na 19 augustus 2010 hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding nederleggen, treedt het Facultatief Protocol ingevolge zijn artikel VI, tweede lid, in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte.

Het Facultatief Protocol is ingevolge artikel VI, eerste lid, voor het Koninkrijk der Nederlanden op 19 augustus 2010 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Facultatief Protocol alleen voor Nederland.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1996, 62, Trb. 2002, 61 en Trb. 2006, 211.

Verwijzingen

Titel	:	Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb.	:	Trb. 2010, 163

Uitgegeven de zevende oktober 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN